Herunterladen Inhalt Inhalt Diese Seite drucken

Stoppen; Voorzorgsmaatregelen; Bevriezingsgevaar; Onderhoud En Reiniging - DAB CP2-G Installations- Und Wartungsanleitungen

Inhaltsverzeichnis

Werbung

Verfügbare Sprachen
  • DE

Verfügbare Sprachen

  • DEUTSCH, seite 27
normale omstandigheden verdampt de vrijkomende vloeistof onmiddellijk. Zodoende is het vloeistofverlies onzichtbaar. Vloeistoffen als
kerosine verdampen niet en er zullen wat druppels te zien zijn, maar dit betekent niet dat de afdichting defect is.

8.2 Stoppen

Indien de pomp warm water moet pompen, mag de pomp pas gestopt worden nadat de warmtebron is uitgeschakeld en er zo veel tijd
verstreken is als nodig is om de temperatuur van de vloeistof tot acceptabele waarden te laten dalen, om te sterke temperatuurstijgingen in
het pomphuis te voorkomen.
Als de pomp voor lange tijd niet gebruikt zal worden, sluit u de afsluitinrichting van de aanzuigleiding, en eventueel, indien deze aanwezig
zijn, ook alle hulpcontrole-aansluitingen. Om het systeem in optimale staat van werking te houden is het nodig de pomp om de 1 - 3 maanden
voor korte tijd (5 - 10 min) in werking te stellen.
In het geval de pomp uit het systeem wordt gehaald en wordt opgeslagen, gaat u te werk zoals is beschreven in par.5.1
9.

VOORZORGSMAATREGELEN

De elektropomp mag niet worden blootgesteld aan een te groot aantal starts per uur. Het maximaal toegestane aantal is als volgt:

9.1 Bevriezingsgevaar

Let er op dat het afgetapte water geen schade aan zaken of personen kan toebrengen, speciaal bij installaties die
warm water gebruiken. Het aftappen van de installatie dient alleen te gebeuren wanneer de temperatuur van het
water gelijk is aan die van de omgeving.
Doe de aftapdop niet dicht voordat de pomp opnieuw gebruikt wordt.
Als u de pomp na lange tijd weer opnieuw in werking stelt, dient u zoals hiervoor in de paragrafen Let op en In bedrijf stellen beschreven is,
te werk te gaan.

10. ONDERHOUD EN REINIGING

De electropomp mag niet gedemonteerd worden behalve door gespecialiseerd, bevoegd personeel, dat over de
door de specifieke, betreffende normen verlangde vereisten beschikt.
In ieder geval mag men alle reparatie- en onderhoudsingrepen pas uitvoeren, nadat men de pomp van het voedingsnet afgekoppeld heeft.
Zich ervan overtuigen, dat deze laatste niet per ongeluk ingeschakeld kan worden.
Liefst gepland onderhoud onderhoud uitvoeren: met een minimum aan kosten kan men kostbare reparaties en eventueel machinestilstand
vermijden. Gedurende het geprogrammeerde onderhoud de eventueel in de motor aanwezige condens aftappen door middel van pin (voor
electropompen met motorbeveiligigingsgraad IP55).
In gevallen, waarin het nodig is de vloeistof af te tappen om het onderhoud uit te voeren, controleren dat het
weglopen van de vloeistof geen zaak- of persoonlijke schade oplevert in de installaties voor degenen, die warm
water gebruiken.
Men moet ook de wettelijke bepalingen voor het lozen van eventueel schadelijke vloeistoffen in acht nemen.
Bij normaal functioneren heeft de elektropomp totaal geen onderhoud nodig. Toch verdient het aanbeveling periodiek de op het plaatje
voorkomende gegevens te controleren om eventuele defecten en versleten delen op te sporen voordat deze tot een storing kunnen leiden.
Na elke handeling waarvoor de motor van het pomphuis gedemonteerd moet worden, verdient het aanbeveling een nieuwe Oring tussen
pomphuis en voetstuk te plaatsen.

10.1 Regeling van de as

Als de motor tijdens de installatie of bij een reparatie aan de pomp verwijderd is , moet de pompas worden geregeld nadat de motor weer
gemonteerd is.
10.1.1 Regeling van de as voor pompen met koppeling in twee delen
Verzeker u ervan dat de astap in de pompas is gemonteerd. Regel de pompas als volgt:
1. Verwijder de roosters die de koppeling bedekken met een schroevendraaier.
2. Zet de inbuszeskantschroef in de koppeling vast, maar haal hem niet aan.
3. Til de koppeling en de pompas (naar de motor) zo ver mogelijk op met een schroevendraaier of soortgelijk instrument, zodat de pomp en
de motorassen in contact komen.
4. Haal de inbuszeskantschroef in de koppeling aan tot 5 Nm (0,5 kpm).
5. Controleer of de ruimten aan beide zijden van de koppeling identiek zijn.
6. Haal de schroeven met twee tegelijk aan (telkens één zijde) tot het koppel dat hieronder aangegeven wordt.
NEDERLANDS
Driefasemotoren tot 4 kW
Driefasemotoren van 5,5 tot 44 kW
Max. aantal starts/uur
20 ÷ 30
5 ÷ 10
47

Werbung

Inhaltsverzeichnis
loading

Diese Anleitung auch für:

Cm2-gDcp2-gDcm2-gCp2-g cm2-gDcp2-g dcm2-g

Inhaltsverzeichnis