Bijbehorende Technische Documentatie - EBARA EVMSN Bedienungsanleitung

Temperatuur vloeistof te hoog
Intern defect
toepassingen met drukregeling
Klein verschil tussen
maximum en minimumdruk
14.4 DE POMP STOPT NIET
Elektrische/elektronische
onderdelen defect /
functioneren niet
Niveausensoren
functioneren niet
Non-conforme / ongeschikte
toepassing
toepassingen met drukregeling
Maximumdruk te hoog
NL
14.5 DE POMP VIBREERT
maakt buitensporig veel lawaai tijdens het functioneren
Te groot debiet
Cavitatie
Losse leidingen
Rumoerig lager
Vreemde voorwerpen raken de
motorventilator
Aanzuiging niet correct
en produceert abnormale geluiden
Motorlagers versleten
Vreemde voorwerpen tussen
vaste en roterende delen
Pomp die in cavitatie
functioneert
14.6 BIJ HET INSCHAKELEN LUKT HET DE POMP NIET EENS EEN RONDE
TE DRAAIEN OF MET MOEITE EEN HALF RONDE TE DRAAIEN,
VERVOLGENS WORDT DE AUTOMATISCHE SCHAKELAAR
GEACTIVEERD OF VERBRANDEN DE ZEKERINGEN
Kortsluiting van de motor
Kortsluiting door verkeerde
verbinding
54
De temperatuur overschrijdt de technische
grenzen van de pomp
De dichtstbijzijnde dealer raadplegen
Het drukverschil vergroten
Neem contact op met het verkoopnetwerk.
Controleer de correcte werking van de
niveausensoren.
Neem contact op met het verkoopnetwerk.
Lagere waarden instellen voor maxmumdruk
Het debiet verlagen
De dichtstbijzijnde dealer raadplegen
Zorgen voor betere bevestiging
De dichtstbijzijnde dealer raadplegen
De vreemde voorwerpen verwijderen
De pomp leeg laten lopen en/of opnieuw
vullen
De lagers vervangen
- De pomp demonteren en reinigen
- Hiervoor onze dichtstbij-zijnde
service-afdeling bellen
Het debiet verlagen door de perszijde
te smoren. Als de cavitatie aanhoudt,
controleren:
- hoogteverschil bij inlaat
- weerstandsverliezen bij inlaat (diameter
leiding, bochtstukken, etc.)
- temperatuur vloeistof
- tegendruk aan perszijde
- Controleren en vervangen
- Bel een gespecialiseerde elektricien
- Controleren en opnieuw correct verbinden
- Bel een gespecialiseerde elektricien
14.7 DE DIFFERENTIAALBEVEILIGING WORDT METEEN BIJ HET SLUITEN
VAN DE SCHAKELAAR GEACTIVEERD
- De elektrische aardingscompo-nent
Aardlek vanwege schade aan
controleren en vervangen
de motorisolatie, de kabels of
- Bel een gespecialiseerde elektricien
andere elektrische onderdelen - Condensvorming in de motor
- Aanwezigheid van vreemde stoffen
14.8 DE POMP DRAAIT EVEN IN TEGENOVERGESTELDE RICHTING NA HET
STOPPEN.
Lekkende voetklep Controleren, reinigen of vervangen
Lekkende zuigleiding Controleren en repareren

15. BIJBEHORENDE TECHNISCHE DOCUMENTATIE

15.1 STANDAARDSPANNINGEN (AANGEGEVEN OP HET TYPEPLAATJE)
MET DE BETREFFENDE TOLERANTIES GETOOND
Frequentie
[kW]
[Hz]
0.37 ÷ 4.0
50
≥ 5.5
15.2 REDUCTIEFACTOREN VOOR HET MOTORVERMOGEN
Wanneer de elektrische pomp is geïnstalleerd op een plaats waar de
omgevingstemperatuur hoger is dan 40°C en/of waarvan de hoogte meer dan
1.000 m boven zeeniveau is, wordt het vermogen dat de moter kan leveren
minder.
De bijgevoegde tabel toont de reductiefactoren op grond van de temperatuur en
de hoogte. Om oververhitting van de motor te vermijden, moet de motor door een
andere worden vervangen waarvan het nominale vermogen vermenigvuldigd met
de factor die overeenkomt met de temperatuur en de omgevingshoogte, groter is
dan of gelijk is aan dat van de standaardmotor.
De standaardmotor kan alleen worden gebruikt, als de gebruiker een verlaging
van het debiet kan accepteren, door het smoren van de perszijde totdat de
geabsorbeerde stroom wordt verlaagd tot de grootte gelijk aan de correctiefactor.
T(°C)
1000 1500
40 1 0.96
45 0.95 0.92
50 0.92 0.90
55 0.88 0.85
60 0.83 0.82
65 0.79 0.76
15.3 TABEL MAXIMUM-BEDRIJFSDRUK
Druk aangegeven op basis van het aantal waaiers.
50 Hz
Pmax
EVMSN3 EVMSN5
1.6 3 ÷ 18 3 ÷ 15
2.5 20 ÷ 33 16 ÷ 27
Fase
UN [V] ± %
[~]
3 ~ 230 Δ / 400 Y ± 10%
3 ~ 400 Δ / 690 Y ± 10%
Hoogte (m.a.s.l.)
2000 2500
0.94 0.90
0.90 0.88
0.87 0.85
0.83 0.81
0.80 0.77
0.74 0.72
EVMSN10
2 ÷ 14
16 ÷ 20