Herunterladen Inhalt Inhalt Diese Seite drucken

Novoferm iso20-4 ZF Original-Montage- Und Betriebsanleitung Seite 43

Sektionaltore mit zugfeder
Vorschau ausblenden Andere Handbücher für iso20-4 ZF:
Inhaltsverzeichnis

Werbung

Verfügbare Sprachen
  • DE

Verfügbare Sprachen

  • DEUTSCH, seite 4
Procedure (A) voor een wandmontage bij afstan-
den tussen looprailpaar en garagewand kleiner
dan 500 mm:
Afb.
b
en Afb.
c
Per zijde een wandmontage, in de
eerste stap een ankerrail (27) voorbereiden, de beno-
digde lengte afmeten en de ankerrail  (27) overeen-
komstig inkorten. Zorg hierbij dat bij de benodigde
wandaanslagmaat ca. 20 mm wordt opgeteld, die la-
ter in de looprailverbinders  (6) moet blijven en voor
de nodige stabiliteit zorgt. Monteer in de volgende
stap aan een uiteinde van de ankerrail (27) de klem-
plaat (29). Zorg bij het opschroeven dat deze nog kan
worden bewogen. Monteer daarna aan het andere
uiteinde het aansluitprofiel  (28). Gebruik voor de
montage de betreffende bouten en moeren  (S6 +
S12). Aan de zijde van de wandmontage de voorge-
monteerde ankerrail (27) volledig in de looprailverbin-
der (6) schuiven.
Afb.
d
Monteer de looprailverbinder (6) met de bou-
ten en moeren  (S6 + S12) op een hoekverbindings-
profiel 
(20L/20R)
van
ren (14L/14R).
Afb.
e
De looprailverbinder  (6) opklappen naar het
tegenoverliggende hoekverbindingsprofiel  (20L/20R)
en deze met de bouten en moeren  (S6 + S12) vast-
schroeven. Plaats daarna aan de andere zijde nog
een bout en moer (S6 + S12).
Afb.
f
Trek de voorgemonteerde ankerrail (27) uit de
looprailverbinder  (6) naar voren en schroef de voor-
gemonteerde ankerrail  (27) op de garagewand met
de schroeven  (S8) en de bijpassende pluggen  (S9).
De klemplaat  (29) slechts licht aanhalen, het ver-
schuiven van de ankerrail (27) moet nog mogelijk zijn
voor de aansluitende diagonale uitlijning.
Procedure (B) voor een plafondmontage, evenals
bij afstanden tussen looprailpaar en garagewand
groter dan 500 mm:
Afb.
d
Monteer de looprailverbinder (6) met de bou-
ten en moeren  (S6 + S12) op een hoekverbindings-
profiel 
(20L/20R)
van
ren (14L/14R).
Afb.
e
De looprailverbinder  (6) opklappen naar het
tegenoverliggende hoekverbindingsprofiel  (20L/20R)
en deze met de bouten en moeren  (S6 + S12) vast-
schroeven. Plaats daarna aan de andere zijde nog
een bout en moer (S6 + S12).
Afb.
g
Per zijde van een plafondmontage een hier-
voor op maat ingekorte plafondophanging voorberei-
den, bestaande uit de ankerrail  (27), aansluitpro-
fiel (28) en de bouten en moeren (S6 + S12). De bou-
ten slechts licht aanhalen, om het aansluitend uitlij-
nen mogelijk te maken. Met de twee bouten en moe-
ren  (S6 + S12) de voorgemonteerde plafondophan-
ging op de hoekverbindingsprofielen  (20L/20R) vast-
schroeven.
Afb.
h
Gebruik daarna de bouten  (S8) en bijbeho-
rende pluggen  (S9) voor het monteren van de pla-
fondophanging aan het garageplafond.
Deze montage-, bedienings- en onderhoudshandleiding moet tijdens de gehele gebruiksduur worden bewaard!
de
beide
looprailpa-
de
beide
looprailpa-
Verder zijn de montagestappen voor wandmonta-
ge en plafondmontage identiek.
Afb.
i
De diagonalen van beide horizontale deurloop-
rails opmeten. Kies hiervoor aan beide zijden dezelf-
de referentiepunten. De beide diagonalen moeten de-
zelfde waarde hebben, om een wrijvingsarme deur-
loop te waarborgen. Controleer ook de horizontale
uitlijning van de looprailparen met een waterpas en
pas daarna pas de bouten van de ophanging, even-
als die van de klemplaten (29) aanhalen.
Afb.
j
Monteer aan elk looprailpaar  (14L/14R) één
looprailophangprofiel  (19), door dit ongeveer in het
midden op het looprailpaar  (14L/14R) te plaatsen en
in positie te draaien.
Afb.
k
en Afb.
l
Positioneer beide looprailophang-
profielen  (19) op het beoogde ophangpunt en mon-
teer per zijde een voorgemonteerde plafondophan-
ging met de bouten en moeren (S6 + S12).
Afb.
m
Vanaf BRH = 2126 mm is een extra ophan-
ging van de looprails noodzakelijk. Hiervoor nog een
extra plafondophanging met de bouten en moe-
ren (S6 + S12) op de verbindingsplaat (18) van beide
looprailparen (14L/14R) schroeven.
Afb.
n
Controleer het looprailpaar  (14L/14R) op
eventuele verdraaiingen en monteer daarna de reste-
rende plafondophangingen aan het garageplafond
met de bouten  (S8) evenals de bijbehorende plug-
gen (S9).
4.4.5 Instellen van de looprollen
Afb.
a
, pagina A8. De bouten van beide transport-
hoekprofielen langzaam losdraaien en het deurblad
voorzichtig laten zakken. Afb.
transporthoekprofielen volledig en recycle ze. De los-
gedraaide bout weer plaatsen.
Hierbij de volgende instellingen voor de
verschillende deuraandrijvingstypen
aanhouden.
Afb.
c
en Afb.
d
bok (88L/88R) iets losdraaien, om de rol (105L/105R)
te kunnen instellen. De rol (105L/105R) bij de rollen-
bok  (88L/88R) op basis van het betreffende aandrijf-
type als volgt instellen:
Plafondaandrijving: Positioneer de looprolmiddel-
punten ca. 25 mm naar boven verzet t.o.v. de binnen-
kant van het vormeindstuk.
Handbediening,
evenals
Positioneer de looprolmiddelpunten gecentreerd t.o.v.
de binnenkant van het vormeindstuk.
De overige montagestappen van de
NovoPort-aandrijving kunt u vinden in de
montagehandleiding voor de NovoPort-
aandrijving.
Afb.
e
Voor het instellen van de looprol  (56) bij de
deurscharnieren (48) de bout (56a) losdraaien.
b
Verwijder daarna de
De moer  (S12) van rollen-
NovoPort-aandrijving:
NL - 43

Werbung

Inhaltsverzeichnis
loading

Diese Anleitung auch für:

Iso45-5 zf

Inhaltsverzeichnis