NL
– Probeer altijd op de voeten te landen en probeer
geen salto's of schroeven. Daar is de trampoline
niet voor ontworpen.
– Neem contact op met een gekwalificeerde tram-
polinetrainer, voordat u probeert verder te gaan
dan de basissprongen.
• Om het gevaar voor ongevallen te verlagen moet
de trainer alle veiligheidsvoorschriften en aanwc-
zingen goed begrijpen en omzetten.
• Als er geen toezicht op de trampoline kan worden
gehouden, moet hij zodanig worden beveiligd dat
niemand hem zonder toezicht gebruikt.
96
De eerste sprongen
Gestrekte sprong
– Begin in staande positie, de voeten op schouder-
breedte gespreid, met het hoofd rechtop en de
blik naar voren op de trampolinemat gericht.
– Zwaai de armen naar voren en met cirkelvormige
bewegingen omhoog boven het hoofd.
– Benen en voeten in de lucht bij elkaar brengen en
de teenpunten naar onderen houden.
– Bij de landing op de mat de voeten schouder-
breed gespreid houden (zoals in de beginposi-
tie).
Kniesprong
– Met een vlakke streksprong beginnen.
– Op de schouderbreed gespreide knieën landen;
hierbij de rug recht en het lichaam gestrekt hou-
den; de armen opzij of naar voren strekken om
het evenwicht te behouden.
– Terugspringen naar de oorspronkelijk sprongpo-
sitie door de armen omhoog te zwaaien.
– Als u de sprong op deze hoogte beheerst, iets
hoger springen; maar eraan denken om de
spronghoogte te blijven beheersen.