Herunterladen Inhalt Inhalt Diese Seite drucken

Schoorsteenmantel; Verbindingsstuk; Warmteafgifte; Heteluchtsystemen - Spartherm Premium V-FD-87h Aufbauanleitung

Kamineinsätze
Vorschau ausblenden Andere Handbücher für Premium V-FD-87h:
Inhaltsverzeichnis

Werbung

6.3 SCHOORSTEENMANTEL

Er mag geen directe verbinding zijn tussen de inbouwhaard en de schoor-
steenmantel. De schoorsteenmantel moet zelfdragend zijn. Houdt u er
rekening mee dat tussen de deurlijst en de schoorsteenmantel, resp. het
montageframe, een minimale afstand vereist is van 6 mm om de deur van
de inbouwhaard indien nodig (bijv. bij vervanging van het glas) te kunnen
demonteren.

6.4 VERBINDINGSSTUK

De aansluiting voor het verbindingsstuk bevindt zich op de verbrandings-
gas-koepel van de inbouwhaard. De aansluiting aan de schoorsteen dient
zo direct mogelijk plaats te vinden en kan zowel verticaal als horizontaal
worden uitgevoerd. De aansluiting aan de schoorsteen dient met een inge-
metselde wand-voering resp. volgens de aanwijzingen van de schoorsteen-
fabrikant plaats te vinden. Het verbindingsstuk moet worden gemaakt van
voorgevormde chamotte-elementen voor huisschoorstenen of staalbuizen
van minimaal 2 mm dikke staalplaat volgens DIN 1623, DIN 1298, DIN EN
1856 en bijpassende voorgevormde elementen.
OPMERKING
Eisen aan het verbindingsstuk conform DIN 18160 Deel 2.

6.5 WARMTEAFGIFTE

Omdat met onze inbouwhaarden verschillende bouwwijzen van haardsys-
temen mogelijk zijn, is een exacte planning van het haardsysteem door
een vakbedrijf onmisbaar. Voldoende afgifte van warmte moet zijn gega-
randeerd. Dit kan worden gerealiseerd via convectieluchtleidingen in de
bekleding of via warmte afgevende bekledingscomponenten, of via een
combinatie van beide.

6.5.1 HETELUCHTSYSTEMEN

Bij haardsystemen die regulier de warmte via convectie (heteluchtkachels,
warmtehaarden etc.) afvoeren, moeten de volgende punten in acht worden
genomen:
• De diameter voor de luchtinlaat- en luchtuitlaatopening vindt u in de
technische gegevens. Afwijkende diameters zijn mogelijk, mits over-
eenkomstige berekeningen worden overlegd.
• Minimaal 50% van de luchtinlaat- en luchtuitlaatopening mag niet
afsluitbaar zijn.
• Bij toepassing van de convectieluchtmantel moeten alle vier de aan-
sluitstompen worden gebruikt. De luchtinlaat- en luchtuitlaatopeningen
mogen niet afsluitbaar zijn.
• De luchtleidingen moeten bestaan uit niet-brandbare vormvaste
bouwmaterialen.
• In een zone van 30 cm naast en 50 cm boven de warmteafvoerroosters
mogen zich geen brandbare bouwmaterialen en voorwerpen, bijv. hou-
ten plafonds, en geen inbouwmeubels bevinden.
NL 21
NL

Quicklinks ausblenden:

Werbung

Inhaltsverzeichnis
loading

Inhaltsverzeichnis