Herunterladen Inhalt Inhalt Diese Seite drucken

Accessoires En Reserveonderdelen; Bevestiging - Montageschema's - Tractel minifor TR 10 Installations-, Gebrauchs- Und Wartungsanleitung

Vorschau ausblenden Andere Handbücher für minifor TR 10:
Inhaltsverzeichnis

Werbung

Verfügbare Sprachen
  • DE

Verfügbare Sprachen

  • DEUTSCH, seite 32

3. Accessoires en reserveonderdelen

De volgende onderdelen en accessoires kunnen door
de gebruiker bevoorraad en gemonteerd worden:
• Hoge en lage eindaanslag (onderling ver wisselbaar).
• Hijskabel uitgerust met een haak met oog.
• Zekering.
• Voedingscontact (elektricien).

4. Bevestiging - montageschema's

Controleer of het vast bevestigingspunt een voldoende
weerstand biedt voor de toe te passen last.
Als de bevestiging van het toestel moet gebeuren op
een plaats die gevaarlijk kan zijn voor de operator,
moeten alle veiligheidsmaatregelen beschreven in
de Arbeidsreglementering genomen worden om op
deze manier risico's die men in deze bewerking niet
beheerst, uit te sluiten. In dit geval is het verkieslijk de
hijskabel in het toestel te plaatsen vóór de bevestiging
(zie hoofdstuk 5).
Het toestel kan in ophanging of steunend op het
onderstuk worden gebruikt.
4.1. Hangende bevestiging van het toestel
Dit is de eenvoudigste en meest gebruikte manier van
montage. De bevestiging van het toestel mag uitsluitend
gebeuren met de haak (behalve 4.2 hieronder) en nooit
met het handvat. Het is onmogelijk de haak van de
kabel op het vast punt te bevestigen om het toestel
al verplaatsend op de kabel te doen werken (Fig. 3
verplichte montage, Fig. 4 verboden montage).
De haak van het toestel moet in het orgaan van het
bevestigingspunt worden geplaatst zodat dit orgaan tot
op de bodem van de haak vastzit. De veiligheidsklep
van de haak moet volledig gesloten zijn. Als men hinder
ondervindt bij de articulatie van de haak van het toestel
met het bevestigingsorgaan, is het verplicht een strop
ertussen te plaatsen met het aangepaste vermogen.
4.2. Bevestiging van het toestel steunend
op het onderstuk
Dit soort installatie vereist bijzondere voorzorgen:
1. Het steunoppervlak waarop het toestel geplaatst
wordt moet vlak en horizontaal zijn.
2. Deze oppervlakte moet voor de doorgang van de
twee kabelstrengen een opening bezitten waarvan
de configuratie en de afmetingen aangegeven zijn
in figuur 24, een aanzicht van het steunoppervlak
van het toestel en de plaatsing op de opening.
3. Het toestel moet geplaatst worden zodat de
hijskabel onder last niet wrijft tegen de wanden van
de opening, en zodat de eindaanslagen, bevestigd
op de kabel, in contact kunnen komen met de
hendels eindaanslagen van het toestel.
4. Het toestel moet gestabiliseerd worden zodat het
geen enkele verplaatsing kan ondergaan.
5. Het platform waarop het toestel steunend wordt
geplaatst moet de stabiliteit en de weerstand
hebben die vereist zijn voor de veiligheid van de
bewerking.
6. De last moet vrij kunnen hangen (Fig. 5) of
gekoppeld aan het toestel via een omkeerschijf, die
zich verplicht en strikt loodrecht op het toestel moet
bevinden (Fig. 6).
BELANGRIJK
Hijs bij deze montage nooit de last zonder deze
last eerst loodrecht op het toestel te zetten,
behalve bij gebruik van een omkeerschijf.
4.3. Bevestigen van de last
De bevestiging van de last moet verplicht met de haak
van de hijskabel gebeuren en nooit op de haak van het
toestel.
De bevestiging van de last moet met een strop met
aangepast vermogen, afmetingen en van het juiste
type zijn voor de behandeling van het te manipuleren
voorwerp. Het is verboden de kabel van het toestel
als strop te gebruiken door hem rond een voorwerp te
plaatsen om dit voorwerp op de haak te bevestigen (Fig.
7 juiste bevestiging en Fig. 8 verboden bevestiging).
4.4. Montageschema's
4.4.1. Hangend toestel, last rechtstreeks
opgehangen
Dit is het eenvoudigste geval (Fig. 7). De voornaamste
te nemen voorzorg is het vermijden van obstakels
die de last of de hijskabel eventueel lateraal zouden
kunnen raken of waartegen de last kan stoten.
4.4.2. Hangend toestel, direct schuin hijsen
Dit geval vereist de aanwezigheid van een hellend
stabiel vlak waarop de last gehesen en gehouden wordt
(Fig. 9).
4.4.3. Hangend toestel, indirecte tractie of hijsen
Dit geval vereist een omkeerschijf bevestigd op een
vast punt (Fig. 11). Zie ook hoofdst. 5.5.
NL
47

Quicklinks ausblenden:

Werbung

Inhaltsverzeichnis
loading

Inhaltsverzeichnis