Inbedrijfstelling; Voorafgaande Controles - Tractel minifor TR 10 Installations-, Gebrauchs- Und Wartungsanleitung

4.4.4. Horizontaal bevestigd toestel voor directe
tractie
Het is verplicht voor de veiligheid van de handeling dat,
op geen enkel moment, het toestel of de kabel lateraal
kan gaan op één of ander voorwerp als ze onder
spanning staan (Fig. 10).
Zorg voor de perfecte uitlijning van het toestel op de
kabel door een vrij articulerende bevestiging van het
NL
toestel, bijvoorbeeld door een strop.
Bevestig het
bevestigingsstructuur. Zorg voor de bewegings-vrijheid
van de verschillende kabelstrengen door alle wrijvingen
te vermijden.
N.B.: Als een omkeerschijf geplaatst is om de last
op een hellend vlak te hijsen, en aangezien de last
aandrijvend is, bevindt men zich in een geval van hijsen
(geval 4.4.3).
4.4.5. Toestel bevestigd op de grond
Hijsen door omkeerschijf. Dezelfde aanbevelingen als
voor geval 4.4.4. De weerstand van de omkeerschijf en
deze van haar verankering moet berekend worden voor
een dubbele belasting van de kracht (Fig. 12). Zie ook
hoofdst. 5.5.
4.4.6. Toestel steunend, last vrij opgehangen
Volg nauwkeurig de instructies van hoofdstuk 4.2 en
hoofdstuk 5.5. Zorg er bijzonder goed voor dat de last
niet gaat schommelen. Zich houden aan Fig. 5.
4.4.7. Toestel steunend, last niet vrij opgehangen
Dit geval vereist het gebruik van een omkeerschijf,
loodrecht op het toestel bevestigd (Fig. 6). Zie
hoofdstuk 4.2 en hoofdstuk 5.5.
4.4.8. Katrolschijf
Alle bovenstaand beschreven aanbevelingen zijn
bijzonder van toepassing bij het gebruik van een
katrolschijf. In dit geval moet het onder spanning
zetten gebeuren met bijzondere oplettendheid (zie
hoofdstuk 11).
BELANGRIJK: de minifor™ TR55 kan niet worden
afgeschoven omdat het niet is uitgerust met een
lastbegrenzer zoals vereist door de Europese richtlijn
2006/42/CE voor het heffen van lasten van meer dan
1000 kg.
N.B.: Bij het gebruik van omkeerschijven, moet de
gebruiker er zorg voor dragen de eindaanslagen te
plaatsen zoals beschreven in hoofdstuk 5.4 (fig. 13).
48
toestel nooit strak

5.1. Voorafgaande controles

• Last of inspanning, niet hoger dan de maximale
gebruikslast van het toestel.
• De omkeerschijven verhogen de te leveren inspanning
in niet te verwaarlozen proporties om een last te
hijsen.
• Weerstand van het vast punt voldoende om in alle
veiligheid een spanning gelijk aan de maximale
gebruikslast toe te passen (of het dubbele van deze
op een
last in geval 4.4.5).
• Correcte bevestiging.
• Hijskabel in goede staat.
• Lengte van de hijskabel voldoende voor het traject
van de last. Tel een extra lengte van minstens 1,50
m voor de doorgang in het toestel en een voldoende
lengte speelruimte.
• Lengte
voldoende om het toestel te koppelen op de door
de gebruiker voorziene plaats in voldoende veilige
omstandigheden.
5.2. Elektrische aanbevelingen
1. Raadpleeg, vóór elke inbedrijfstelling op een
nieuwe koppeling, de kenplaat van de motor.
Neem inlichtingen over de eigenschappen van de
geleverde stroom: eenfase of driefase, spanning,
beschikbare
geleverde stroom compatibel is met de op de
kenplaat van de motor aangegeven eigenschappen.
De beschikbare spanning moet gelijk of hoger zijn
dan deze aangegeven op de kenplaat van de motor.
2. Bij gebruik van een verlengsnoer voor de
voeding, kies een verlengsnoer met de volgende
eigenschappen:
– eenfase 230 V.: 3 draden (1 fase, 1 neutraal, 1
aarde) met een doorsnede van 2.5 mm2;
– driefase 400 V.: 4 draden (3 fasen, 1 aarde) met
een doorsnede van 2.5 mm2.
Deze eigenschappen zijn geldig tot 50 m lengte van
de elektrische kabel. Raadpleeg het TRACTEL
netwerk voor grotere lengtes.
3. De verbinding van het elektrisch verlengsnoer moet
met een accessoire versterkt worden ("kousje") om
het gewicht van het verlengsnoer op de koppelingen
te vermijden.
4. Het vervangen van het contact, geleverd op de
elektrische voedingskabel vereist de tussenkomst
van een bevoegd technicus. Elke ingreep op de
kabel van de knoppenkast moet voorbehouden
worden aan een bevoegd technicus. Geen enkele
ingreep op de elektrische kast van het toestel (met
uitzondering van het vervangen van een zekering)
mag door een andere persoon dan een TRACTEL
bevoegd reparateur worden uitgevoerd.

5. Inbedrijfstelling

van de elektrische
stroomsterkte. Controleer
bedieningskabel
of de
®
®