Herunterladen Inhalt Inhalt Diese Seite drucken

Hijskabel; Onderhoud; Minifor™ Met Katrolschijf (Fig. 25.C) - Tractel minifor TR 10 Installations-, Gebrauchs- Und Wartungsanleitung

Vorschau ausblenden Andere Handbücher für minifor TR 10:
Inhaltsverzeichnis

Werbung

Verfügbare Sprachen
  • DE

Verfügbare Sprachen

  • DEUTSCH, seite 32
• Hendels hoge en lage eindaanslagen op het toestel,
die samenwerken met de aanslagen op de kabel.
• Veiligheidspallen (1) op de haken (Fig. 16 en 17).
• Elektrische
beveiliging
klasse 2.
• Veiligheidszekering van de bediening in elektrische
knoppenkast.
• elektrische lastbegrenzer op de minifor™ TR110.
De noodstop wordt verkregen door te drukken op de
rode knop (Fig. 2). Om het starten na inschakeling
van de noodstop mogelijk te maken, moet men de
noodstopknop uitschakelen door deze in de richting
van de pijlen die erop aangegeven zijn, te draaien,
nadat men gecontroleerd heeft of de oorzaken van de
noodstop opgeheven zijn.

9. Hijskabel

Op één van de uiteinden heeft de minifor™ kabel
een veiligheidshaak, gemonteerd op een lus van de
kabel, uitgerust met een kabelschoen en gefelst in een
metalen mof (zie Fig.17). Het andere uiteinde is gelast
en afgeslepen. Dit uiteinde moet zo gehouden worden,
gelast, afgerond en zonder oneffenheden (zie Fig. 18).
Het is van essentieel belang om de gebruiks veiligheid
van de minifor™ toestellen te waarborgen ze uitsluitend
te gebruiken met de minifor™ kabel, speciaal ontwikkeld
voor deze toestellen en met een diameter van 6.5 mm.
Het gebruik van een beschadigde of niet aangepaste
kabel vormt een belangrijk risico op ongevallen en
bedrijfsstoringen. Het is bijgevolg nodig de goede staat
van de kabel constant te controleren en onmiddellijk
alle kabels die symptomen van vervormingen vertonen,
zoals plooien of gebroken draden, uit dienst te nemen.
Alle kabels waarvan de slijtage de nominale diameter
met 10 % verminderd heeft of die meer dan 10
gebroken draden bevat over een lengte van 200 mm
moeten verwijderd worden. ISO 4309 Norm (Meet zoals
aangegeven - Fig. 20).
Stel een kabel nooit bloot aan temperaturen van meer
dan 100°C en ook niet aan agressie van mechanische
of chemische stoffen.
Berg de opgerolde kabel op een bobine op, beschermd
tegen vocht nadat men hem behoorlijk gereinigd
en ingesmeerd heeft over de volledige lengte.
Gebruik geen vet of olie met molybde enbisulfide of
grafiettoevoegsels.

10. Onderhoud

Het onderhoud van het toestel bestaat uit de controle
van de goede staat ervan, de reiniging ervan en de
periodieke controle (minstens eenmaal per jaar) door
van
de
knoppenkast:
een door TRACTEL
bevoegd erkend reparateur. Geen
®
enkele smering of invetbeurt van het toestel moet door
de gebruiker uitgevoerd worden. (Voor het onderhoud
van de hijskabel, raadpleeg hoofdstuk 9). Controleer of
de bevestigingsschroef en de remmoer-bevestiging van
de ophanghaak van het toestel altijd correct vastzitten.
Pas indien nodig aan.
Elke schijnbare beschadiging van het toestel en zijn
uitrustingen, met name de haken, de hijskabel en de
elektrische geleiders moeten onderwerp uitmaken
van een herstelling voordat men het toestel opnieuw
gebruikt.
BELANGRIJK
De opening van het toestel, met uitzondering voor
het vervangen van de zekering, mag uitsluitend
door een door TRACTEL
reparateur worden uitgevoerd.
11. minifor™ met katrolschijf (fig. 25.C)
11.1. Beschrijving
Een minifor™ katrolschijf kan alleen op de minifor™
TR10 / TR30 / TR30S / TR50 / TR110 worden
gemonteerd. Deze montage verdubbelt het vermogen
van het toestel (maximale gebruiksbelasting) (behalve
model TR 50). Daartegenover vermindert de snelheid
met de helft.
De minifor™ mag niet met ander materiaal uitgerust
worden dan met de minifor™ katrolschijf. Geen enkel
ander aanvullend systeem mag toegevoegd worden.
Een minifor™ katrolschijf bevat (Fig. 21) :
• Een ophanginrichting van de draagstreng.
• Een standaard katrolschijf met haak en strop (of
zelfblokkerende haak als optie) uitgerust met een veer
voor hoge eindaanslag,
• Een montagehandleiding.
Deze uitrusting mag uitsluitend gebruikt worden voor
het uitrusten met een hijsblok van een minifor™.
11.2. Montage
De gebruiker moet noteren dat, bij deze montage, de
nodige kabellengte minstens het dubbel bedraagt van
de hijshoogte, plus ongeveer 2 meter waarvan één
meter slappe, zichtbare streng indien de katrolschijf
wordt gebruikt.
De veer van de eindaanslag die op de katrolschijven
glijdt, is voorzien om de hoge eindaanslag te vervangen
die met de kabel wordt meegeleverd. Als men echter
het opwaarts traject wenst te beperken, is het mogelijk
bevoegd erkend
®
51
NL

Quicklinks ausblenden:

Werbung

Inhaltsverzeichnis
loading

Inhaltsverzeichnis