Parkeerrem; Neutraalafstelling - Jacobsen HR 9016 Turbo Handbuch

4 AFSTELLINGEN
4.6

PARKEERREM ___________________________________________________________

De remschakelaar maakt deel uit van het back-up
systeem van de bestuurder en registreert het aantrekken
van de parkeerrem. Als de schakelaar faalt, dan start de
tractor mogelijk niet terwijl het back-up systeem niet op
de juiste wijze functioneert.
Afstelling van de schakelaar:
1. Trek de remhefboom volledig omhoog tot in de inge-
schakelde stand.
2. Stel de schakelaar (C) af door de schakelaarmon-
tagebeugel (B)
sensorgedeelte op de schakelaar in lijn met de
remhefboom (D).
3. Regel de afstand tussen het sensorgedeelte op de
schakelaar en de remhefboom tot 1,5-3 mm. Hiertoe
moeten overeenkomstig de behoefte opvulstukjes
(E) of #10 pakkingen (F) worden gebruikt tussen de
schakelaar en de schakelaarbevestiging.
4.7

NEUTRAALAFSTELLING ___________________________________________________

Belangrijk. De neutraalstand op de drijfpomp is een
fabrieksinstelling die geldt voor alle nieuwe tractors en
vervangingspompen. Verdere bijstelling is alleen vereist
als de pomp voor onderhoud is gedemonteerd of als de
neutrale hendelbeugel (F) is losgeraakt.
Neutraalafstelling op de pomp:
1. Ontkoppel de tractiepedaalverbinding van de pomp.
Verwijder de schakelaarmontagebeugel van de
pomp.
2. Zet de tractor stevig op krikken waarbij alle wielen
vrij van de grond moet komen
3. Controleer of de sleepklep (H) is gesloten.
4. Los de schroeven (G) die de pompretourarmbeugel
vasthouden net genoeg om hem te kunnen
bewegen.
5. Trek de parkeerrem aan en zet de krachtafneem-
schakelaar in de vrijstand.
De neutraalstand-sensorschakelaar moet worden
gesloten om de tractor te starten. Op dit punt is de
schakelaar mogelijk
gemonteerd. Om de schakelaar te sluiten zodat de
motor kan worden gestart, moet hij met de voorkant
omlaag op het metalen frame worden geplaatst.
17
te scharnieren. Breng
nog niet op de
4. Na correcte installatie zal de schakelaar worden
gesloten wanneer de parkeerrem wordt aanget-
rokken en geopend wanneer de rem wordt vrijgezet.
Belangrijk:
schakelaar moet altijd het back-up systeem van de
bestuurder worden gecontroleerd. (Zie Veiligheid &
Bedieningshandleiding)
het
6. Start de motor en observeer de wielen. Roteer
beugel (F) in de sleufgaten totdat de wielen niet
meer draaien. Schakel de motor uit en zet de
beugel op zijn plaats vast.
7. Sluit de tractiepedaalverbinding weer aan - sectie
3.11 - waarna de schakelaars moeten worden
geïnstalleerd en afgesteld - secties 3.8 en 3.9.
8. Start de motor en controleer de werking van de
tractiepedaal.
wanneer
terugkeert.
pomp
Na vervanging of afstelling
D
De wielen mogen
de pedaal naar
F
K
G
van de
C
F
E
B
HR020
Afb. 4G
niet draaien
de neutraalstand
H
HR027
Afb. 4H