Circadiance SmartMonitor2 Bedienungsanleitung Seite 267

14. Koppel het stroomsnoer/snoer van de batterijlader en de telefoonlijn af tijdens onweer, om het gevaar van elektrische schok te
verminderen. De SmartMonitor 2 kan geen gegevens via de modem overbrengen wanneer het stroomsnoer/snoer van de batterijlader
en de telefoonlijn afgekoppeld zijn.
15. Verwijder de elektroderiem en de draden wanneer uw baby niet wordt bewaakt. Langdurig gebruik kan oncomfortabel zijn.
16. Gebruik nooit een verlengsnoer met het stroomsnoer/snoer van de batterijlader.
17. Wees op uw hoede voor signaalstoring afkomstig van externe bronnen. De SmartMonitor 2 heeft elektronische signalen nodig om te
werken. Bronnen van externe storing kunnen ertoe leiden dat de monitor geen alarm slaat bij apneu of abnormale hartslag. Hoewel de
monitor methoden en technieken bevat die hem tegen externe storing kunnen beschermen, moet u hem als volgt gebruiken:
•
Houd de apparatuur, de patiënt en de patiëntdraden minstens één (1) meter uit de buurt van alle elektrische toestellen. Dit geldt
onder meer voor televisietoestellen, elektrische dekens, airconditioning, magnetrons, draadloze telefoons, gsm's, waterbedden en
home computers.
•
Synthetische stoffen, zoals gordijnen en tapijten, kunnen eveneens storingen als gevolg van statische elektriciteit veroorzaken. U
kunt problemen met statische elektriciteit vaak voorkomen door een geleidend materiaal dat met de aarde is verbonden, zoals een
muur of wieg, aan te raken voor u de patiënt of de SmartMonitor 2 aanraakt.
•
Sterke signalen van televisietoestellen, radio's, luchthavens, politie, brandweer en ambulancecentra kunnen als hart- en/of
ademhalingssignalen worden herkend. De monitor kan erdoor worden beïnvloed wanneer hij zich op minder dan anderhalve (1,5)
kilometer van de bron van dergelijke signalen bevindt.
18. Op sommige plaatsen zal de monitor niet naar behoren werken. Indien de monitor wordt beïnvloed door externe storing, is het mogelijk
dat u de monitor niet kunt gebruiken. Neem voor verdere ondersteuning contact op met Circadiance. Het gebruik van een derde
elektrode (RL) kan helpen om elektrische storing te verminderen.
19. Indien u twee of meer zuigelingen in dezelfde omgeving bewaakt, moet u de monitors, de patiënten, de patiëntkabels en de draden op
minstens één (1) meter van elkaar houden. Wanneer de patiëntkabels en de draden zich dicht bij elkaar bevinden, kan de monitor als
gevolg van storingen een apneu missen.
20. Sluit de zuigeling niet op de SmartMonitor 2 aan wanneer de monitor zich in de communicatiemodus bevindt. Het apneu- en het
hartalarm werken niet wanneer de SmartMonitor 2 zich in deze modus bevindt.
21. Gebruik de SmartMonitor 2 niet samen met andere impedantie-monitors. Dit kan als gevolg van storing tot gemiste apneus leiden.
22. Wieg uw baby niet in slaap en slaap niet in hetzelfde bed wanneer u de monitor gebruikt. De aanraking van of de nabijheid met het
kind, de monitor of de kabels kunnen ertoe leiden dat de monitor apneus mist.
Waarschuwingen en aanmaningen
3