SDMO SH 10000E Betriebs- Und Wartungsanleitung Seite 58

7.2. Onderhoud van de startaccu
plaats de accu nooit in de buurt van een vlam of vuur
gebruik alleen geïsoleerd gereedschap
gebruik nooit zwavelzuur of aangezuurd water om de elektrolyt bij te vullen.
Gevaar
De accu is onderhoudsvrij, het volstaat de staat, het vastzitten van de aansluitingen en de algehele reinheid te controleren.
7.3. Vervangen van het oliefilter
Tap de motorolie af (cf. 7.2) en demonteer het oliefilter (punt 6, fig. A) met een filtersleutel en laat de restolie wegvloeien.
Werp het oliefilter bij het afval.
Reinig de aansluitflens van het filter, smeer de filterdekselpakking in met zuivere motorolie en breng het nieuwe filter op zijn plaats aan.
Draai het filter handmatig vast tot tegen de pakkingring en schroef het filter dan vast in de voorgeschreven hoek of span hem aan met een
momentsleutel (richtingshoek: 1 draai 3/4 of 22N-m).
Giet opnieuw de voorgeschreven hoeveelheid olie in de motor, zet het aggregaat in werking, controleer of er geen lekken zijn en stel zo nodig
bij.
7.4. Verversen van de motorolie
Tap de olie af terwijl de motor nog warm is om het carter geheel en snel te laten leeglopen.
Verwijder de olievuldop (punt 2, fig. D) en de aftapplug (punt 3, fig. A), en vang de olie op in een geschikte kan.
Schroef daarna de aftapplug weer helemaal in en vul het oliereservoir tot aan het bovenste merkteken op de oliepeilstok met de voorgeschreven
olie.
Zet de olieaftapplug weer helemaal vast.
7.5. Vervangen van het brandstoffilter
Haal de afdekplaat en de luchtfilterelementen weg en verwijder dan de twee bouten van 6 mm en twee speciale bouten van 5 mm van de
luchtfilterkast.
Haal de kast van het luchtfilter weg.
Maak het brandstoffilter vrij (punt 5, fig. C)
Controleer of er geen water of afzettingen in het brandstoffilter aanwezig zijn en plaats dan het brandstoffilter en de kast van het luchtfilter
terug.
7.6. Controle van de ontstekingsbougie
Haal de kappen van de bougies (punt 2, fig. A) en gebruik een bougiesleutel om elke bougie uit te schroeven.
Controleer de bougies visueel en gooi ze weg indien de elektroden versleten zijn of indien de isolator gebarsten is of afgeschilferd. Reinig de
bougie met een metaalborstel indien u ze opnieuw wilt gebruiken.
Meet visueel de elektrodeafstand met behulp van een diktemal. De afstand moet 0,7 tot 0,8 mm bedragen. Controleer of de onderlegring van de
bougies in goede staat is en schroef de bougies met de hand in om beschadiging van de schroefdraad te voorkomen.
Nadat de bougies in de motor zijn ingeschroefd, deze aanspannen met behulp van een bougiesleutel om de onderlegring samen te drukken.
Gebruik voor het reinigen van de bougies alleen een krabber of metaalborstel en een propere doek.
7.7. Controleren van bouten, moeren en schroeven
Dagelijkse nauwgezette controle van alle schroeven is noodzakelijk om incidenten of storingen te voorkomen.
Controleer het hele aggregaat vóór iedere start en na elk gebruik.
Span alle schroeven aan waarop speling zou kunnen zitten.
Noot: het aanspannen van de bouten van het motorblok moet door een specialist worden uitgevoerd. Informeer bij uw regionaal agent.
7.8. Reinigen van het aggregaat
Verwijder alle stof en resten rond de uitlaatpot en reinig het aggregaat met behulp van een borstel (wassen met waterstraal is af te raden, en het
gebruik van een hogedrukreiniger is verboden).
Reinig zorgvuldig de luchtin- en uitgangen naar de motor en alternator.
Controleer de algemene toestand van het aggregaat en vervang eventueel defecte onderdelen.