Uitgangspositie; Afstellen - StertilKoni ST 4175 Gebrauchsanweisung

4.3.2

Uitgangspositie

1. Hydraulische units compleet gevuld (voorgevuld af fabriek)
2. Potmeterunits elektrisch en mechanisch aangesloten.
3. Rijbanen op gelijke hoogte.
4.3.3

Afstellen

De hefbrug staat nog in de laagste stand. Zet de stelstaafjes van de potmeters vast: er moeten drie ringen boven het
aansluitingspunt zichtbaar zijn.
Eventueel kunnen de MS en UP printdrukkers gebruikt worden voor stijgen en de MS en DWN printdrukkers
voor dalen. N.B. de brug zal dan buiten alle beveiligingen om zich horizontaal proberen te stellen. Let goed op
dat bij MS en DWN (dalen) de rijbanen niet op de grendels blijven hangen; het is dan veiliger om eerst ca.
30mm te stijgen met MS en UP.
Ontluchten van de cilinders:
Breng de hefbrug in de hoogste stand. De zuiger van de cilinder bevindt zich nu boven in de cilinder en is bereikbaar
via de bovenzijde van de kolom. Verwijder cilinderdeksel (H.4). Draai met een lange dopsleutel SW10 de ontluchting
in de zuiger los tot er lucht ontsnapt. Let op: de ontluchting er niet uitdraaien. Door het ontluchten zal de zuiger
zakken, de dopsleutel mee laten zakken en de ontluchting dichtdraaien zodra er een constante oliestroom uit komt.
Monteer clinderdeksel.
Afstellen hoogste stand afslag:
Zet de hefbrug in de laagste stand. Controleer of de LED 804 AIN RANGE" brandt.
Breng de brug in de hoogste stand. De hefbrug moet stoppen voordat de mechanische aanslag wordt bereikt. De brug
stopt op een geprogrammeerde waarde. Verhoog of verlaag de hoogte-afslag door de vier potmeter stelstaafjes met
dezelfde afstand hoger of lager te monteren. Het systeem voorziet ook in een programmeerbare hoogte-afslag. Deze
kan ingesteld worden om te voorkomen dat voertuigen tegen het plafond van de garage gedrukt worden of
bijvoorbeeld aangepast aan de lengte van de monteur. Voor deze instelling zie §4.3.4.
De hefbrug functioneert nu normaal en in de meeste gevallen is nauwkeuriger afstellen niet nodig. Geeft het gedrag
van de brug daartoe aanleiding (bv.. wil niet stijgen van uit de laagste stand), dan moeten de potmeterafstellingen
gecontroleerd worden met de hefbrug in de laagste stand. Alle geleidestukken moeten in de laagste stand staan (dit kan
zeker gesteld worden door intern op S1, S2, S3 en S4 te drukken). De nauwkeurigheid van de afstelling kan snel
afgelezen worden van het foutcode display. Wanneer één punt oplicht dan is de afstelling binnen 10 mm
nauwkeurig en wanneer twee punten oplichten is de afstelling binnen 5 mm nauwkeurig. Wanneer één punt
oplicht moet de brug reeds normaal functioneren. Meet indien nodig de potmeterwaarden als volgt:
Gebruik een digitale multimeter en zet deze op het 20 VDC bereik, en meet per potmeter de waarde.
- Potmeter I op klem 63 en 64
- Potmeter II op klem 73 en 74
- Potmeter III op klem 83 en 84
- Potmeter IV op klem 93 en 94
Neem potmeter I als referentie en stel de andere drie binnen 0.05 Volt nauwkeurig af, door het verhogen of verlagen
van de stelstaafjes in de aansluitpunten (dit kan het beste met twee man gedaan worden). 2 mm stelstaaflengte komt
overeen met 0.01 Volt.
19