Elektrische Voeding; Opbouw; Kabelgootset; Bedieningskasten En Bekabeling - StertilKoni ST 4175 Gebrauchsanweisung

4.2.2

Elektrische voeding

De hoofdbedieningskast moet worden voorzien van een eigen gezekerde netvoeding (zie §1.2). Deze voeding kan van
het plafond of uit de vloer komen (zie pijl A, fig. 4.2). Wanneer de kabel uit de vloer komt moet het deel boven de
vloer 2,2 m lang zijn. De installateur ter plaatse bepaalt de doorsnede van de aders van de krachtstroomkabel.
4.2.3 Opbouw (fig. B, C en E)
- Monteer de beugel van de pomp (B.4) met bouten M10x16 (B.29) en sluitringen M10 (B.30) op de pilaren.
- Monteer de beugel voor de potmeter (B.2) met bouten M10x16 (B.29) en sluitringen M10 (B.30).
Let op: Beugel met buis op de pilaren III en IV.
- Monteer de potmeter (B.11) op de beugel voor de potmeter (B.2) met schroeven M4x16 (B.33), sluitringen M4
(B.34) en zeskant. moeren M4 (B.35). Monteer de afstelstang in het aansluitpunt van het geleideblok;
alleen 3 ringen moeten zichtbaar zijn
- Zet de stelstaafjes vast in het zeskant op het geleidestuk; er moeten nog drie ringen zichtbaar zijn.
- Monteer de kokers (C.10) op de pilaren I, II en IV met schroeven M6x16 (C.46).
- Monteer de vier tapeinden M6x30 (B.46) voor bevestiging van de bedieningskast.
- Monteer gasveerbeugels (E.2) onder de ankermoeren op de voetplaat van kolom I en II.
4.2.4 Kabelgootset (fig. I)
Bij een standaard opstelling van de brug (3235mm (ST4175) en 3222mm (ST4250) tussen de kolommen, zie fig. 4.2)
moet de tussenbuis (I.3) ca. 20 mm worden ingekort. Hierbij is rekening gehouden met 10 mm scheefstand
(achterover) van de kolommen (zie fig. 4.3).
Indien de hefbrug breder moet worden opgesteld, kan van de vertikale buizen een stuk (de verbreding) worden
afgezaagd en met de extra klemmof aan de horizontale buis worden verbonden. Zet de buisdelen in elkaar en breng
een trekkoord aan door de buizen om later de kabels mee door te voeren. Plaats nu de buizen op de kopplaat en zet
deze vast met de bouten + moeren en ringen (I.6, 19, 20).
4.2.5 Bedieningskasten en bekabeling (fig. B, C en P)
- Monteer de bedieningskast met hoofdschakelaar (B.10)
aan pilaar III met afstandsbusjes (B.47), afdichtringen
(B.48) en M6 moeren (B.49)
- Monteer (optionele) tweede bedieningskast (P.1) aan
pilaar I, II of IV met tapeinden M6 (P.4) afstandsbusjes
(P.5), afdichtringen (P.6) en M6 moeren (P.7)) onder de
koker (C.10). N.B. eerst moeten de bevestigingsgaten
voor de kast op de kolom worden overgenomen (boren
en tappen M6)
- Installeer de elektrische bekabeling. Let op:
De kabels zijn per pilaar gebundeld.
De kabels langs de rijbanen uitleggen. De kabels van
links naar rechts m.b.v. het trekkoord door de
aluminium buizen trekken.
De schermslangen zijn aan beide zijden voorzien van
wartelmoeren. Aan rijbaan zijde worden deze in een
U-vormige houder geschoven en aan pilaarzijde zijn
de kokers voorzien van sleuven om de montage te
vereenvoudigen.
- De kabels aan kastzijde zijn voorzien van nummers.
Deze kunnen op de overeenkomstige nummers in de
kast worden aangesloten. Om het aansluiten te
vereenvoudigen zijn meeste klemmen in de kast als
schroef-steker uitgevoerd en kunnen dus worden
uitgenomen.
* tandemopstelling en tweede bed.kast (optie)
** voedingskabel (boveninvoer heeft de voorkeur)
*** aansluiting trafo/verlichting (optie)
Fig. 4.4, Kabelinvoer
13