6. Nadat de verbruikte olie is afgetapt, sluit u de olie-
aftapschroef (39) en zet u het apparaat weer op
een stabiele ondergrond.
7. Vul de motorolie bij tot aan de bovenste markering
van de oliepeilstok (12,1).
Zie de technische gegevens voor het type olie en
de vulhoeveelheid.
LET OP
• Om het oliepeil te controleren, het oliepeil niet met
de oliepeilstok (12,1) in de olietankdop van de olie-
tank schroeven, maar slechts tot aan de schroef-
draad insteken.
14.2.2
Luchtfilter (afb. 1)
Luchtfilter (21) regelmatig reinigen, zo nodig vervan-
gen.
1. Verwijder het deksel van het luchtfilter (21). Trek
hierbij voorzichtig aan de randen van het luchtfil-
ter (21).
2. Verwijder het vuile filterelement.
3. Sla het vuile filterelement uit of blaas het uit met
perslucht bij lage druk.
4. Plaats het filterelement en het deksel van het
luchtfilter (21) weer terug.
14.2.3
Bougie (afb. 14)
Controleer de bougie / bougiestekker (31) na 20 be-
drijfsuren voor het eerst op verontreiniging en reinig
deze indien nodig met een koperen draadborstel.
Daarna de bougie elke 50 bedrijfsuren onderhouden.
1. Verwijder de bougiestekker (31) uit de bougie
door deze te draaien.
2. Verwijder de bougie met de meegeleverde bou-
giesleutel (35).
3. De assemblage volgt in omgekeerde volgorde.
14.3 Service-informatie
Let op dat bij dit product de volgende delen onder-
hevig zijn aan gebruiksmatige of natuurlijke slijtage,
resp. de volgende delen als verbruiksmateriaal wordt
gebruikt.
Slijtdelen*: Bougies, hogedrukslang, spuitlans, mond-
stukken, luchtfilter
* niet persé meegeleverd!
Reserveonderdelen en accessoires zijn verkrijgbaar
bij ons servicecentrum. Scan hiertoe de QR-code op
de titelpagina.
15. Opslag
m VOORZICHTIG
Gevaar voor letsel en materiële schade!
• Let op het gewicht van het apparaat tijdens het
transport.
Bewaar het apparaat en de bijbehorende accessoires
op een donkere, droge en vorstvrije en voor kinderen
ontoegankelijke plaats. De optimale opslagtempera-
tuur ligt tussen 5 en 30 ˚C.
Dek het apparaat af om het te beschermen tegen stof
of vocht.
Bewaar de gebruikshandleiding bij het apparaat.
15.1 Voorbereiding voor de opslag
Let op:
Voer benzine op een milieuvriendelijke manier af!
1. Leeg de brandstoftank (9) met een benzine-aan-
zuigpomp (niet meegeleverd).
2. Om ervoor te zorgen dat er geen benzine in de
carburateur achterblijft, moet de resterende ben-
zine uit de carburateur worden afgetapt. Plaats
daartoe een geschikt vat (niet meegeleverd) on-
der de carburateur en open de benzineaftapplug
(41). (afb. 16)
3. Ververs de olie na elk seizoen. Verwijder daar-
toe de oude motorolie uit de warme motor en vul
nieuwe olie bij.
4. Verwijder de bougie. Vul ca. 20 ml olie in de ci-
linder met een oliekan (niet meegeleverd). Trek
langzaam aan het trekkabel van de startmotor
(18), zodat de olie de binnenkant van de cilinder
bedekt. Schroef de bougie weer terug vast.
5. Open de stergreepbouten (6) en klap het appa-
raat in (afb. 15).
6. Bewaar het apparaat op een goed geventileerde
plaats of plaats.
16. Afvalverwerking en hergebruik
Informatie over het afvoeren van versleten appa-
ratuur kunt u opvragen bij uw gemeente.
Brandstoffen en oliën
• Voor het afvoeren van het apparaat moeten de
brandstoftank en het motorreservoir worden ge-
leegd!
• Brandstof en motorolie horen niet bij het huishou-
delijke afval of in het riool, maar moeten worden
ingezameld resp. gescheiden worden afgevoerd!
• Lege olie- en brandstoftanks moet milieuvriendelijk
worden afgevoerd.
www.scheppach.com
De verpakkingsmaterialen
zijn recyclebaar. Verpakkin-
gen milieuvriendelijk afvoe-
ren.
NL | 87