Herunterladen Inhalt Inhalt Diese Seite drucken

B. Braun Aesculap Neuropilot IV+EA Gebrauchsanweisung/Technische Beschreibung Seite 14

Vorschau ausblenden Andere Handbücher für Aesculap Neuropilot IV+EA:
Inhaltsverzeichnis

Werbung

Verfügbare Sprachen
  • DE

Verfügbare Sprachen

  • DEUTSCH, seite 4
Aesculap
®
Neuropilot IV + EA
Legenda
1 Draaiknop (X-richting)
2 Draaiknop (Z-richting)
3 Draaiknop (Y-richting)
4 Reduceerhuls
5 Moer
6 Adapter
7 Draaiknop (fixeren)
8 Huls van de draagarm
Symbolen op het product en verpakking
Let op: algemeen waarschuwingssymbool
Let op: volg de bijgesloten documentatie
Gebruiksdoel
De Neuropilot IV + EA wordt in de neurochirurgie als houder gebruikt om de endoscoop of trocart te fixeren en
nauwkeurig te positioneren. Hij is speciaal ontworpen voor endoscopisch geassisteerde operaties, maar kan ook wor-
den toegepast voor volledig endoscopische intraventriculaire ingrepen.
De Neuropilot IV + EA mag uitsluitend worden gebruikt met de draagarm (RT040R en FF168). Met behulp van de
draaiknoppen wordt de endoscoop of de trocart in de neuropiloot IV + EA in drie richtingen nauwkeurig gepositio-
neerd.
Veilig gebruik en voorbereiding
Dit product en de accessoires mogen uitsluitend worden gebruikt door personen die over de daartoe benodigde
opleiding, kennis en ervaring beschikken.
Lees de gebruiksaanwijzing, houd u aan de instructies en bewaar het document.
Gebruik het product uitsluitend voor het doel waarvoor het bestemd is, zie Gebruiksdoel.
Een nieuw product dient na verwijdering uit de transportverpakking en voordat u het voor het eerst steriliseert
machinaal gereinigd te worden.
Bewaar het nieuwe of niet-gebruikte product op een droge, schone en veilige plek.
Controleer het product vóór elk gebruik visueel op: losse, verbogen, gebroken, gebarsten, versleten en afgebroken
onderdelen.
Gebruik geen beschadigde of defecte producten. Houd beschadigde producten onmiddellijk apart.
Vervang beschadigde onderdelen onmiddellijk door originele onderdelen.
Gebruik
Zorg ervoor dat de verloophuls bij de te gebruiken endoscoop of trocart past.
Volg de gebruiksaanwijzing van de endoscoop en/of trocart.
Draai de draaiknop 7 linksom tot de aanslag open, zie Afb. 1.
Schuif de endoscoop/trocart van bovenaf in de verloophuls 4 in de Neuropilot IV + EA.
Voer de endoscoop tot de aanslag in de verloophuls 4, om ongunstige hefboomwerkingen en breuk van de glazen
lens in de endoscoop te vermijden.
Draai de draaiknop 7 rechtsom tot de endoscoop/trocart vastzit.
De endoscoop/trocart is gefixeerd.
Draai de draaiknoppen 1, 2 en 3 voor de operatie zodanig, dat de trocart-as van de Neuropilot IV + EA in alle
richtingen in het midden gepositioneerd is, zie Afb. 2.
Positioneer de endoscoop/trocart Neuropilot IV + EA tijdens de operatie met de draaiknoppen 1, 2 en 3 nauw-
keurig:
– Met draaiknop 1 in X-richting
– Met draaiknop 2 in Z-richting
– Met draaiknop 3 in Y-richting
Demontage
Neuropilot IV + EA van de draagarm demonteren
Volg de gebruiksaanwijzing van de draagarm.
Draai de moer 5 open, zie Afb. 3.
Draai de huls 8 van de draagarm open, om de snelkoppeling te ontgrendelen.
Verschuif de huls 8 en neem de adapter 6 uit de snelkoppeling van de draagarm.
Reduceerhuls verwijderen
Draai de draaiknop 7 linksom tot de aanslag, zie Afb. 4.
Duw de reduceerhuls 4 van onderen uit de opening en trek hem van bovenaf eruit.
Montage
Neuropilot IV + EA op de draagarm monteren
Volg de gebruiksaanwijzing van de draagarm.
Draai de draaiknoppen 1, 2 en 3 zodanig, dat de endoscoop- of trocart-as van de Neuropilot IV + EA in alle rich-
tingen in het midden gepositioneerd is.
Draai de moer 5 tegen de richting van de pijl in open.
Schuif de adapter 6 in die snelkoppeling van de draagarm, tot de huls 8 terugspringt, zie Afb. 5.
Draai de huls 8 van de draagarm dicht, om deze tegen onbedoeld openen te vergrendelen.
Draai de moer 5 dicht, tot de Neuropilot IV + EA vastzit.
Reduceerhuls plaatsen
Onbedoeld naar buiten schuiven van de reduceerhuls in het operatieveld!
Plaats de reduceerhuls altijd van proximale naar distale richting.
WAARSCHUWING
Selecteer een reduceerhuls 4 die past bij de te gebruiken endoscoop of trocart.
Draai de draaiknop 7 linksom tot de aanslag, zie Afb. 6.
Voer de reduceerhuls 4 van proximale naar distale richting in.
Schuif de reduceerhuls 4 van boven in de opening, totdat deze hoorbaar vastklikt.
Gevalideerd reinigings- en desinfectieproces
Algemene veiligheidsrichtlijnen
Opmerking
Voer de reiniging en sterilisatie uit in overeenstemming met de nationale wettelijke voorschriften, nationale en inter-
nationale normen en richtlijnen en de eigen hygiënische voorschriften.
Opmerking
Bij patiënten die zeker of vermoedelijk aan de ziekte van Creutzfeldt-Jakob (CJ) of mogelijke varianten van deze aan-
doening lijden, moeten de nationale voorschriften voor de reiniging en sterilisatie van de producten worden nageleefd.
Opmerking
Machinale reiniging en desinfectie verdienen de voorkeur boven handmatige reiniging met het oog op een beter en
veiliger reinigingsresultaat.
Opmerking
Wij wijzen erop dat een succesvolle reiniging en desinfectie van dit medische hulpmiddel uitsluitend kan worden
gegarandeerd na een voorafgaande validatie van het reinigings- en desinfectieproces. Hiervoor is de gebruiker/het rei-
nigingspersoneel verantwoordelijk.
Voor de validering werden de aanbevolen chemische middelen gebruikt.
Opmerking
Indien geen afsluitende sterilisatie plaatsvindt, moet een viricide desinfectiemiddel worden gebruikt.
Opmerking
Actuele informatie over reiniging en desinfectie en over materiaalcompatibiliteit vindt u ook op het Aesculap extranet
onder www.extranet.bbraun.com
Het gevalideerde stoomsterilisatieproces werd in het Aesculap-steriele-containersysteem uitgevoerd.
Algemene aanwijzingen
Vastgekoekte of afgezette operatieresten kunnen de reiniging bemoeilijken of ineffectief maken en tot de corrosie
leiden. Daarom mag de tijdspanne tussen het gebruik en de voorbereiding voor verder gebruik niet langer dan 6 uur
zijn en mogen er geen fixerende voorreinigingstemperaturen >45 °C noch fixerende desinfectantia (op basis van:
aldehyde, alcohol) worden gebruikt.
Overdosering van neutralisatiemiddelen of basisreinigers kan chemische aantasting en/of verbleking van de laserop-
schriften veroorzaken bij roestvrij staal, waardoor deze visueel of machinaal onleesbaar worden.
Chloor- en chloridehoudende residuen (bijv. in operatieresten, medicijnen, zoutoplossingen, het reinigingswater,
desinfectie en sterilisatie) leiden bij roestvrij staal tot corrosie (putcorrosie, spanningscorrosie) en bijgevolg tot
beschadiging van de producten. Om de resten te verwijderen is een grondige spoeling met gedemineraliseerd water
en een daaropvolgende droging noodzakelijk.
Nadrogen, indien noodzakelijk.
Er mogen alleen proceschemicaliën worden ingezet, die gecontroleerd en vrijgegeven zijn (bijvoorbeeld VAH- of FDA-
toelating, respectievelijk CE-merk) en door de fabrikant van de chemicaliën met het oog op de materiaalverdraag-
zaamheid werden aanbevolen. Alle toepassingsrichtlijnen van de chemicaliënfabrikant moeten strikt worden nage-
leefd. In het andere geval kan dit tot de volgende problemen leiden:
Optische verandering van het materiaal, bijv. verbleken of kleurverandering van titanium of aluminium. Bij alu-
minium kunnen zichtbare oppervlakteveranderingen reeds optreden bij een pH-waarde vanaf 8 in de gebruiks-
oplossing.
Materiële schade zoals corrosie, scheurtjes, barsten, vroegtijdige veroudering of opzetten.
Gebruik voor de reiniging geen metaalborstels of andere middelen met een schurende werking die het oppervlak
kunnen beschadigen, om corrosie te voorkomen.
Gedetailleerde aanwijzingen voor een veilige, hygienische en materiaalvriendelijke/sparende reiniging en desin-
fectie vindt u op www.a-k-i.org rubriek Publicaties, Rode brochure: instrumenten op de juiste wijze onderhouden.
Demontage voor het reinigen en steriliseren
Demonteer het product onmiddellijk na het gebruik volgens de instructies.
Voorbereiding op de plaats van gebruik
Indien van toepassing, niet zichtbare oppervlakken uit voorzorg met gedemineraliseerd water, bijv. met een weg-
werpspuit, doorspoelen.
Verwijder zichtbare operatieresten zo grondig mogelijk met een vochtige, pluisvrije doek.
Breng het product binnen 6 uur droog in een gesloten afvoercontainer weg voor reiniging en desinfectie.
Voorbereiding voor de reiniging
Demonteer het product voor de reiniging, zie Demontage.
Open de draaiknop maximaal.
Reiniging/desinfectie
Productspecifieke veiligheidsrichtlijnen voor reinigen en steriliseren
Gevaar voor de patiënt!
Reinig het product uitsluitend machinaal!
GEVAAR
Beschadiging van het product door gebruik van ongeschikte reinigings-/desinfec-
tiemiddelen en/of te hoge temperaturen!
Gebruik reinigings- en desinfectiemiddelen volgens de aanwijzingen van de
fabrikant,
VOORZICHTIG
– die bijv. zijn toegelaten voor aluminium, kunststoffen en edelstaal,
– die geen weekmakers (bijv. in siliconen) aantasten.
Volg de aanwijzingen met betrekking tot concentratie, temperatuur en inwer-
kingsduur.
Houd de maximale reinigingstemperatuur van 60 °C aan.
Gebruik voor de machinale reiniging geen oxiderende proceschemicaliën (bijv. H
van de bovenlaag te voorkomen.
Gebruik een geschikt reinigings-/desinfectiemiddel bij een natte verwijdering. Om schuimvorming en vermin-
derde doeltreffendheid van de proceschemie te vermijden: het product vóór de machinale reiniging en desinfectie
grondig met stromend water afspoelen.
O
), om afbleken en aantasting
2
2

Werbung

Inhaltsverzeichnis
loading

Inhaltsverzeichnis