Inhaltsverzeichnis
Werbung
Verfügbare Sprachen
Verfügbare Sprachen
12. Toestand en spanning van de ketting
De spanning van de ketting dient zo te worden ingesteld
dat speling in het midden tussen het voorblad en achterste
rondsel ongeveer 1-2 cm bedraagt.
Indien de speling groter is, moet de ketting opnieuw
worden gespannen. Verwijder hier in eerste instantie de
kunststof doppen van de achterste asmoeren voor.
Hiervoor moeten beide asmoeren worden losgedraaid en
het achterwiel zo ver naar achteren worden getrokken,
totdat de ketting de passende spanning heeft. Maak indien
nodig ook de bevestigingsklem los. Na het centraal
instellen van het achterwiel moet u alle losgedraaide
schroefverbindingen weer zorgvuldig vastdraaien.
Controleer de juiste bevestiging van de remarm.
Deze moet met de klem aan de framevork zijn bevestigd. Als dat niet het geval is, kan de werking van de
achteruittraprem worden belemmerd.
13. Stevige montage van alle schroeven en moeren
Controleer de stevige montage van alle schroeven en moeren.
Bij het vastdraaien resp. aandraaien van de verbindingsdelen moeten de koppels van de
techn. gegevens in acht worden genomen (zie laatste pagina).
Bij te stevig vastgedraaide schroeven kan het materiaal te zeer rekken en breken.
Defecte verbindingsdelen moeten direct worden vervangen.
Vanwege de veiligheid moeten de volgende schroefverbindingen regelmatig worden gecontroleerd:
Stuur & voorbouw
•
Voorbouw & schacht van de vork
•
Zadel & zadelsteun
•
Zadelsteun & zadelbuis
•
Pedalen & cranks
•
•
Cranks & binnenlagers
•
Trapaslagers & behuizing van de trapaslagers
•
Remarm & remblokje
•
Remkabel (voor) & klemschroef
•
Wielbevestiging (asmoeren)
14. Instelling en werking van de remmen
Alle fietsen (ook kinderfietsen) hebben ten minste twee remmen nodig. Af fabriek is deze kinderfiets voorzien van een
standaard velgenrem (of cantileverrem) en een onderhoudsvrije terugtraprem. De voorrem bestaand uit twee remarmen,
die zich rechts en links van de velg bevinden. Via de handrem, die is bevestigd aan het stuur, worden de armen door een
kabel (bowdenkabel) samengetrokken en tegen de velg gedrukt. De remhendel moet altijd zo zitten dat kinderhanden
erbij kunnen komen, zonder dat ze het stuur moeten loslaten. Met de schroef aan de remhendel kan de afstand tot de
greep worden veranderd. Houd er alstublieft wel rekening mee, dat door het draaien van de schroef tevens de afstand
van de remblokjes ten opzichte van de velg wordt veranderd. Controleer de juiste instelling van de rem. De remblokjes
moeten zo worden gepositioneerd dat bij aangetrokken handrem het gehele wrijvingsvlak er tegenaan ligt. De afstand
tussen remblok en velg mag bij niet aangetrokken rem ca. 2-3 mm bedragen.
Werbung
Inhaltsverzeichnis
