BACHTENKIRCH Tracy Montage- Und Betriebsanleitung Seite 43

De ideale zitpositie/zadelinstelling is subjectief.
Probeer voor het kind een veilige en comfortabele (ideale)
zitpositie vast te stellen. De zadelsteun wordt bij de zadelbuismof
met een bout en moer vastgedraaid gezekerd. Het zadel dient
horizontaal te worden ingesteld. Na een succesvolle instelling van
het zadel moeten alle schroeven weer zorgvuldig worden
aangehaald.
9. Stuurinstelling en - voorbouw bevestigen
Het stuur moet makkelijk bereikbaar zijn voor het kind.
De voorbouw vormt samen met het stuur en het stuurset de stuureenheid,
die de stuurbeweging overdraagt op het voorwiel. Om de voorbouw te
verstellen: Open de voorbouwspil met twee of drie slagen. De schacht van de
voorbouw kan nu makkelijk worden gedraaid in de vork. Mocht de voorbouw
na het los maken niet kunnen worden bewogen, is een kleine slag met een
kunsstof hamer op de kop van de spil voldoende. Hierdoor wordt de
vergrendelende werking in de stuurschacht opgeheven. De stuurvoorbouw
kan vervolgens omhoog en omlaag worden geschoven. Bovendien kan de
hoek van het stuur worden veranderd. Stel het stuur altijd zo in dat hij in een
hoek van 90° ten opzichte van het voorwiel is. De losgemaakte spil van de
voorbouw moet na het instellen weer zorgvuldig worden vastgedraaid (17
Nm). Controleer de stevige montage van de voorbouw door voor de fiets te gaan staan, het voorwiel tussen de benen te
nemen en te proberen, het stuur met voorbouw te draaien.
10. Stevige montage van de stuurschacht en de STOP-markering in acht nemen
Neem absoluut de STOP-markering in acht.
De voorbouw mag in geen geval hoger dan de STOP-markering eruit worden
getrokken. Hij
(resp. schacht van de vork) blijven zitten. De stop-markering mag niet zichtbaar zijn.
Een te ver eruit getrokken voorbouw kan breken (Gevaar voor ongelukken!).
11. Spelingsvrije montage van de wielnaven en stevig
vastgedraaide asmoeren
De wielen zijn reeds gemonteerd. Desalniettemin moet u erop letten dat
de asmoeren altijd stevig zijn vastgedraaid. Deze moeren moeten met
een koppel van minstens 20 Nm worden vastgedraaid. Na een eventuele
verwijdering van het voorwiel moet na de hernieuwde montage de
nokschijf als wielborg van buiten op de as liggen. Daar overheen het
onderlegplaatje en tenslotte de asmoer leggen.
Voor het vastdraaien van de asmoer moeten de wielen in het midden van
de voorvork (resp. framevork) gepositioneerd zijn.
moet ten minste 65 mm in de stuurkopbuis