Gebruiksaanwijzing (vervolg)
10. Zorg dat al het gemengde materiaal in de 6ml-spuit met collageen (met witte zuigerstang) zit.
11. Verwijder de luerlockconnector en de lege spuit, en houd de 6ml-spuit vast.
12. Bevestig de flexibele injectortip goed op de 6ml-spuit.
13. Druk de zuigerstang in tot op 3 ml om alle lucht uit de spuit te verwijderen.
14. Zoek bij het aanbrengen van Integra Flowable Wound Matrix eerst de plaats van de basis van
het wondbed met behulp van de flexibele injector. Zorg wanneer u het product in de wond
spuit dat u de injectortip niet direct tegen de basis van de wond drukt, anders kan het product
niet uit de flexibele injector stromen.
15. Breng Integra Flowable Wound Matrix aan totdat de wond geheel is gevuld.
16. Breng na het aanbrengen een secundair verband aan om te zorgen dat de matrix blijft zitten,
en om de wond te beschermen. De keuze van het te gebruiken verband kan worden gebaseerd
op de plaats, grootte, en diepte van de wond, de mate van exsudatie en de voorkeur van de
gebruiker.
17. Verschoon het verband naar vereist. De verschoningsfrequentie is afhankelijk van de
hoeveelheid exsudaat, het gebruikte type verband en de noodzaak van inspectie van het
wondbed op tekenen van infectie of genezing.
18. Inspecteer bij een vervolgbezoek of de wond goed geneest. Bepaal als de wond niet volledig
is gevuld of gebruik van de Integra Flowable Wound Matrix de juiste oplossing is. Volg de
gebruiksaanwijzing inzake preparatie van het wondbed en het aanbrengen van het product.
46