Schuif het neuswiel met de sturing vooruit in de daartoe voorziene uitsparing
van de rompneus.
Let er op, dat de sturing door de geleiding (1) wordt gebracht.
Schroef het neuswiel met 4 houtschroeven tegen de romp vast.
Het neuswiel wordt samen met het richtingroer gestuurd. Het wordt daarom
met dezelfde servo verbonden.
Breng de stuurstang (1) in de stangaansluiting (2). Let er op, dat het neuswiel
recht staat en de roerhoorn een hoek vormt van 90° met de servo.
Kort de stang aansluitend in tot op ca. 5 mm overmaat en borg de schroeven in
de stangaansluitingen met schroevenborglak.
94
Afb. 11b
Afb. 11c
Afb. 11d