Herunterladen Inhalt Inhalt Diese Seite drucken

C) Instellen Van De Roeruitslagen; Invliegen Van Het Model; A) Bereiktest; B) De Eerste Start - Reely SKY Jet Liner Bedienungsanleitung

Inhaltsverzeichnis

Werbung

Verfügbare Sprachen

Verfügbare Sprachen

c) Instellen van de roeruitslagen

Bij een correcte bouw moeten de roeren (gemeten aan de achterzijde) de volgende uitslagwaarden vertonen:
Rolroer
10,5 mm naar boven
Hoogteroer
15 mm naar boven
Richtingsroer
18 mm naar links
Let op!
De aangegeven waarden geven de onderste en de bovenste grenswaarden van de roeruitslagen. Naargelang uw persoonlijke stuurgewoonte kunt
u de uitslagen individueel aanpassen.
Als u voor uw model een computergestuurde afstandsbediening gebruikt, dan kunt u de waarden eenvoudig met de zender instellen. Als u een
gewone afstandsbediening gebruikt, moet u de waarden instellen door het verwisselen van de schuifstangen op de roerhoorns van de servo's resp.
roerkleppen.


11. Invliegen van het model

Nadat u het zwaartepunt, de werking van de motor en de richting van de roerbewegingen gecontroleerd heeft, is uw model klaar voor de eerste vlucht. Door de
kleine wielen is een start alleen mogelijk op een zeer kort gemaaide graspiste of een verharde startbaan.
Wij adviseren om in ieder geval contact op te nemen met een ervaren modelpiloot of een modelbouwvereniging bij u in de buurt te zoeken wanneer u met het
invliegen van een vliegmodel niet vertrouwd bent.
a) Test van de reikwijdte
Vóór de eerste start moeten de vliegaccu en eventueel geplaatste zendaccu´s volgens de instructies van de fabrikant opgeladen worden.
Doe op het vliegterrein eerst een test van de reikwijdte van de afstandsbediening. Stel hiervoor de zender en vervolgens de ontvanger in werking. Controleer het
bereik volgens de instructies van de gebruiksaanwijzing van uw afstandsbediening. De zenderantenne moet bij 35/40MHz-afstandsbedieningen volledig
ingeschoven zijn en de ontvangstantenne, die aan het rompuiteinde (bij 35/40MHz-afstandsbedieningen) uitsteekt en tijdens het vliegen nagesleept wordt, mag
niet opgerold, omgebogen of zelfs afgesneden zijn.

b) De eerste start

Zoek voor de eerste start een helper, die het elektromodel achter de vleugels vasthoudt en het model pas met een krachtige worp tegen de wind in los laat
wanneer de motor op vol vermogen draait.
Onze tip: Om de vliegpositie van uw model nauwkeurig te kunnen zien, gaat u het beste met iets afstand achter uw helper staan en kijkt u precies in de
vliegrichting van het startende model.
Bij een correcte montage zal het model na even doorzakken met een vlakke hoek snel opstijgen. Probeer hierbij zo min mogelijk te sturen. Pas wanneer het
model vanzelf zijn vliegpositie verandert en bijv. een bocht vliegt, te snel stijgt of de neus naar beneden wil drukken, corrigeert u de vliegpositie met de
noodzakelijke stuurcommando's. Voor de fijngevoelige correctie van de vliegpositie en voor doelgerichte richtingswijzigingen uit de normale vliegpositie zijn
slechts kleine resp. korte knuppelbewegingen bij de zender vereist.
Let op!
Let bij het vliegen altijd op een voldoende vliegsnelheid. Door te sterk aan de stuurknuppel van het hoogteroer te trekken wordt het model te
langzaam en kan over een draagvlak heen gaan kapsijzen.
Vlieg daarom in het begin met voldoende veiligheidshoogte om aan het besturingsgedrag van het model te kunnen wennen. Opdat de eerste landing probleemloos
zou verlopen, moet u meerdere keren na elkaar op voldoende veiligheidshoogte, Telkens met de wind mee en ook tegen de wind in, door verminderen van de
vliegsnelheid (motorvermogen verminderen) en het gelijktijdig „hoogte houden" het stall-gedrag van het model testen.
Een tolvlucht (ook wel loslating van de overtreksnelheid) is een niet meer controleerbare vliegtoestand wegens onvoldoende luchtstroming en wordt gekenmerkt
door een zijwaarts overtrekken van een vleugel. Het overtrekken geeft dus de laagst mogelijke vliegsnelheid aan (met de wind mee en tegen de wind in) waarbij
het model door de nog aanwezige luchtstroming rondom de vleugels nog bestuurbaar is. Het behalen van deze grenssituatie is voor de latere landing een
waardevol kenmerk voor de keuze van de landingssnelheid.
Probeer echter niet te ver weg te vliegen om te allen tijde de vliegpositie duidelijk te kunnen beoordelen.
10,5 mm naar beneden
15 mm naar beneden
18 mm naar rechts
103

Werbung

Inhaltsverzeichnis
loading

Inhaltsverzeichnis