Geluidsvermogensniveau L
Geluidsdrukniveau L
pA
Onzekerheid K
wA/pA
7.
Voor de ingebruikname
• Controleer vóór het aansluiten of de specificaties op
het typeplaatje overeenkomen met de gegevens van
het stroomnet.
• Controleer het apparaat op transportschade. Meld
eventuele schade direct bij het transportbedrijf dat de
compressor heeft bezorgd.
• De opstelling van de compressor moet nabij de
verbruiker plaatsvinden.
• Lange
luchtleidingen
(verlengsnoeren) moeten worden voorkomen.
• Let er op dat de aanzuiglucht droog en stofvrij is.
• De compressor niet in vochtige of natte ruimtes
opstellen.
• De compressor mag slechts in gepaste ruimten
(goed geventileerd, omgevingstemperatuur +5°C
tot 40°C) worden gebruikt. In de ruimte mag geen
sprake zijn van stof, zuren, dampen, explosieve of
brandbare gassen.
• De compressor is geschikt voor gebruik in droge
ruimtes. In het bereik waar met spatwater wordt
gewerkt, is gebruik niet toegestaan.
• De compressor mag alleen kortstondig, bij droge
omgevingscondities, buitenshuis worden gebruikt.
• De compressor moet altijd droog worden gehouden
en mag na de werkzaamheden niet buitenshuis
achter worden geladen.
8. Montage en bediening
m Let op!
Het apparaat moet voor de ingebruikname volledig
zijn gemonteerd!
Voor de montage heb je nodig:
• Steeksleutel (niet meegeleverd)
8.1 Montage van de standaard (afb. 2 / 2.1)
• Monteer de bijbehorende standaard (10) zoals in
afbeelding 2.1 wordt weergegeven.
97 dB
wA
76,17 dB
0,73 dB
en
lange
snoeren
www.scheppach.com
8.2 Montage van de wielen (afb. 3 / 3.1)
• Monteer de bijbehorende wielen (8) zoals in
afbeelding 3.1 wordt weergegeven.
9.
Ingebruikname
9.1 Aan/uit-schakelaar (afb. 1)
Zet de aan/uit-schakelaar (6) op I om de compressor in
te schakelen. Zet de aan/uit-schakelaar op O om deze
uit te schakelen.
9.2 Drukinstelling: (afb. 5)
Met de drukregelaar (3) wordt de druk op de manometer
(4) ingesteld.
De ingestelde druk kan bij de snelkoppeling (2) worden
afgelezen.
Op de manometer (4) kunt u de keteldruk aflezen.
De keteldruk wordt afgelezen bij de snelkoppeling (2).
9.3 Aflaten van de overdruk na afloop van de
werkzaamheden
Laat de overdruk in de compressor ontsnappen door
de compressor uit te schakelen en de nog aanwezige
perslucht in het drukvat te gebruiken, bijv. een
persluchtgereedschap op stationair toerental of met
een luchtpistool.
9.4 Netaansluiting
• De compressor is voorzien van een netsnoer met
een geaarde stekker. Deze kan op elke geaard
stopcontact 230 V ~ 50 Hz, welke met 16 A is
afgezekerd, worden aangesloten.
• Let bij de ingebruikname er op dat de netspanning
overeenkomt met de bedrijfsspanning met het
machinevermogen overeenkomstig de gegevens op
het gegevensplaatje van de machine.
• Lange toevoerleidingen, alsook verlengstukken,
kabelhaspels enz. veroorzaken spanningsverlies en
kunnen het starten van de motor verhinderen.
• Bij lage temperaturen onder +5°C wordt het starten
van de motor door zwaar lopen in gevaar gebracht.
10. Elektrische aansluiting
De geïnstalleerde elektromotor is bedrijfsklaar
aangesloten. De aansluiting voldoet aan de
relevante
VDE-
en
netaansluiting van de klant en het gebruikte
verlengsnoer
moeten
voorschriften voldoen.
DIN-voorschriften.
De
eveneens
aan
deze
NL | 61