natuurlijke slijtage neemt het maximale presta-
tievermogen van de accu af. Gedurende een
periode van twee jaar of tot het bereiken van
500 laadcycli zal de accu maximaal 70%
van zijn oorspronkelijk prestatievermogen
behouden.
• Remvoeringen (34, afb. O) zijn onderhe-
vig aan een bepaalde mate aan slijtage. Ver-
vang de remvoeringen uiterlijk na 5000 km
en dit onafhankelijk van de slijtagegraad. De
slijtage wordt u gewaar door metaalachtige
geluiden en/of een verlies van de remkracht.
De dikte van de remvoeringen dienst minstens
2,5 mm te bedragen. De vervanging van de
remvoeringen kan bij ritten op bergachtige
terreinen op kortere afstanden noodzakelijk
worden, omdat de remvoeringen duidelijk
meer belast worden. Een regelmatige controle
vóór elke rit is daarom absoluut noodzakelijk.
• De slijtage van de derailleur (afb. P) hangt
af van verzorging, onderhoud en rijprestaties.
De houdbaarheid van de individuele compo-
nenten van de derailleur hangt in ruime mate
af van externe invloeden en omgevingsomstan-
digheden.
Reinig de bedieningselementen met behulp
van een vochtige doek. Verwijder ruwe vormen
van vervuiling aan toegankelijke onderdelen
van de schakelbare versnellingen met behulp
van een vochtige doek of een zachte borstel.
Smeer de onderdelen van de schakelbare
versnellingen na de reiniging met geschikt
smeermiddel, bv. met universele olie, in. Ver-
wijder overtollig smeermiddel onmiddellijk om
verontreiniging en milieubelasting te vermijden.
• Remschijven (21)
Vervang versleten remschijven. De slijtage
wordt u gewaar door een afname van de
remkracht. De schijfdikte mag bovendien niet
minder dan 1,4 mm bedragen. Meet op regel-
matige tijdstippen de schijfdikte na.
• Banden (19) en slangen zijn onderhevig
aan een relatief aanzienlijke slijtage die
door de gebruiker in ruime mate beïnvloed
wordt. De levensduur van een band wordt
aanzienlijk verkort door fel te remmen, wat
tot het blokkeren van het wiel leidt. Zodra de
anti-leklaag op het loopvlak zichtbaar wordt,
is de band versleten en moet deze vervangen
worden. Omdat de dikte van het loopvlak de
lekbestendigheid beïnvloedt, is het zinvol om
de band reeds vooraf te wisselen. Voor de
vervanging van de binnenbanden kunt u een
willekeurige binnenband met autoventiel (AV)
gebruiken die met de bandenmaat 50--584
(27,5x2 duim) compatibel is.
• Om beschadigingen aan de velgen (20)
vroegtijdig waar te nemen, omdat scheuren
etc. door vuil afgedekt kunnen worden, reinigt
u deze regelmatig.
Lekke band
In elke fietsband bevindt er zich een slang. Bij
een lekke band gaat u als volgt te werk:
Voorwiel demonteren (afb. Q)
1. Verwijder aan weerszijden de schroefmoeren
(28) van de achterwielas met een (niet in het le-
veringspakket inbegrepen) steeksleutel (18 mm).
2. Verwijder het voorwiel (9).
60
NL/BE
Achterwiel demonteren (afb. S)
Belangrijk: Let er altijd op dat uw EPAC bij
reparaties uitgeschakeld is en niet per ongeluk
ingeschakeld kan worden.
1. Schakel naar de hoogste versnelling, d.w.z.
naar het kleinste tandwiel.
2. Verwijder aan weerszijden de schroefmoeren
(28) van de achterwielas met een (niet in het le-
veringspakket inbegrepen) steeksleutel (18 mm).
Belangrijk: Neem de correcte aanhaalmomen-
ten in acht. In de paragraaf „Technische gege-
vens" worden alle aanhaalmomenten vermeld.
3. Maak de steekverbinding (38) met een
kettingtang los.
4. Verwijder de herbruikbare bevestigingsclip (39)
met behulp van een geschikte (niet in het leve-
ringspakket inbegrepen) schroevendraaier.
5. Trek de derailleur (26) naar achteren. De
ketting komt daardoor los van het kleinste
tandwiel.
6. Verwijder het achterwiel (10) uit het frame en
let erop dat de ketting niet kantelt of bescha-
digd wordt.
Slang repareren
1. Duw het ventiel erin en pers de lucht uit de slang.
2. Los de band (19) aan één zijde met een
bandenlichter van de velg (20) en verwijder
de defecte slang.
3. Pomp de nieuwe of gerepareerde slang licht-
jes op en leg deze in de band.
Opmerking: Let er bij het oppompen op dat de
slang niet tussen band en velgrand gekneld is.
Opmerking: Bedien bij gedemonteerde wielen
niet de rem of gebruik een transportbeveiliging,
omdat anders de remschoenen sluiten.
4. Leid het ventiel door het ventielgat in de velg.
5. Trek de banden over beide zijden van de velg
en draai de wartelmoer vast aan.
Voorwiel monteren
1. Breng het voorwiel (9) weer aan.
2. Let erop dat de remschijf (21) correct in het
remzadel aangebracht is.
3. Bevestig het voorwiel met de inbussleutel (4).
Achterwiel monteren
1. Trek de derailleur naar achteren en breng het
achterwiel (10) weer aan.
Let daarbij op dat de ketting in de correcte po-
sitie is en zich op het kleinste tandwiel bevindt.
2. Draai de schroefmoeren vast aan.
Belangrijk: Neem de correcte aanhaalmo-
menten in acht. In de paragraaf „Technische
gegevens" worden alle aanhaalmomenten
vermeld.
3. Steek de steekverbinding (38) bijeen.
4. Beveilig de kabel van de steekverbinding met
de bevestigingsclip (39).
Opslag, reiniging
Berg het artikel op een droge en stofvrije plaats
zonder direct zonlicht op. Verwijder de accu bij
niet-gebruik.
Een reiniging van het artikel dient telkens na
100 tot 150 km of direct telkens na gebruik op
een modderige of zoutige ondergrond plaats te
vinden. Gebruik voor de reiniging van het artikel
een lichtjes bevochtigde doek en vermijd het
contact met water.
BELANGRIJK! Reinig nooit met agressieve reini-
gingsmiddelen.
Gebruik voor de reiniging van het artikel nooit
een hogedrukreiniger of stoomstraler. De sterke
waterstraal zou de elektrische aandrijfcompo-
nenten en de fijne lageringen van de resterende
componenten kunnen beschadigen.
Transport
• Neem bij het transport van de accu de telkens
geldende voorschriften voor gevaarlijke
goederen in acht.
• Transporteer de EPAC uitsluitend met geschik-
te fietsdragers (achter- of dakdragers) aan de
auto. Verwijder in ieder geval de accu vóór
het transport van de EPAC aan of in de auto.
Aanwijzingen voor de afval-
verwijdering
Het symbool met de doorge-
streepte afvalcontainer duidt
erop dat elektrische en elektroni-
sche apparaten niet samen met
het huisvuil afgevoerd mogen worden. Consu-
menten zijn wettelijk verplicht, elektrische en
elektronische apparaten op het einde van hun
levensduur gescheiden van het ongesorteerde
huishoudelijke afval in te zamelen. Op deze
wijze wordt een milieuvriendelijke en hulpbron-
nenefficiënte verwerking gevrijwaard.
Batterijen en accumulatoren die niet vast door
het elektrische of elektronische apparaat om-
sloten zijn en niet-destructief verwijderd kunnen
worden, dienen vóór afgifte van het apparaat
op een inzamelpunt daarvan gescheiden en
gerecycled te worden. Hetzelfde geldt voor
lampen die niet-destructief uit het apparaat
verwijderd kunnen worden.
Eigenaars van elektrische en elektronische appa-
raten uit particuliere huishoudens kunnen deze
op de inzamelpunten van de publiekrechtelijke
afvalverwerkende instanties of op de door de
fabrikanten of distributeurs in de zin van de Duit-
se wet betreffende elektrische en elektronische
apparaten (ElektroG) ter beschikking gestelde
inzamelpunten afgeven. De afgifte van oude
apparaten is kosteloos.
Verplicht tot terugname zijn dealers met een
verkoopoppervlakte van minstens 400 m
elektrische en elektronische apparaten. Hetzelf-
de geldt voor kruidenierswinkels met een totale
verkoopoppervlakte van minstens 800 m
zover ze voortdurend of tenminste meermaals
per jaar elektrische en elektronische apparaten
aanbieden. Eveneens verplicht tot terugname
zijn externe dealers met een opslagruimte van
minstens 400 m
voor elektrische en elektroni-
2
sche apparaten of met een totale opslagruimte
van minstens 800 m
. Over het algemeen
2
hebben distributeurs de plicht om de kosteloze
terugname van oude apparaten door geschik-
te terugnamemogelijkheden op een redelijke
afstand te garanderen.
Consumenten hebben de mogelijkheid van
een kosteloze afgifte van een oud apparaat
bij een tot terugname verplichte distributeur als
ze een gelijkwaardig nieuw apparaat met een
in hoofdzaak identieke functie hebben. Deze
mogelijkheid bestaat ook bij leveringen aan een
particulier huishouden. In de externe handel is
de mogelijkheid van een kosteloze afhaling bij
2
voor
, voor
2