Installatieopening Voor De Flens; Aansluiting Centrale Verwarming; Belangrijke Montage-Instructies - Panasonic PAW-TA20C1E5C Technisches Handbuch

PAW-TA20C1E5C

4. INSTALLATIEOPENING VOOR DE FLENS

Ketelflens Ø 180 (vrije breedte Ø 117 mm, steekcirkeldiameter Ø 150 mm, 8 x M12)
De schroeven moeten kruisgewijs met een koppel van 23 Nm tot 25 Nm worden aangetrokken.

5. AANSLUITING CENTRALE VERWARMING

Voor de ingebruikname moet het buizensysteem worden gespoeld om mogelijke verontreinigingen (bijv. licht ontvlambare
stoffen) uit het verwarmingscircuit te verwijderen. Het warme water moet volgens de nationale voorschriften en normen
(bijv. ÖNORM H5195-1) bij de ingebruikneming worden voorbereid en voldoen aan de voorschriften.
Reservoir met buizensysteem
De in het reservoir ingebouwde warmwaterwisselaars van gladde buizen kunnen aan een warmwaterverwarming worden
aangesloten, als de druk en de temperatuur overeenkomen met de op het typeplaatje aangegeven gegevens. Een gefor-
ceerde circulatie door middel van een pomp is vereist.
Bij de installatie van een warmwaterbereider met buizensysteem moet in de voorloop een afsluitorgaan worden gemon-
teerd, zodat bij een uitgeschakelde centrale verwarming en waterpompen het terugverwarmen in het verwarmingscircuit
wordt voorkomen. In geen geval mogen echter voor- en terugloop worden afgesloten, omdat het water dat zich in het
buizensysteem bevindt, dan niet kan uitzetten. Er bestaat dan een gevaar op beschadiging van de warmtewisselaar. De
warmtewisselaar van gladde buizen moet voor de eerste installatie goed worden gespoeld (wij raden bovendien de inbouw
van een vuilfilter aan).

6. BELANGRIJKE MONTAGE-INSTRUCTIES

Bij de montage van het apparaat moeten de schaaltekeningen en eventueel meegeleverde waarschuwingsbordjes in acht
worden genomen.
LET OP: Het gewicht van de warmwaterbereider inclusief het gewicht van de watervulling (de nominale inhoud) moet in acht
worden genomen bij het belastingtechnische en sterkte-gerelateerde ontwerp van het montageoppervlak van het apparaat
of voor de keuze van de montageplaats.
Afstanden tot brandinstallaties kunnen uit de fabrieksdocumentatie en de desbetreffende verordeningen worden gehaald.
As een warmwaterbereider voorzien is van montages (bekleding) en in kleine, nauwe ruimten of op tussenverdiepingen
en dergelijke is gemonteerd, moet er altijd op gelet worden dat de aansluitlijst van het apparaat (wateraansluitingen) vrij
toegankelijk blijft en er geen warmteophoping ontstaat.
Bij de keuze of volgorde van de op de installatieplek gebruikte installatiematerialen moet er volgens de regels van de techniek
rekening worden gehouden met eventueel mogelijke elektrochemische processen (menginstallaties)! De potentiaalveref-
fening van de buisleidingen moet plaatsvinden volgens DIN 50927.
Dit soort corrosie leidt tot de vorming van corrosie-elementen. In corrosie-elementen is een spanning aanwezig tussen het
anode- en kathodebereik. De verlopende processen zijn van elkaar afhankelijk, maar kunnen toch verschillend van elkaar
en extern plaatsvinden. Corrosie-elementen kunnen door verschillende potentialen voorkomen, zoals ook het geval is bij
contactcorrosie. Daarbij staan verschillende metalen via een ionengeleidend medium (water) met elkaar in geleidend contact.
Als bijzonder agressief water aanwezig is op de plek van installatie en speciale oplossingen vereist, moet ook de eventuele
noodzaak voor speciale uitvoeringen van het reservoir worden gecontroleerd (neem bij vragen contact op met onze verte-
genwoordigers of onze adviseurs).
Het niet in acht nemen van deze voorschriften staat in het geval van schade voor ondeskundig gebruik en daarmee vervalt
ook de garantie.
Dit apparaat is er niet voor bestemd om door personen (waaronder kinderen) met beperkte fysieke, motorische of geestelijke
mogelijkheden of tekort aan ervaring en/ of tekort aan kennis worden gebruikt. Alleen indien zij voor hun veiligheid onder
toezicht staan van een bevoegd persoon en hier aanwijzingen van ontvangen over hoe zij het apparaat kunnen gebruiken,
mogen zij het apparaat gebruiken. Kinderen moeten onder toezicht staan om te garanderen dat zij niet met het apparaat
spelen.
De installatie-exploitant moet garanderen dat er geen gevaar voor niet-geïnstrueerde personen kan uitgaan van het gebruik
van de inrichtingen door verbranden aan heet water.
148
Id.Nr. 248611-3