Ventilatie-Aansluiting - Panasonic PAW-TA20C1E5C Technisches Handbuch

De wateraansluiting mag uitsluitend plaatsvinden via een geteste membraanveiligheidsklep of een combinatie membraan-
veiligheidsklep en aansluitkraan (geen zuigerklep) voor drukvaste reservoirs! Een veiligheidsklepcombinatie bestaat uit
afsluit-, test-, retour-, aftap- en veiligheidskleppen met expansiewaterafvoer en wordt gemonteerd tussen de koudwatertoe-
voerleiding en de koudwatertoevoer van het reservoir in de getoonde volgorde:
Aansluiting van het reservoir volgens DIN 1988 of ÖNORM B2531:
In principe moet het volgende in acht worden genomen:
Om een probleemloos functioneren van de aansluitkraan te garanderen mag dit uitsluitend in vorstvrije ruimten worden
gemonteerd. De afvoer van de veiligheidsklep moet open en inspecteerbaar zijn en de afvoerleiding van de druppelvanger
(expansiewatertrechter) moet in het afvoerwaterkanaal worden geleid, zodat noch vorst noch verstopping door vuil en
dergelijke een storing kan veroorzaken. Er dient te worden gegarandeerd dat de druppelopvangbak of een ontwateringsin-
richting vrij is van afzettingen en vervuiling.
Tussen de veiligheidsklep en de koudwatertoevoer van het reservoir mag geen afsluitklep of een andere smoorklep worden
gemonteerd.
De aftapopeningen van de veiligheidsklep (verbruikswater en verwarmingscircuits) moeten uitkomen in een desbetreffende
ontwateringsinrichting, zodat eventuele schade door uittreden van bedrijfsvloeistof wordt voorkomen.
De veiligheidsklep moet op een druk ingesteld zijn, die onder de nominale druk van het reservoir ligt. Voor de laatste
aansluiting van het reservoir moet de koudwatertoevoerleiding worden uitgespoeld.
Na een succesvolle wateraansluiting en het luchtvrij vullen van het reservoir moet de aansluitkraan op functioneren worden
gecontroleerd.
Bij het optillen of draaien (luchten) van de testknop van de veiligheidsklep moet het water probleemloos en zonder ophoping
door de afvoertrechter voor het expansiewater kunnen weglopen.
Om de retourklep te controleren wordt de afsluitklep gesloten. Er mag uit de geopende testklep geen water stromen. De test
van de veiligheidsklep moet plaatsvinden volgens DIN 1988 of ÖNORM B2531.
De bediening van het reservoir vindt plaats via de warmwaterklep van de gebruikskraan (mengkraan). Het reservoir staat
daarom voortdurend onder vermogensdruk. Om de binnenketel bij verwarming tegen overdruk te beschermen wordt het
uittredend expansiewater bij elke verwarming via de veiligheidsklep afgevoerd. De retourklep voorkomt dat bij het wegvallen
van de vermogensdruk het warmwater niet kan terugstromen in de koudwaterleiding en beschermt zodoende de ketel
tegen verwarmen zonder water.
Door de afsluitklep kan het reservoir van de koudwaterleiding worden gescheiden en daarmee ook van de druk, en kan even-
tueel door de aftapklep worden geleegd.
Om een probleemloze reparatie, demontage of vervanging van het apparaat mogelijk te maken, is het noodzakelijk dat de
aansluiting van het reservoir met een verwijderbare verbinding (Hollander) wordt gemaakt.
Lekkages van het reservoir, als gevolg van een incorrecte aansluiting, en de schade en gevolgschade die hierdoor is ontstaan,
zijn uitgesloten van de garantie en de productaansprakelijkheid.

3. VENTILATIE-AANSLUITING

Vanwege aanzienlijke energieverliezen dient een ventilatie-aansluiting zo mogelijk te worden vermeden. Als in een wijd-
vertakt verbruikswaterleiding een ventilatie-aansluiting wordt vereist, dient deze goed te worden geïsoleerd en dient de
ventilatiepomp via een tijdschakelaar en thermostaat te worden geregeld. De schakeltemperatuur van de thermostaat moet
laag worden gezet (45 °C). De ventilatiesteun dient te worden voorzien van een buitendraad.
Id.Nr. 248611-3
Reservoir
147
PAW-TA20C1E5C