Integra Codman CereLink Bedienungsanleitung Seite 416

NL – NEDERLANDS
INSTELLING VOOR KLINISCH GEBRUIK
Alarmen
De ICP-monitor activeert drie soorten audiovisuele alarmen om problemen aan te geven die onmiddellijke aandacht vereisen:
1. Fysiologische alarmen
LET OP: U kunt het fysiologisch alarm uitschakelen door het handmatig uit te zetten of door extreme limieten te selecteren.
Waarschuwt dat de gemiddelde ICP-waarde van de patiënt uw ingestelde alarmdrempel heeft overschreden. U kunt fysiologische
alarmen tijdelijk dempen door de dempknop aan de voorzijde van het apparaat 3 minuten ingedrukt te houden (zie afbeelding 1).
Deze alarmen worden samen met de historische trendgegevens opgeslagen en kunnen via USB worden opgehaald (zie het hoofdstuk
Gegevens downloaden).
OPMERKING: Op elk moment dat u een sensor aansluit, kunt u de alarmfunctionaliteit testen door de alarmlimiet onder de
ICP-waarde in te stellen.
2. Systeemwaarschuwingen
Waarschuwt voor situaties waarbij u actie dient te ondernemen, zoals:
a. Nieuwe ICP-sensor aangesloten. U moet bevestigen dat oude gegevens kunnen worden gewist. Anders moet u de sensor
loskoppelen.
b. ICP-sensor losgekoppeld van de verlengkabel.
c. Fout in ICP-sensor.
d. Maximum aantal screenshots bereikt. Oudste beeld wordt overschreven.
e. Limiet van trendgegevens voor gemiddelde ICP bereikt. Oudste gegevens worden overschreven.
f. Batterijlading op 10%.
3. Alarm voor systeemstoring
Waarschuwt dat er een systeemstoring is opgetreden en in het algemeen dat u het apparaat niet meer kunt gebruiken. Neem contact
op met de technische ondersteuning voor verdere instructies (zie het hoofdstuk Problemen oplossen).
Alarmprioriteit
Alarmtype Alarmprioriteit Actie
Alarmen voor Gemiddeld
systeemstoring Overschrijft alle
andere alarmen.
Fysiologisch alarmen Gemiddeld
Overschrijft
systeemwaar-
schuwingen.
Systeemwaarschu- Laag
wingen
De ICP van de patiënt wordt
niet verder bewaakt.
Los het probleem van het
systeem op, want mogelijk
kunt u dit niet meer
gebruiken.
De ICP van de patiënt heeft
de alarmlimiet overschreden.
U dient snel aandacht te
besteden aan de patiënt
om mogelijke schade te
voorkomen.
ICP-bewaking kan stoppen
om technische redenen
(bijvoorbeeld sensor
losgekoppeld, batterij bijna
leeg).
U dient snel aandacht te
besteden aan het apparaat
om potentieel gevaar te
voorkomen.
416
Auditieve indicator Visuele indicator
Stroom van Het indicatielampje voor fouten
5 pulsen met een gaat branden en er wordt een
maximaal volume geel scherm met de foutcode
van 60 dBA (tijdens weergegeven.
actieve ICP- Het alarmbaken gaat geel branden
bewaking). (tijdens actieve ICP-bewaking).
Stroom van Alarmbaken knippert geel
5 pulsen met een ICP-waarde knippert.
maximaal volume Actief alarm: dempknop knippert
van 60 dBA. geel terwijl geluidssignaal klinkt.
Audio gepauzeerd: dempingsknop
brandt geel (knippert niet).
Stroom van Er verschijnt een pop-upbericht
3 pulsen met een met het waarschuwingstype op het
maximaal volume scherm. Het apparaat wacht totdat
van 60 dBA. u iets onderneemt.