Voorzorgsmaatregelen - Integra Codman CereLink Bedienungsanleitung

SYSTEEMOVERZICHT
• De ICP-monitor bevat een lithium-ionbatterij:
• Open het batterijcompartiment niet en probeer de batterij niet te vervangen terwijl u een patiënt bewaakt of terwijl het
apparaat is aangesloten op de netvoeding.
• Gebruik onder extreme omstandigheden (bijvoorbeeld extreme temperatuur, hoge vochtigheidsgraad, diepe ontlading) kan de
prestaties van de batterij verminderen.
• Doorboor de batterij niet.
• Gooi de batterij niet in het vuur.
• Maak geen kortsluiting in de batterijcontacten omdat de batterij heet kan worden, kan lekken, kan ontbranden of kan exploderen.
• Gebruik de ICP-monitor alleen in combinatie met door Codman goedgekeurde batterijen die vermeld staan in de hoofdstukken
Aanbevolen accessoires en Informatie over bijbestellen. Indien u een andere batterij gebruikt, kan dit brand of een ontploffing
veroorzaken.
• Het apparaat kan tijdens de normale werking warm worden en de oppervlaktetemperatuur kan oplopen tot 50
contact met het apparaat (minder dan 5 minuten) om warmteproblemen te voorkomen. Het apparaat voldoet aan de temperatuurlimieten
voor door de gebruiker toegankelijke oppervlakten die zijn vastgelegd in de internationale veiligheidsnormen (IEC 60601- 1).

Voorzorgsmaatregelen

• Wees altijd voorzichtig wanneer u de CereLink ICP-monitor gebruikt.
• Controleer alle stekkers en aansluitingen routinematig. Gebruik deze niet als ze beschadigd zijn.
• Gebruik in combinatie met de ICP-monitor uitsluitend door Codman goedgekeurde en in de hoofdstukken Aanbevolen accessoires en
Informatie over bijbestellen vermelde accessoires, met inbegrip van de verlengkabel, interfacekabels, ICP-sensoren, voedingsbron en
batterij.
• Zorg dat het batterijdeksel tijdens het gebruik van de ICP-monitor goed gesloten is om letsel bij de patiënt, de gebruiker of andere
personen te voorkomen.
• Controleer bij het vastklemmen van de ICP-monitor aan de infuuspaal altijd of deze goed vastzit om letsel bij de patiënt, de gebruiker
of andere personen of schade aan de ICP-monitor te voorkomen.
• Zorg dat de CereLink-voedingsbron geaard is (zie afbeelding 14 in het gedeelte Initiële opstelling):
• Gebruik uitsluitend de CereLink-voedingsbron. Deze is afhankelijk van de geografische regio voorzien van drie of meer elektrische
pennen/contacten.
• Sluit de CereLink uitsluitend op aansluitingen van ziekenhuiskwaliteit aan.
• Probeer de aarding van het netsnoer van de CereLink-voedingsbron niet met een adapter te omzeilen.
• OPMERKING: Als de CereLink ICP-monitor niet op de juiste manier op een geaarde voedingsbron wordt aangesloten, kan dit de
nauwkeurigheid en de prestaties van de drukwaarden beïnvloeden.
• Zorg dat de patiëntenmonitor op een goed geaarde voedingsbron is aangesloten.
• De connectors voor de interfacekabel en verlengkabel moeten op de juiste wijze met de aansluitingen op de ICP-monitor uitgelijnd
zijn alvorens deze delen op elkaar aan te sluiten. Verdraai de kabelconnector NIET. Als de connector wordt verdraaid, raken de pennen
beschadigd waardoor de werking van het product kan worden aangetast.
• De signaalverwerkingsalgoritmen die voor de detectie en weergave van fysiologische drukgegevens worden gebruikt, kunnen per type
en model bedsidemonitor verschillen. Door de ICP-monitor weergegeven drukgegevens komen daarom mogelijk niet altijd overeen
met de gegevens die op een extern aangesloten bedsidemonitor worden weergegeven. Raadpleeg de gebruikershandleiding van de
fabrikant van de bedsidemonitor voor specifieke informatie over signaalverwerking, kalibratie en nauwkeurigheid.
• De ICP-sensor moet voorafgaand aan implantatie bij atmosferische druk op nul worden ingesteld.
• Dit apparaat moet worden gebruikt in omgevingen die voldoen aan de in bijlage A in deze handleiding (Elektromagnetische omgeving
– richtlijnen) vermelde richtlijnen.
• Blootstelling aan ESD (Electrostatic Discharge Energy) of elektrostatische ontlading kan de op het apparaat aangesloten ICP-sensor
beschadigen. Raadpleeg de gebruiksaanwijzing van de ICP-sensor voor meer informatie.
• De ICP-sensor is gevoelig voor schade als gevolg van defibrillatie. Mogelijk moet de sensor worden vervangen voordat ICP-bewaking
kan worden hervat.
• Koppel de ICP-monitor los van de ICP-sensor alvorens elektrochirurgische apparatuur te gebruiken. Door het gebruik van
elektrochirurgische apparatuur (bijvoorbeeld monopolair, bipolair, diathermie) kunnen de ICP-monitor en ICP-sensor beschadigd
raken indien deze aangesloten zijn.
• Gebruik uitsluitend de USB-poort om gegevens te downloaden of streamen. De enige apparaten die op de USB-poort kunnen worden
aangesloten zijn:
• USB-stick of USB-flashstation.
• USB-serieel-adapter (zie het hoofdstuk Aanbevolen accessoires), aangesloten op een computer die op een goed geaard
stopcontact is aangesloten (zie afbeelding 23 in bijlage C).
• Koppel de ICP-monitor altijd alvorens de buitenkant te reinigen van de voedingsbron los.
• De ICP-monitor mag niet worden gesteriliseerd.
401
NL – NEDERLANDS
C. Vermijd langdurig huid-
o