Gasmeetinstrument In- Of Uitschakelen; Eerste Inbedrijfname; Gasmeetinstrument Inschakelen; Gasmeetinstrument Uitschakelen - Dräger X-am 3500 Gebrauchsanweisung

|
nl Bedrijf
4.4 Gasmeetinstrument in- of
uitschakelen

4.4.1 Eerste inbedrijfname

Als het gasmeetinstrument voor de eerste keer wordt
ingeschakeld, wordt een assistent gestart. De assistent
begeleidt de instellingsprocedure voor het
gasmeetinstrument:
– Evt. taalkeuze
– Datumnotatie en datum
– Tijd
Voer daarna een eerste kalibratie uit. Zie voor aanvullende
informatie: "Gasmeetinstrument kalibreren", pagina 135.

4.4.2 Gasmeetinstrument inschakelen

1. De OK-toets ca. 3 s ingedrukt houden.
 Op het display wordt een countdown weergegeven.
 De inschakelvolgorde en de opwarmfase van de
sensoren starten.
De volgende weergaven worden achtereenvolgens getoond:
– Startbeeldscherm
– Firmware-versie
– Displaytest (display wordt afwisselend zwart en wit
weergegeven)
– Alarmelemententest (LEDs, alarmsignaal en
vibratiealarm)
– Klantspecifiek infoscherm (optioneel en configureerbaar
met PC-software Dräger CC-Vision)
– Alarmgrenzen, STEL, TWA (indien geconfigureerd) en
LEL-factor (indien aanwezig)
– Evt. verstreken bumptest- of kalibratie-intervallen en
voorwaarschuwingen (indien geconfigureerd)
– Meetweergave
De resterende opwarmtijd van de sensoren wordt linksboven
in het gele vakje weergegeven.
WAARSCHUWING
Foutieve apparaatfuncties/-instellingen!
Foutieve apparaatfuncties/-instellingen kunnen leiden tot
levens- en/of explosiegevaar.
► Voorafgaand aan elk gebruik controleren, of de
displayelementen, alarmfuncties en informatie correct
worden weergegeven. Als één van de bovengenoemde
items niet correct werkt of onjuist is, dan het
gasmeetinstrument niet gebruiken en laten controleren.
In de opwarmfase van de sensoren worden de volgende
functies geactiveerd:
– Meetwaarden knipperen
– Gele LED brandt
128
– Waarschuwing wordt getoond
 Het gasmeetinstrument is klaar om te meten zodra de
meetwaarden niet meer knipperen en de gele LED niet
langer brandt. De waarschuwing wordt evt. nog steeds
getoond als er waarschuwingen zijn. Zie voor aanvullende
informatie: "Informatie oproepen", pagina 131.
Tijdens de opwarmfase vindt er geen alarmering plaats!

4.4.3 Gasmeetinstrument uitschakelen

1. ▲ en ▼ gelijktijdig ingedrukt houden totdat de getoonde
countdown is afgelopen.
 Gedurende korte tijd wordt een optisch-, akoestisch-
en vibratiealarm geactiveerd.
 Het gasmeetinstrument is uitgeschakeld.
Of
1. In de meetmodus selecteren en de dialoog bevestigen.
2. Uitschakelen selecteren en bevestigen.
Het uitschakelen van het gasmeetinstrument zonder
voorafgaande aanmelding is alleen mogelijk, als de functie
Uitschakelen toegestaan met behulp van de PC-software
Dräger CC-Vision is geactiveerd. Fabrieksinstelling:
geactiveerd
Als het gasmeetinstrument in de lader wordt geplaatst,
wordt deze automatisch uitgeschakeld (fabrieksinstelling).
Optioneel kan deze instelling met behulp van de PC-software
Dräger CC-Vision worden geactiveerd.
Als het gasmeetinstrument langer dan 21 dagen is
uitgeschakeld en niet wordt opgeladen, wordt automatisch de
diepe slaapmodus geactiveerd. Het gasmeetinstrument kan in
de diepe slaapmodus niet langer automatisch met behulp van
de PC-software Dräger CC-Vision of de Dräger X-dock
worden ingeschakeld. Schakel in dit geval het
gasmeetinstrument handmatig in. De sensoren doorlopen
vervolgens hun opwarmfase.
4.5

Gebruiker aan- of afmelden

Het gasmeetinstrument heeft 4 configureerbare
gebruikersniveaus. De gebruikersniveaus kunnen met behulp
van de PC-software Dräger CC-Vision worden
geconfigureerd. Gebruikersniveau 0 betekent dat de
gebruiker niet is aangemeld. De gebruikersniveaus 1 t/m 3
hebben een wachtwoord nodig voor het aanmelden.
Standaard zijn de volgende wachtwoorden aangemaakt:
Gebruikersniveau 1:
Gebruikersniveau 2:
Gebruikersniveau 3:
Dräger adviseert om na de eerste ingebruikname de
vooringestelde wachtwoorden te wijzigen.
Gebruiksaanwijzing
0001
0002
0003
®
|
X-am 3500