Fabrieksinstellingen; Apparaat- En Sensorinstellingen - Dräger X-am 3500 Gebrauchsanweisung

|
nl Instrumentinstellingen
6.1

Fabrieksinstellingen

Afwijkende instellingen kunnen bij bestelling klantspecifiek
worden geselecteerd. De instelling kan met de PC-software
Dräger CC-Vision worden gecontroleerd en gewijzigd.
De gewijzigde parameterinstellingen moeten na de
verzending op het gasmeetinstrument worden gecontroleerd
om er zeker van te zijn dat de waarden juist zijn verzonden.
Parameters die niet op het gasmeetinstrument kunnen
worden bekeken, moeten na wijziging met behulp van de PC-
software Dräger CC-Vision worden uitgelezen en
gecontroleerd.
Functie
Verse lucht kalibratie zonder
wachtwoord
Bumptest zonder wacht-
woord
Bedrijfssignaal
Uitschakelen toegestaan
1)
Vangbereik
2)
LEL-factor
CH4 (methaan)
H (waterstof)
2
STEL
TWA
Configuratietype alarmgren-
zen
Alarm A1
Alarm A2
Symbool voor het type
gevaar
Verstreken bumptestinterval
Verstreken kalibratie-interval Kanaalwaarschuwing
Display-energiespaarmodus
1) Het ingestelde vangbereik kan op het gasmeetinstrument uitgelezen
en geactiveerd of gedeactiveerd worden. Het vangbereik is in de
meetmodus in de fabriek geactiveerd. In de kalibratiemodus is het
vangbereik altijd gedeactiveerd.
2) De LEL-factor kan met de PC-software Dräger CC-Vision aan natio-
nale voorschriften worden aangepast.
138
Instelling
Aan
Uit
Aan
Aan
Aan
4,4 vol.-% (komt overeen met
100%LEL)
4,0 vol.-% (komt overeen met
100%LEL)
Functie STEL - inactief; duur
gemiddelde waarde =
15 minuten
Functie TWA - inactief; duur
gemiddelde waarde = 8 uur
ATEX-conform
Bevestigbaar, niet zelfhou-
dend, vooralarm, stijgende
meetwaarde (O -sensor ook
2
dalende meetwaarde)
Niet-bevestigbaar, zelfhou-
dend, hoofdalarm, stijgende
meetwaarde (O -sensor ook
2
dalende meetwaarde)
Aan
Waarschuwing
Uit
6.2

Apparaat- en sensorinstellingen

Benaming:
Apparaatinstellingen:
Wachtwoord(en)
Bedrijfssignaal akoestisch
Uitschakelmodus
Korte termijn blootstellings-
1)2)
waarde (STEL)
Gemiddelde shiftlengte
3)
(TWA)
Configuratietype alarmgren-
4)
zen
Sensorinstellingen:
A1-alarm:
Zelfhoudend
Bevestigbaar
A2-alarm:
Bevestigbaar
Alarmgrens A1 stijgend (in
meeteenheid)
Alarmgrens A2 stijgend (in
meeteenheid)
Alarmgrens A1 dalend
(in meeteenheid, alleen O
sensor)
Alarmgrens A2 dalend
(in meeteenheid, alleen O
sensor)
1)
Evaluatiewijze
Alarmgrens STEL (in meet-
1)
eenheid)
Alarmgrens TWA (in meet-
1)
eenheid)
1) Evaluatie alleen als de sensor daarvoor bedoeld is.
2) Komt overeen met de gemiddelde tijd en wordt gebruikt voor de bere-
kening van de blootstellingswaarde STEL.
3) Komt overeen met de gemiddelde tijd en wordt gebruikt voor de bere-
kening van de blootstellingswaarde TWA.
4) Het deactiveren van de ATEX-conformiteit heeft tot gevolg dat de
meettechnische geschiktheidstest niet meer kan worden uitgevoerd.
Gebruiksaanwijzing
Bereik / Instelling
Numeriek bereik (4-cijferig)
Ja / nee
"Uitschakelen toegestaan" of
"Uitschakelen niet toege-
staan" of
"Uitschakelen niet toege-
staan bij A2"
0 - 60 (in minuten; instelling
voor blootstellingsalarm)
60 - 1440 (in minuten; instel-
ling voor blootstellingsalarm)
ATEX-conform / uitgebreid
Aan / Uit
Aan / Uit
Aan / Uit
0 tot A2
A1 tot meetbereik eind-
waarde
A2 dalend tot A1 stijgend
-
2
0 tot A1 dalend
-
2
Inactief, TWA, STEL,
TWA+STEL
0 – meetbereik eindwaarde
0 – meetbereik eindwaarde
|
X-am
®
3500