Aankoppelen Aan De Trekker - LELY SPLENDIMO 320 FC Betriebsanleitung

2 AANKOPPELEN AAN DE TREKKER

Let er bij gebruik van de SPLENDIMO FC maaier in de
fronthefinrichting op, dat de hefinrichting enkelwerkend is of in
geval van een dubbelwerkende fronthefinrichting in een zweefstand
gezet kan worden. Een enkelwerkende of dubbelwerkende
hefinrichting met zweefstand kan naar boven uitwijken als de
maaier tegen de aankoppelbok komt bij gebruik in onregelmatige
percelen. Kan de hefinrichting niet naar boven uitwijken, dan
bestaat de kans dat het gewicht van de trekker overgedragen wordt
op de aankoppelbok, waardoor ernstige schade aan de maaier kan
optreden. Hetzelfde geldt bij gebruik van de SPLENDIMO FC
maaier in de achter-hefinrichting van de trekker of in een Triplo
opstelling.
- Monteer de snelkoppeling (ISO 11001-2, fig. 3) aan de fronthef-
inrichting van de trekker. Stel de lengte van de topstang zodanig
in, dat de snelkoppeling evenwijdig met de aankoppelbok van de
machine staat.
- Zet de hefarmen met stabilisatiekettingen of -stangen vast om
zijdelingse bewegingen te voorkomen.
- Rij de snelkoppeling voorzichtig onder de aankoppelbok en
koppel de machine aan. Controleer of de snelkoppeling is geborgd
door de vergrendelhaak (fig. 4: A). Breng een borgpen aan in de
punt van de vergrendelhaak.
Wanneer de haak niet boven de borgplaat (fig. 4: B) kan terugveren
of te veel speling heeft, dient de borgplaat te worden bijgesteld. Ga
daarbij als volgt te werk:
• Laat hiervoor de hefinrichting zakken en rij de trekker terug.
• Draai de bevestigingsschroef (fig. 4: C) los en stel de borgplaat
af met de stelschroef (fig. 4: D).
• Borg de stelschroef met de moer (fig. 4: E) en zet de borgplaat
weer vast.
- Controleer of de koppelingsas gemakkelijk in- en uitschuift.
- Monteer de koppelingsas aan de trekkeraftakas.
!
Controleer bij de eerste montage of gebruik van een andere
trekker de minimale en maximale overlapping van de
*
ashelften
.
- Bevestig de veiligheidsketting van de beschermbuis aan een
vast deel van de trekker.
- Sluit de hydraulische slang aan op een enkelwerkend hydraulisch
ventiel van de trekker, voorzien van zweefstand.
Maximaal toegestane oliedruk: 21,0 MPa (210 bar).
- Hef de aankoppelbok zover op, tot de vergrendelpennen
vrijkomen.
Verplaats de vergrendelpennen naar de opbergplaats in de
bevestigingslippen.
*. Raadpleeg de bij de koppelingsas behorende instructie
A
B
C
E
D
3
4
NL-9