Beissbarth MT 826 DT Originalbetriebsanleitung Seite 193

Storingen Oorzaken
11 1. De meetsensor voor de faseherkenning is
defect.
2. De motor draait niet.
17 Gewicht buiten het instelbereik
(het voor de uitlijning benodigde
gewicht bedraagt meer dan 250 gram).
18 Wielgegevens niet ingevoerd.
19 Het ingangssignaal van de rechter meetsensor
is lager dan dat van de linker sensor.
20 1. Tijdens de meting werd het
pedaal ingedrukt.
2. De draaisnelheid van de motor is onregelmatig.
3. De wielsnelheid ligt onder de minimumwaarde.
21 Het moederbord heeft een te hoge wielsnelheid bij een
geopende wielbeschermkap herkend (de as draait met
hoge snelheid, zonder dat het apparaat gestart werd):
De netvoeding wordt gedeactiveerd.
22 Onregelmatigheid van de signalen
van de meetsensor.
29 De schuifmaat bevindt zich niet in de ruststand.
30 De meetarmen werden gedeactiveerd.
31 Het pedaal is ingedrukt. Er wordt nu gedeactiveerd.
32 Het pedaal werd ingedrukt.
33 Verkeerd besturingssysteem!
34 Het systeem opnieuw opstarten.
Beissbarth GmbH
Storingen | MT 826 DT | 193
Oplossing
1. De aansluiting van de printplaat controleren;
2. zich ervan verzekeren, dat de printplaat voor de fo-
tocel tegen licht beschermd is en deze eventueel
afdekken;
3. indien het defect blijft bestaan, de printplaat van
de fotocel controleren en eventueel vervangen;
4. Het elektrische systeem controleren.
1. Controleren, of het wiel correct op de flens beves-
tigd is.
2. Bepaal (in ieder geval) de positie van het buitenge-
wicht, bevestig een 100-gram-gewicht en start een
andere meting.
De wielgegevens vόόr de uitvoering van de meting in-
voeren.
De aansluitingen van de twee meetsensoren omwis-
selen.
1. Niet op het pedaal drukken indien de motor draait:
2. Let erop, dat de MT 826 DT tijdens de meting
niet blootgesteld is aan stoten.
3. De netspanning controleren (waarschijnlijk te
laag).
De MT 826 DT uitschakelen, de wielbeschermkap
omlaag brengen en het apparaat opnieuw inschake-
len, zonder het wiel te bewegen: indien de fouttoe-
stand
bestaan blijft, moet een controle (en eventueel een
reparatie) van het elektrische systeem of van de
printplaat worden uitgevoerd.
1. Controleren, dat de printplaat voor de fotocel te-
gen licht beschermd is en deze eventueel afdek-
ken;
2. indien het defect blijft bestaan, de printplaat van
de fotocel controleren en eventueel vervangen;
3. De printplaat voor de indicatie controleren en
eventueel vervangen.
1. Schuifmaat in de ruststand zetten.
2. Herhaal de kalibratie van de elektronische schuif-
maat.
A.u.b. de meetarmen vόόr het reactiveren kalibreren.
1. Vermijd op het pedaal te drukken gedurende de
meetcyclus;
2. Controleer de correcte werking van de microscha-
kelaar van het pedaal.
1. Vermijd op het pedaal te drukken gedurende de
meetcyclus;
2. Controleer de correcte werking van de microscha-
kelaar van het pedaal.
Gebruik a.u.b. een andere printplaat.
1 695 600 575
nl
|
2016-08-23