Herunterladen Inhalt Inhalt Diese Seite drucken

Veiligheidsinstructies; Instructies Voor Het Uitladen/Uitpakken; Algemene Veiligheidsinstructies; Werkkleding - Kärcher B 300 RI D Handbuch

Inhaltsverzeichnis

Werbung

Verfügbare Sprachen
  • DE

Verfügbare Sprachen

  • DEUTSCH, seite 1
3

Veiligheidsinstructies

3.1

Instructies voor het uitladen/uitpakken

GEVAAR
Verwondingsgevaar, beschadigingsgevaar!
Het voertuig is niet toegelaten voor kraanbelading.
Gebruik geen vorkheftruck voor het laden/lossen van
het voertuig.
Het verpakkingsmateriaal (plastiekzakjes, polystyrol,
enz.) is een potentiële bron van gevaar en mag niet in
de handen van kinderen terechtkomen.
Apparaat voorzichtig uitpakken en hiervoor geen ge-
reedschap gebruiken dat het apparaat kan beschadi-
gen. Na het uitpakken controleren of het apparaat
volledig is en werkt. Indien dat niet het geval is, de klan-
tenservice contacteren.
3.2

Algemene veiligheidsinstructies

Het voertuig met de werkvoorzieningen moet voor gebruik
gecontroleerd worden op reglementaire toestand en be-
drijfsveiligheid. Als het voertuig zich niet in een perfecte
toestand bevindt, mag het niet gebruikt worden.
Bij het gebruik van het voertuig in gevaarlijke bereiken
(bv. tankstations) moeten de overeenkomstige veilig-
heidsvoorschriften in acht genomen worden. Het is ver-
boden om het voertuig in explosiegevaarlijke ruimten te
gebruiken.
Zet ter beveiliging tegen onbedoelde inbedrijfstelling de
sleutelschakelaar op „0" en verwijder de sleutel.
De contactsleutel van het voertuig mag alleen beschik-
baar zijn voor geïnstrueerd bedienings-, reinigings- of
onderhoudspersoneel.
3.3

Werkkleding

Draag bij het uitvoeren van werkzaamheden aan het
voertuig altijd geschikte handschoenen.
Let op nauw aansluitende kledij van het bedieningsper-
soneel, draag veiligheidsschoenen.
Draag geschikte hoofdbedekking zodat staarten of lan-
ge haren niet kunnen worden gegrepen door roterende
onderdelen.
Draag tijdens het werk geen juwelen, ringen e.d.
3.4
Veiligheidsinstructies voor de
bediening
De bediener moet het voertuig op reglementaire wijze
gebruiken. Hij moet rekening houden met de plaatselij-
ke omstandigheden en tijdens de werkzaamheden op
derden, in het bijzonder kinderen.
Laat het voertuig nooit zonder toezicht achter zolang de
motor draait. De bediener mag het voertuig pas verla-
ten als de motor uitgezet is en het voertuig tegen onbe-
doelde bewegingen beveiligd is. Bedien indien nodig
de parkeerrem en verwijder de contactsleutel.
Sluit de gaskleppen na elk gebruik.
Het voertuig mag enkel gebruikt worden door personen
die ingewerkt zijn in de hantering, hun capaciteiten voor
het bedienen hebben bewezen en uitdrukkelijk met het
gebruik zijn belast.
Het voertuig mag niet door kinderen of niet-ingewerkte
personen gebruikt worden.
162
Dit apparaat is niet ervoor gedacht, door personen (in-
clusieve kinderen) met beperkte fysieke, sensorische
of geestelijke mogelijkheden of door gebrek aan erva-
ring en/of door gebrek aan kennis te worden benut.
Kinderen moeten onder toezicht staan om te garande-
ren dat ze niet met het voertuig spelen.
Open de kap of zijbekledingen niet bij een draaiende
motor.
3.5
Veiligheidsinstructies voor de
rijmodus
GEVAAR
Kantelgevaar!
Er mogen enkel hellingen en dalingen in rijrichting tot
12% bereden worden.
In bochten langzaam rijden.
Kantelgevaar bij onstabiele ondergrond.
Kantelgevaar bij de zijwaartse hellingen.
Slipgevaar bij natte bodems.
De voor motorrijtuigen voorgeschreven maatregelen,
regels en verordeningen dienen altijd te worden opge-
volgd.
Het voertuig mag niet door kinderen of jongeren ge-
bruikt worden.
Om een onbevoegd gebruik van het voertuig te verhin-
deren, moet de contactsleutel verwijderd worden.
Voor elk gebruik moet de veiligheidscontrole in het
hoofdstuk „Inbedrijfstelling" uitgevoerd worden.
Alle bedieningshendels en schakelaars moeten voor
het starten van de motor in de neutrale stand staan. De
bestuurder moet bij het starten op de bestuurdersstoel
zitten. Het rijpedaal mag tijdens de startprocedure niet
gebruikt worden.
Het voertuig mag enkel vanop de bestuurdersstoel in
beweging gezet worden.
Niet reinigen zonder geplaatste borstels, afdichtlippen
of zuiglippen.
Bij storingen in het remsysteem, voertuig uitzetten en
klantenservice contacteren.
3.6
Veiligheidstechnische richtlijnen voor
motorvoertuigen op vloeibaar gas
(enkel gasmotor)
Hauptverband der gewerblichen Berufsgenossenschaften
e.V. (HVBG, Hoofdverbond van de industriële beroepsge-
nootschappen, zorgt voor werknemersbescherming).
Vloeibare gassen (drijfgassen) zijn butaan en propaan of
butaan/propaan-mengsels. Ze worden in speciale flessen
geleverd. De bedrijfsdruk van deze gassen is afhankelijk
van de buitentemperatuur.
GEVAAR
Explosiegevaar!
Behandel vloeibaar gas niet zoals benzine. Benzine
verdampt langzaam, vloeibaar gas wordt onmiddellijk
gasvormig. Het gevaar van vergassing en ontsteking
van de ruimte is dus bij vloeibaar gas groter dan bij ben-
zine.
WAARSCHUWING
Verwondingsgevaar!
4
-
NL

Werbung

Inhaltsverzeichnis
loading

Inhaltsverzeichnis