5
Systeeminstallatie
5.7 Installatieprocedure voor SWW-tank
Opmerking:
•
Denk eraan dat de verschillende bedieningshandelingen voor de SWW
zeer worden beïnvloed door de selectie van de componenten zoals tank,
dompelweerstand en dergelijke.
•
Volg de ter plaatse geldende voorschriften voor het uitvoeren van de
systeemconfiguratie.
1. Installeer een 3-wegventiel (ter plaatse aan te schaffen), als u de watercircu-
latie wilt kunnen overschakelen tussen de SWW-modus en de verwarmings-
stand. Het 3-wegventiel en de SWW-tank moeten worden geplaatst zoals
wordt getoond in de schematische voorstelling van het systeem op pagina 6,
afbeelding 3.3.
Twee 2-wegventielen hebben dezelfde functie als een 3-wegventiel.
2. Installeer de als optie verkrijgbare thermistor THW5 (als optie verkrijgbaar
onderdeel PAC-TH011TK-E/PAC-TH011TKL-E) op de SWW-tank.
Aanbevolen wordt de thermistor te plaatsen op het middelste punt van de
capaciteit van de SWW-tank. Isoleer de thermistor van de omgevingslucht.
Speciaal voor de dubbele (geïsoleerde) tank moet de thermistor op het binnen-
ste gedeelte worden bevestigd (voor het detecteren van de watertemperatuur).
3. Sluit de draad van de thermistor aan op de CNW5-connector op de FTC.
Als de draad van de thermistor te lang is, pas dan de lengte aan door de draad
samen te binden.
4. De aansluitingen voor het 3-wegventiel zijn TBO.2 4-5 (OUT4).
De aansluitingen TBO.2 4-5 op de FTC worden getoond in het bedradingsche-
ma op pagina 20.
Kies de aansluitingen waarop het 3-wegventiel is aangesloten tussen TBO.2
4-5 of TBO.2 4-6, uitgaande van de nominale spanning.
Wanneer de nominale stroom van het 3-wegventiel 0,1 A overschrijdt, is het
belangrijk dat u een relais gebruikt met een maximale nominale spanning
en stroom van 230V AC / 0,1 A wanneer de aansluiting wordt gemaakt op
FTC. Sluit de kabel van het 3-wegventiel niet direct aan op de FTC. Sluit de
relaiskabel aan op de aansluitingen TBO.2 4-5.
Het 3-wegventiel moet van het type SPST zijn. Het type SPDT kan NIET wor-
den gebruikt.
Lees voor systemen met 2-wegventielen in plaats van een 3-wegventiel, het
volgende;
TBO.2 4-5
TBO.4 1-2
Dip-SW1
WAARSCHUWING: Wanneer u een SWW-tank aansluit
(1) Bevestig dan de als optie verkrijgbare thermistor THW5 (PAC-TH011TK-E / PAC-TH011TKL-E).
(2) Gebruik altijd een aardlekschakelaar wanneer u een dompelweerstand aansluit.
(3) Wanneer u een dompelweerstand installeert, is het belangrijk dat de dompelweerstand een ingebouwde thermostaat met een directe onderbreker heeft.
(4) Sluit een overdrukventiel aan op de SWW-zijde.
(5) Het is van essentieel belang dat er geen terugslagklep of afsluiter wordt gemonteerd tussen de hydrobox en het overdrukventiel.
Specificatie van 2-weg ventiel (ter plaatse aan te schaffen)
• Voeding: 230V AC
• Stroom: 0,1A Max. (Bij meer dan 0,1A moet u een relais gebruiken)
• Type: Normaal gesloten
Installatie
Elektrische aan-
positie
sluiting aansluit-
klemmen
2-weg ventiel 1 SWW
TBO.2 4-5
2-weg ventiel 2 Verwarming TBO.4 1-2
Opmerking: Als het 2-weg ventiel verstopt zou raken, dan stopt de watercirculatie.
Voor de veiligheid moet er een omleidingsklep of -circuit worden
geïnstalleerd tussen de pomp en het 2-weg ventiel.
De aansluitingen TBO.4 1-2 op de FTC worden getoond in het
bedradingschema.
Het 2-weg ventiel (ter plaatse aan te schaffen) moet worden
geïnstalleerd volgens de instructies die erbij worden geleverd. Volg
de instructies van de fabrikant van het 2-weg ventiel ten aanzien van
het al dan niet aansluiten van een aardekabel.
• Kies voor het 2-weg ventiel een exemplaar dat langzaam opent en
sluit zodat er geen klopgeluiden van het water klinken.
• Kies het 2-weg ventiel dat is voorzien van een handmatige
drukaflating, die nodig is voor het bijvullen of het aftappen van
water.
5. Zet de DIP-schakelaar SW1-3 op de FTC op ON (AAN).
6. Gebruikt u een dompelweerstand (ter plaatse aan te schaffen), sluit dan een
contactrelaiskabel voor de dompelweerstand aan op TBO.4 3-4 (OUT9), en zet
Dip-schakelaar SW1-4 op ON (AAN). Sluit NIET de voedingskabel direct aan
op de FTC.
Opmerking:
• Selecteer, wanneer een dompelweerstand is geïnstalleerd, een onderbreker
met de juiste capaciteit en een kabel met de juiste diameter op basis van het
vermogen van de verwarming.
• Wanneer u een dompelweerstand ter plaatse bedraadt, installeer dan altijd
een aardlekschakelaar zodat elektrische schokken worden voorkomen.
CNW5-connector
Uitgaand signaal
Verwarming SWW
Systeem
OFF
OFF (UIT)
ON (AAN)
OFF (UIT)
(open)
(gesloten)
(gesloten)
ON (AAN)
OFF (UIT)
OFF (UIT)
(open)
(gesloten)
(gesloten)
22