Herunterladen Inhalt Inhalt Diese Seite drucken

KCI NPWT Sicherheitshinweise, Anwendungsanweisungen Seite 25

Gazeverband mit sensat.r.a.c. technologie fuer kleine und mittlere wunden
Inhaltsverzeichnis

Werbung

Verfügbare Sprachen
  • DE

Verfügbare Sprachen

  • DEUTSCH, seite 13
Gevoeligheid voor PHMB: De Kerlix™ AMD™
Super Sponges bevatten PHMB. Dit kan
bijwerkingen veroorzaken bij patiënten die
allergisch of overgevoelig zijn voor PHMB. Als
van een patiënt bekend is dat hij of zij allergisch
of overgevoelig is voor PHMB, mag het KCI®
NPWT-gaaswondverband niet worden gebruikt.
Als er tekenen van een allergische reactie of
overgevoeligheid ontstaan, zoals roodheid,
zwelling, uitslag, galbulten of sterke jeuk,
dient het gebruik te worden gestaakt en moet
onmiddellijk een arts worden geraadpleegd.
Roep onmiddellijk medische hulp in als er
bronchospasmen of ernstigere tekenen van een
allergische reactie optreden.
Plaatsing van het gaaswondverband:
Gebruik altijd KCI® NPWT-gaaswondverband
uit steriele verpakkingen die niet zijn geopend
of beschadigd. Het gaaswondverband mag
niet met kracht in delen van de wond worden
aangebracht, omdat dit het weefsel kan
beschadigen, de toediening van negatieve druk
kan wijzigen of verwijdering van exsudaat en
gaaswondverband kan belemmeren. Tel altijd
het totale aantal stukken gaaswondverband
dat is gebruikt voor de wond. Noteer de
hoeveelheid gaaswondverband en de datum
waarop het wondverband is gewisseld op de
folie en in het dossier van de patiënt. Het KCI®
NPWT-gaaswondverband is radiolucent en dus
niet zichtbaar op röntgenfoto's.
Verwijdering van het gaaswondverband:
KCI® NPWT-gaaswondverband is niet biologisch
resorbeerbaar. Tel altijd het totale aantal
stukken gaaswondverband dat uit de wond
is verwijderd en controleer of dit aantal
hetzelfde is als het aantal stukken dat is
geplaatst. Als gaaswondverband langer dan
de aanbevolen tijdsduur in de wond wordt
gelaten, kan dit leiden tot ingroeien van weefsel
in het gaaswondverband, de verwijdering van
gaaswondverband uit de wond bemoeilijken
of tot infectie of andere nadelige e ecten
leiden. Bevochtig het verband met steriel
water of een gewone zoutoplossing als
het gaaswondverband blijft kleven. Wacht
vervolgens 15 - 30 minuten en verwijder het
gaaswondverband voorzichtig van de wond.
Ongeacht de behandelingsmodaliteit kan
verstoring van het nieuwe granulatieweefsel
tijdens het wisselen van een wondverband
leiden tot bloedingen in het wondgebied.
Er kunnen kleine bloedingen optreden; dit
is normaal. Patiënten met een verhoogd
risico op bloedingen, zoals beschreven op
de vorige pagina, hebben echter kans op
ernstigere bloedingen in het wondgebied.
Als voorzorgsmaatregel kunt u grofmazig,
niet-klevend materiaal gebruiken onder
het KCI® NPWT-gaaswondverband om de
kans op bloedingen bij verwijdering van
het gaaswondverband bij deze patiënten
te minimaliseren. Als signi cant bloeden
optreedt, moet het gebruik van NPWT
onmiddellijk worden gestaakt en moeten
maatregelen worden genomen om het
bloeden te stoppen. Verwijder het KCI®
NPWT-gaaswondverband pas nadat de
behandelend arts of chirurg is geraadpleegd.
U mag NPWT pas weer in gebruik nemen
als er afdoende hemostase is bereikt
en de patiënt geen risico loopt op een
voortdurende bloeding.
Therapie ingeschakeld houden: NPWT
moet gedurende de behandeling in de
modus CONTINU worden gebruikt. Er kunnen
omstandigheden zijn waarbij de patiënt moet
worden losgekoppeld van de V.A.C.® Therapy
Unit (bijvoorbeeld voor dagelijkse activiteiten
of diagnostische tests). Als de patiënt moet
worden losgekoppeld, moeten de slangen
worden afgeklemd en moeten de uiteinden van
de slangen worden beschermd. De individuele
kenmerken van de wond en de patiënt zijn
bepalend voor de klinische beslissing hoe lang
de patiënten kunnen worden losgekoppeld
van de V.A.C.® Therapy Unit. Bij de factoren
die hierbij een rol spelen, horen onder andere
de hoeveelheid drainage, de locatie van de
wond, de integriteit van de afdichting van
het wondverband, een beoordeling van de
bacteriële belasting in de wond en het risico dat
de patiënt loopt op infectie.
Acryl kleefmiddel: De V.A.C.® Drape heeft
een klevende coating op basis van acryl die
bijwerkingen kan veroorzaken bij patiënten
die allergisch of overgevoelig zijn voor acryl
kleefmiddelen. De V.A.C.® Drape mag niet
worden gebruikt als van een patiënt bekend is
dat hij of zij allergisch of overgevoelig is voor
dergelijke kleefmiddelen. Als er tekenen van
een allergische reactie of overgevoeligheid
ontstaan, zoals roodheid, zwelling, uitslag,
galbulten of sterke jeuk, dient het gebruik
te worden gestaakt en onmiddellijk een arts
te worden geraadpleegd. Roep onmiddellijk
medische hulp in als er bronchospasmen of
ernstigere tekenen van een allergische reactie
optreden.
De brillatie: Verwijder het verbandmateriaal
als de brillatie vereist is in de buurt van het
wondverband. Als het wondverband niet
wordt verwijderd, kan dit de overdracht van
elektrische energie en/of resuscitatie van de
patiënt belemmeren.
MRI (Magnetic Resonance Imaging):
Therapy Unit: De V.A.C.® Therapy Unit is
MR-onveilig. Neem de V.A.C.® Therapy Unit
niet mee in een MR-omgeving.
Wondverband: KCI® NPWT-
gaaswondverband kan doorgaans met
minimaal risico op de patiënt blijven in een
MR-omgeving.
HBO (Hyperbare zuurstoftherapie): Neem de
V.A.C.® Therapy Unit niet mee in een hyperbare
zuurstofkamer. De V.A.C.® Therapy Unit is niet
ontworpen voor deze omgeving en dient als
brandgevaarlijk te worden beschouwd. Na
loskoppelen van de V.A.C.® Therapy Unit kunt
u (i) het KCI® NPWT-gaaswondverband tijdens
de hyperbare behandeling vervangen door
een ander HBO-compatibel materiaal of (ii) het
niet-afgeklemde uiteinde van de slang met een
droog gaasje afdekken. Bij de HBO-behandeling
mag de slang niet zijn afgeklemd.
Niet te gebruiken bij instillatietherapie: Het
KCI® NPWT-gaaswondverband is niet voor dit
doel ontwikkeld. Instillatie in de wond terwijl
het KCI® NPWT-gaaswondverband wordt
gebruikt, kan ophoping van vloeistof en/of
oververzadiging van het gaaswondverband
tot gevolg hebben, hetgeen tot maceratie kan
leiden.
25

Werbung

Inhaltsverzeichnis
loading

Inhaltsverzeichnis