Conrad FS20 UTS Bedienungsanleitung Seite 104

Elke kamer kreeg een eigen adresgroep toegewezen:
• Kamer A: 11
• Kamer B: 12 (de jaloezie is eveneens aan kamer B toegewezen)
• Kamer C: 13
• Kamer D: 14
Bij een uitgebreider systeem is het zinvol om bij de keuze van de adressen systematisch te
werk te gaan om het overzicht over de reeds toegekende adressen te behouden en om de
geprogrammeerde ontvangers eenvoudig en zinvol samen in groepen aan te kunnen sturen.

Maak een schematische tekening van de kamers en teken daarop de gestuurde
apparaten en hun adressen, als u meerdere FS20-componenten gebruikt.
Op de voorbeeldafbeelding wordt aan elke kamer een eigen adresgroep toegewezen (kamer
A: 11, kamer B: 12, kamer C: 13, kamer D: 14). De jaloezie is eveneens aan kamer B met
adresgroep 12 toegewezen.

De 15 mogelijke adresgroepen zijn:
11, 12, 13, 14, 21, 22, 23, 24, 31, 32, 33, 34, 41, 42, 43
De "44" mag niet gebruikt worden.
Om elke ontvanger afzonderlijk aan te kunnen sturen moet deze op een afzonderlijk adres
geprogrammeerd worden. Bovendien is er naast de al uitgekozen adresgroep (kamer A: 11,
kamer B: 12, kamer C: 13, kamer D: 14) nog een subadres nodig.

De volgende 15 subadressen zijn per adresgroep mogelijk:
11, 12, 13, 14, 21, 22, 23, 24, 31, 32, 33, 34, 41, 42, 43
De "44" mag niet gebruikt worden.
In het voorbeeld is de jaloezie op het afzonderlijke adres 1211 geprogrammeerd, dat bestaat
uit de adresgroep 12 en het subadres 11.
Bij de ontvangers in kamer A werden bijkomend alle ontvangers op een lokaal masteradres
(in dit voorbeeld 1144) geprogrammeerd.

Bij het lokale masteradres moet als subadres steeds 44 worden gebruikt. De
adresgroep kan op 11, 12, 13, 14, 21, 22, 23, 24, 31, 32, 33, 34, 41, 42, of 43
ingesteld worden.
Voorbeeld: 1144 (adresgroep 11, subadres 44)
104