Herunterladen Inhalt Inhalt Diese Seite drucken

Ottobock 3R55 Gebrauchsanweisung Seite 38

Polyzentrisches modular-kniegelenk
Inhaltsverzeichnis

Werbung

Verfügbare Sprachen
  • DE

Verfügbare Sprachen

  • DEUTSCH, seite 1
Klem het kniescharnier vast. Bij de basisopbouw loopt de opbouwlijn door de voorste bo-
venste as (opbouwreferentiepunt). Het scharnier moet daarbij horizontaal zijn uitgericht. Let
op de afstand van de knie tot de grond en op de hoek waaronder de knie naar buiten wordt
gericht (de stopbit stelt deze hoek standaard in op ca. 5°). Aanbevolen positionering van het
opbouwreferentiepunt: 20 mm boven de kniespleet.
Verbind de voet met behulp van een buisadapter met het modulaire kniescharnier.
Markeer het midden van de koker lateraal door proximaal en distaal in het midden een punt
te zetten. Verbind de beide punten tot een lijn van de rand van de koker tot het uiteinde van
de koker.
Positioneer de koker zo dat het proximale middelpunt van de koker samenvalt met de op-
bouwlijn. Stel de kokerflexie in op 3 – 5°. Houd hierbij rekening met de individuele situatie (bijv.
heupcontracturen) en met de afstand van de tuber tot de grond.
Let op!
Wanneer er geen rekening wordt gehouden met de stompflexie, komt het scharnier te
ver naar voren te zitten. Als gevolg hiervan kunnen er storingen in de werking van het
scharnier optreden en zal het scharnier sneller slijten. Om het prothesekniescharnier
optimaal te positioneren, kunt u eventueel adapterplaat 4R118 gebruiken.
Verbind de koker en het modulaire kniescharnier met behulp van een daarvoor geschikte
adapter (bijv. kokeradapter 4R111, 4R41, 4R55 of 4R51).
4.1.2 Statische opbouwoptimalisatie met de L.A.S.A.R. Posture 743L100
(de onderstaande stappen hebben betrekking op afb. 6)
Met behulp van de L.A.S.A.R. Posture kan de statische opbouw worden geoptimaliseerd. Om
voldoende stabiliteit te verkrijgen en er tegelijkertijd voor te zorgen dat de zwaaifase gemakkelijk
wordt ingeleid, gaat u bij de opbouw als volgt te werk:
Om de belastingslijn te kunnen meten, vraagt u de patiënt met de prothesezijde op de kracht-
meetplaat van de L.A.S.A.R. Posture en met het andere been op de hoogtecompensatieplaat
te gaan staan. Daarbij moet de prothesezijde voldoende worden belast (> 35% van het li-
chaamsgewicht).
Door uitsluitend de plantaire flexie te wijzigen, past u de opbouw nu zo aan, dat de belas-
tingslijn (laserlijn) ca. 35 mm voor de voorste bovenste knieas komt te lopen (zie afb. 6).
Optimaliseer daarna tijdens het proeflopen de dynamische opbouw.
4.2 Combinatiemogelijkheden
Informatie
Bij het vervaardigen van een prothese voor de onderste extremiteiten moeten alle toegepaste
prothesecomponenten voldoen aan de eisen met betrekking tot het lichaamsgewicht en de
activiteitsgraad van de patiënt.
4.3 Instellingen en definitieve montage
4.3.1 Instellen van de ligging
De in bussen gelegen aspen van de ashevel zijn verbonden met het bovenste en onderste schar-
nierdeel. De aard van de ligging en het vastschroeven laten toe de frictie te verhogen of verlagen
en speling, waardoor slijtage kan optreden in het scharnier, bij te stellen. Hiervoor fixeert u de
zelfborgende moer (12) met bijgeleverde steeksleutel 709S18 (14), en draait u de cylinderkop-
schroef (10) met een 5 mm stiftsleutel aan (afb. 2).
38 | Ottobock
3R55

Werbung

Inhaltsverzeichnis
loading

Inhaltsverzeichnis