14.1
Vervangen van het mes (27)
(afb 1, 18)
WAARSCHUWING
Bij het werken met een beschadigd mes be-
staat er gevaar voor persoonlijk letsel.
–
Draag veiligheidshandschoenen!
–
Laat het mes vanwege veiligheidsredenen alleen
door een gespecialiseerde werkplaats slijpen en af-
stellen. Om een optimaal werkresultaat te bereiken,
is het raadzaam om het mes eenmaal per jaar te la-
ten controleren.
–
Bij het vervangen van het mes mogen alleen origi-
nele reserveonderdelen worden gebruikt.
1. Leeg de brandstoftank (11) met een brandstof-afzuig-
pomp, voordat u het zaagblad verwijdert. Kantel de
grasmaaier nooit opzij of naar voren met een volle
brandstof- of olietank!
Hierdoor raakt de motor beschadigd en vervalt de ga-
rantie.
2. Houd het mes (27) met één hand vast.
3. Draai de messchroef (28) linksom met behulp van een
steeksleutel SW17 van de motorspil (30). Verwijder de
volgring (29).
4. Plaats het nieuwe mes (27) in de omgekeerde volgor-
de terug. Bevestig de messchroef (28) conform de
voorschriften. Let op dat het mes (27) juist is geplaatst
en goed tegen de motorspil (30) ligt.
5. Het aanhaalmoment van de messchroef (28) is 45Nm.
Vervang ook de messchroef (28) als u het mes (27)
vervangt.
14.1.1
Beschadigde messen (27)
Als het mes (27) ondanks alle voorzichtigheid met een
obstakel in aanraking komt, direct de motor uitschakelen
en de bougiestekker (16) eruit trekken.
• Mes (27) op beschadiging controleren.
• Beschadigde of verbogen messen (27) moeten wor-
den vervangen.
• Nooit een verbogen mes (27) weer rechtbuigen.
• Nooit met een verbogen of sterk versleten mes (27)
werken, want dit veroorzaakt trillingen en kan tot meer
beschadigingen aan de grasmaaier leiden.
14.2
Controle van het oliepeil (afb. 9)
WAARSCHUWING
Gevaar voor de gezondheid!
Bij het inademen van brandstof-/smeeroliedampen en
uitlaatgassen kan er ernstige gezondheidsschade, be-
wusteloosheid ontstaan en dit in extreme gevallen zelfs
tot de dood leiden.
–
Adem geen brandstof-/smeeroliedampen en uitlaat-
gassen in.
–
Gebruik het product alleen in de open lucht.
82 | NL
LET OP
Productbeschadiging!
Als het product zonder of met te weinig motor- of trans-
missieolie wordt gebruikt, kan dit tot motorschade leiden.
–
Vul voor de ingebruikname brandstof en olie in. Het
product wordt zonder motor- of transmissieolie gele-
verd.
–
Gebruik uitsluitend motorolie SAE 10W-30 of SAE
10W-40.
LET OP
Milieuschade!
Uitgelopen olie kan het milieu ernstig verontreinigen. De
vloeistof is zeer giftig en kan snel tot waterverontreini-
ging leiden.
–
Olie alleen op een vlakke, verharde ondergrond vul-
len/aftappen.
–
Gebruik een vulpijp of trechter.
–
Vang afgetapte olie in een geschikte container op.
–
Veeg gemorste olie direct zorgvuldig weg en verwij-
der de doek conform de lokale voorschriften.
–
Verwijder olie conform de lokale voorschriften.
1. Schroef de oliepeilstok (18) los door naar links te draai-
en en veeg deze met een schone pluisvrije doek af.
2. Steek de oliepeilstok (18) weer in en controleer het
oliepeil zonder de peilstok weer vast te schroeven.
3. Trek de oliepeilstok (18) eruit en lees in horizontale
positie het oliepeil af. Het oliepeil moet binnen de mid-
delste markering op de oliepeilstok (18) staan.
4. Schroef de oliepeilstok (18) vervolgens weer vast.
14.3
Olieverversing
Het verversen van de motorolie moet jaarlijks voor het be-
gin van het seizoen bij bedrijfswarme en uitgeschakelde
motor worden uitgevoerd.
Gebruik uitsluitend motorolie (SAE 10W-30/SAE 10W-40).
1. Schroef de oliepeilstok (18) door naar links te draaien
er uit.
2. Zuig met een oliepomp (met slang) de motorolie door
de vulpijp af.
3. Vul verse motorolie bij en controleer het oliepeil (zie
9.1.).
14.4
Tap de brandstof af met een
brandstof-afzuigpomp (afb. 10, 19)
1. Houd een opvangbak onder de slang van de brand-
stofafzuigpomp.
2. Schroef de tankdop (10) los en haal deze van de ope-
ning af.
3. Schuif de slang van de brandstof-afzuigpomp in de
brandstoftank (11) en tap de brandstof met behulp
van de brandstof-afzuigpomp volledig af.
4. Schroef de tankdop (10) er weer op.
5. Om ervoor te zorgen dat er geen brandstof in de car-
burateur achterblijft, moet de resterende brandstof uit
de carburateur worden afgetapt. Plaats daartoe een
geschikt reservoir onder de carburateur en open de
carburateurschroef (31) met behulp van een steeks-
leutel SW10.
www.scheppach.com