Installatie, gebruik en onderhoud
11.2
LEIDINGVERBINDINGEN
ALGEMEEN
- Bekijk voorafgaand aan de aansluiting de visuele aanduidingen, dat wil zeggen de
pijl op de pompkop, om vast te stellen wat de aanzuigzijde en wat de toevoerzijde
is.
LET OP
VOORAF-
- Controleer voor de aansluiting of de leidingen en de aanzuigtank vrij zijn van afval of vaste resi-
GAANDE
duen die de pomp en accessoires kunnen beschadigen. VERZAMEL NOOIT VLOEISTOFFEN VAN
CONTROLES
DE TANKBODEM, OMDAT DIE ONZUIVERHEDEN KUNNEN BEVATTEN.
- Alvorens de toevoerleiding aan te sluiten, moet het pomphuis vanaf de toevoer-
zijde gedeeltelijk worden gevuld met de te gebruiken vloeistof om de aanzuiging
te vergemakkelijken.
- Gebruik geen aansluitingen met conische schroefdraad, die de openingen met
schroefdraad van de pomp kunnen beschadigen als ze te strak worden aange-
draaid.
12
EERSTE START
ALGEMEEN
- Controleer of zich in de aanzuigtank meer vloeistof bevindt dan moet worden over-
geheveld.
- Zorg ervoor dat de resterende capaciteit van de toevoertank groter is dan moet
worden overgeheveld.
- Zorg ervoor dat de leidingen en leidingaccessoires in goede staat zijn.
OPMERKING
LET OP
OPMERKING
INDIEN DE
POMP NIET
AANZUIGT
NA DE EERSTE
START
134 /156
Bij een verkeerde aansluiting kan de pomp schade oplopen.
HET DEBIET EN DE DRUK KUNNEN OP DE POMP NIET WORDEN IN-
GESTELD.
Lekkende vloeistof kan materiële schade of persoonlijk letsel veroorza-
ken.
- Start of stop de pomp nooit door de stekker in het stopcontact te steken
of hieruit te nemen.
- Langdurig huidcontact met bepaalde vloeistoffen kan letsel veroorza-
ken. Het gebruik van een bril en handschoenen wordt altijd aanbevolen.
Afhankelijk van de kenmerken van de installatie kan de aanzuigfase enkele secon-
den tot enkele minuten duren. Als deze fase te lang duurt, stop de pomp dan en
controleer:
- of de pomp niet droogdraait (voeg vloeistof toe via de toevoer);
- of via de aanzuigleiding geen lucht kan binnendringen;
- of het aanzuigfilter niet is verstopt;
- of de aanzuighoogte niet groter is dan 2 m;
- of via de toevoerleiding lucht kan worden afgevoerd.
Controleer na het aanzuigen of de pomp binnen het gespecificeerde bereik
werkt, met name:
- of bij maximale tegendruk de absorptie van de motor binnen de op het
typeplaatje aangegeven waarden valt;
- of de tegendruk bij toevoer niet hoger is dan de maximale tegendruk die
voor de pomp is voorzien.
M0218e