de richting van het zaaglint (26) totdat ze het
zaaglint net niet meer raken (afstand ca. 0,5
mm).
•
Zet vervolgens de instelling van de geleide-
pennen (37) weer vast met de stifttappen (38).
5.4.2 Onderste steunlagers instellen
(afb. 9/10)
•
Zaagtafel (15) demonteren. (zie 5.1).
•
Open het onderste zijdeksel (12) door de slu-
itgreep (13) los te draaien.
•
Begin met het afstellen van de positie van de
zijdelingse geleidepennen (43) ten opzichte
van het zaaglint (26). Draai hiervoor de bin-
nenzeskantschroef (45) los om de zijdelingse
geleidepennen (43) te kunnen verschuiven.
De geleidepennen (43) moeten zich ongeveer
1 mm achter de tandbasis van het zaaglint
(26) bevinden.
•
Voorzichtig! Het zaaglint wordt onbruikbaar
als de tanden bij draaiend zaaglint de geleide-
pennen raken!
•
Zet vervolgens de instelling weer vast met de
binnenzeskantschroef (45).
•
Stel nu de afstand in tussen het steunlager
(46) en de achterkant van het zaaglint (26).
Draai de binnenzeskantschroef (47) los en
duw het steunlager (46) naar voren tot het het
zaaglint net niet meer raakt (afstand ca. 0,5
mm).
•
Zet vervolgens de instelling van het steun-
lager (46) weer vast met de binnenzes-
kantschroef (47).
•
Stel tot slot de afstand van de twee zijde-
lingse geleidepennen (43) ten opzichte van
het zaaglint (26) in. Draai hiervoor de stifttap-
pen (44) los en duw de geleidepennen (43) in
de richting van het zaaglint (26) totdat ze het
zaaglint net niet meer raken (afstand ca. 0,5
mm).
•
Zet vervolgens de instelling van de geleide-
pennen (43) weer vast met de stifttappen (44).
•
Maak de zijdeksels (12) weer dicht .
Aanwijzing! Nadat u de bovenste en onderste
steunlagers hebt ingesteld:
•
Draai de zaaglintrol enkele omwentelingen
met de hand.
•
Controleer de afstelling van de steunlagers en
stel ze indien nodig bij.
Anl_TC-SB_200_PLUS_SPK13.indb 109
Anl_TC-SB_200_PLUS_SPK13.indb 109
NL
5.5 Bovenste zaaglintgeleider instellen
(afb. 11)
•
Vastzetgreep (32) losmaken.
•
Laat de zaaglintgeleider (11) door draaien van
het instelwiel (31) zo dicht mogelijk (afstand
ca. 2-3 mm) zakken op het te zagen materiaal.
•
Vastzetgreep (32) weer vastdraaien.
•
De instelling moet telkens vóór het zagen ge-
controleerd resp. nieuw ingesteld worden.
5.6 Zaagtafel op 90° afstellen (afb. 4/12)
•
Zet de zaaglintgeleider (11) op maximale
hoogte (zie 5.5).
•
Controleer de hoek tussen zaaglint (26) en
zaagtafel (15) met een 90° winkelhaak (a).
(Winkelhaak (a) niet in de levering inbegre-
pen).
•
Indien nodig kunt u de aanslag van de zaagta-
fel bijstellen (15).
•
Draai de vleugelgreep (18) en de snelspan-
hendel (20) los en kantel de zaagtafel (15) op
45°.
•
Draai de contramoer (34) los.
•
Pas de hoogte van de aanslagschroef (33)
aan door deze in of uit te draaien, laat de
zaagtafel (15) weer op de aanslagschroef
(33) zakken en controleer de hoek tussen het
zaaglint (26) en de zaagtafel (15) opnieuw.
•
Herhaal deze stappen tot de hoek tussen het
zaaglint (26) en de zaagtafel (15) precies 90°
is.
•
Draai de contramoer (34) weer vast om de
instelling vast te zetten.
•
Klem de zaagtafel weer stevig vast met vleu-
gelgreep (18) en snelspanhendel (20).
5.7 Welk zaaglint moet ik gebruiken?
Het zaaglint dat bij de lintzaagmachine wordt
geleverd, is bedoeld voor het zagen van hout en
houtachtige materialen. Bij het kiezen van het
zaaglint moet u rekening houden met het volgen-
de:
•
Met een smal zaaglint kunt u nauwere radii
snijden dan met een breed lint.
•
Een breed zaaglint wordt gebruikt als men
een rechte snede wilt uitvoeren. Dit is vooral
belangrijk bij het zagen van hout omdat het
zaaglint de neiging heeft de vlammen in het
hout te volgen en bijgevolg gemakkelijk afwijkt
van de gewenste snijlijn.
•
Fijn getande zaaglinten snijden gladder, maar
ook trager, dan grove zaaglinten.
- 109 -
19.12.2023 10:25:13
19.12.2023 10:25:13