EINHELL TC-SB 200 + Originalbetriebsanleitung Seite 108

•
Waarschuwing! Bij te geringe spanning kan
de aangedreven zaaglintrol (7) doordraaien,
waardoor het zaaglint blijft stilstaan.
5.3 Zaaglint instellen (afb. 1/6)
•
Aanwijzing! Het zaaglint moet correct ge-
spannen zijn (zie 5.2) voordat het kan worden
ingesteld.
•
Open de twee zijdeksels (12) door de sluit-
grepen (13) los te draaien.
•
Draai de bovenste zaaglintrol (8) langzaam
met de hand rechtsom totdat het zaaglint (26)
in een bepaalde positie is ingelopen.
•
Als het zaaglint (26) is gespannen, moet het
zo op het rubber loopvlak (3) rusten dat het er
niet vanaf kan glijden.
•
Houd in principe rekening met het volgende:
Het rubber loopvlak (3) heeft een naar buiten
gebogen vorm, d.w.z. het middelpunt ligt op
het hoogste punt en helt naar voren en naar
achteren. Het zaaglint moet altijd worden ge-
leid aan het niet-getande gedeelte, niet met
de tanden. De zetting van de tanden mag niet
worden beschadigd!
•
Voor smalle zaaglinten raden we aan om het
zaaglint (26) in het midden van het rubber
loopvlak te laten lopen. Hoe smaller het zaag-
lint, hoe kleiner de tanden, hoe kleiner en
minder gevoelig de zetting van de tanden.
•
Voor bredere zaaglinten met grote tanden en
een brede zetting raden wij aan: Het zaaglint
(26) moet op het rubber loopvlak (3) rusten,
waarbij de tanden van het zaaglint het rubber
loopvlak niet mogen raken! De tanden van het
zaaglint (26) moeten vóór het rubber loopvlak
(3) uitsteken. Indien dit niet het geval is, dan
moet de hellingshoek van de bovenste zaag-
lintrol (8) worden gecorrigeerd.
•
Draai de vleugelhendel (30) los om de instel-
greep (29) te kunnen draaien.
•
Als het zaaglint (26) meer richting de ach-
terkant van de zaaglintrol (8) loopt, d.w.z.
richting machineframe (25), dan moet de ins-
telgreep (29) linksom worden gedraaid. Draai
de zaaglintrol (7) langzaam met de andere
hand om de positie van het zaaglint (26) te
controleren.
•
Als het zaaglint (26) naar de voorkant van de
zaaglintrol (8) loopt, dan moet de instelgreep
(29) rechtsom worden gedraaid.
•
Zet uw instelling vast bij de bovenste zaag-
lintrol (8) door de vleugelgreep (30) vast te
draaien.
Anl_TC-SB_200_PLUS_SPK13.indb 108 Anl_TC-SB_200_PLUS_SPK13.indb 108
NL
•
Sluit de twee zijdeksels (12). Druk het zij-
deksel zo ver mogelijk op het machineframe
(25). Het zijdeksel moet hoorbaar vastklikken.
Schroef de sluitgreep (13) vast en houd het
zijdeksel (12) daarbij ingedrukt.
5.4 Steunlager instellen (afb. 7-10)
•
Na elke zaaglintwissel moet u de steunlagers
en de zijdelingse geleidepennen op de on-
derste en bovenste zaaglintgeleider opnieuw
afstellen.
•
Aanwijzing! Voordat u de steunlagers afstelt,
moet u de spanning van het zaaglint afstellen
volgens 5.2 en de positie van het zaaglint (26)
op de looprollen volgens 5.3.
•
Aanwijzing! De steunlagers en de zijde-
lingse geleidepennen ondersteunen alleen
het zaaglint (26) tijdens het zagen. Tijdens
het onbelast draaien mag het zaaglint niet in
aanraking komen met de steunlagers/gelei-
depennen.
•
De hieronder beschreven stifttappen kunnen
allemaal worden geopend met de 2,5 mm
binnenzeskantsleutel 2,5 mm (2), binnenzes-
kantschroeven met de binnenzeskantsleutel 4
mm (28).
5.4.1 Bovenste steunlagers instellen (afb. 7/8)
•
Stel de bovenste zaaglintgeleider (11) in op
gemiddelde hoogte (zie 5.5).
•
Draai de stifttap (40) los om het steunlager
(39) los te maken.
•
Begin met het afstellen van de positie van de
zijdelingse geleidepennen (37) ten opzichte
van het zaaglint (26). Draai hiervoor de stift-
tap (42) los om de bovenste lagereenheid
(41) te kunnen bewegen. De geleidepennen
(37) moeten zich ongeveer 1 mm achter de
tandbasis van het zaaglint (26) bevinden.
•
Voorzichtig! Het zaaglint wordt onbruikbaar
als de tanden bij draaiend zaaglint de gelei-
depennen raken!
•
Zet vervolgens de instelling van de lagereen-
heid (41) weer vast met de stifttap (42).
•
Stel nu de afstand in tussen het steunlager
(39) en de achterkant van het zaaglint (26).
Duw het steunlager (39) naar voren tot het
het zaaglint net niet meer raakt (afstand ca.
0,5 mm).
•
Zet vervolgens de instelling van het steunla-
ger (39) weer vast met de stifttap (40).
•
Stel tot slot de afstand van de twee zijde-
lingse geleidepennen (37) ten opzichte van
het zaaglint (26) in. Draai hiervoor de stifttap-
pen (38) los en duw de geleidepennen (37) in
- 108 -
19.12.2023 10:25:13 19.12.2023 10:25:13