Werbung
Verfügbare Sprachen
Verfügbare Sprachen
NEDERLANDS
Gebruik van de kabelwartels: De volgende tabel
x
toont de mogelijkheden, voor het gebruik van de ka-
belwartels met diverse combinaties van bedradingen.
Hierbij moet worden gelet op DIN EN 60204-1 (VDE
0113, Bl.1) en de plaatselijkke richtlijnen:
Volgens deel 14.1.3: geleiders van verschillende
x
stroomkringen mogen behoren tot eenzelfde mee-
raderige kabel, indien de isolatie volstaat voor de
hoogste in de kabel voorkomende spanning.
Functie
Netkabel
SSM
Kabeltype
5 x 1,5 mm
Functie
Netkabel
Kabeltype
3 x 1,5 mm
3 x 2,5 mm
Functie
Netkabel
Kabeltype
3 x 1,5 mm
3 x 2,5 mm
Functie
Netkabel
3 x 1,5 mm
Kabeltype
3 x 2,5 mm
Voor overige kabeltypes en doorsnede aders zie
x
hoofdstuk 9.1.2.
6. In bedrijfname
6.1 Vullen en ontluchten
De installatie naar behoren vullen en ontluchten.
Ontluchting van het pomp-rotorhuis volgt zelfstandig
al na een korte gebruiksduur. Kortstondig drooglopen
schaadt de pomp niet.
Naargelang de bedrijfstoestand van de
pomp resp. de installatie (temperatuur van
het medium) kan de hele pomp zeer heet
worden. Risico op verbranding bij aanra-
king van de pomp!De temperatuur van
het koellichaam kan binnen de toegela-
ten bedrijfsvoorwaarden oplopen tot
70°C.
For latest prices and delivery to your door visit MyTub Ltd - 0845 303 8383 - www.mytub
98
PG 13,5
2
SSM
2
2-aderige kabel
2
SSM 10...10V/Ext.Uit
of
SSM 10...10V/Ext.Min
of
SSM/SBM/0...10V
2
Meeraderige stuurkabel,
2
aantal aders naargelang
aantal stuurkringen,
evtl. afgeschermd
PLR/LON
2
Buskabel
2
Volgens deel 4.4.2: indien de beïnvloeding van de
x
signalen door elektromagnetische velden mogelijk
is, moeten signaalleidingen met een laag signaalni-
veau worden gescheiden van sterkstroomkabels.
PG 9
DP-management
2-aderige kabel (I ≤2,5 m)
DP-management
2-aderige kabel (I ≤2,5 m)
DP-management
2-aderige kabel (I ≤2,5 m)
DP-management
2-aderige kabel (I ≤2,5 m)
6.2 Instelling van de pompcapaciteit
De installatie werd ontworpen voor een bepaald werk-
punt (vollastpunt, berekende maximale warmte-be-
hoefte). Bij het in gebruik nemen is het pompvermogen
(de opvoerhoogte) in te stellen volgens het werkpunt
van de installatie (zie ook 4.3). De fabrieksinstelling
beantwoordt niet aan het voor de installatie vereiste
pompvermogen. Het wordt bepaald met behulp van
het grafiekenblad van het gekozen pomptype (uit de
catalogus of datablad). Zie ook afbeeldingen 8 tot 10.
PG 7
Werbung
