Herunterladen Diese Seite drucken

Wilo Stratos Serie Einbau- Und Betriebsanleitung Seite 103

Werbung

Verfügbare Sprachen

Verfügbare Sprachen

plots aantrekken van metalen of sta-
len voorwerpen, beïnvloeding van
elektrische apparaten (gevaar voor
personen met een pacemaker) en de-
fect raken van magneetkaarten enz..
Indien de toegankelijkheid van de schroeven op de mo-
torflens niet is gewaarborgd, kan de regelmodule door
het lossen van 2 schroeven van de motor worden ge-
scheiden, zie hfdstk.5.1.1.
5.1.3 Isolatie van de pomp in koude-/klimaat-
installaties
De reeks Wilo-Stratos is geschikt voor gebruik in
koude- en klimaat-installaties met mediumtemper-
tauren tot –10°C. Bij deze toepassingen is ook onder-
broken gebruik van de pompen toegestaan.
De meegeleverde warmte-isolatieschalen (afb. 5,
pos.1) zijn nochtans alleen toegestaan in verwar-
mingsinstallaties vanaf +20°C, omdat ze het pomphuis
niet luchtdicht omsluiten.
Bij gebruik in koude- en klimaat-installaties moet een
luchtdichte isolatie worden toegepast.
Hierbij mag alleen het pomphuis wor-
OPGELET!
den geïsoleerd tot aan de motor, zodat
de
condenswater-afvoeropeningen
vrij blijven en het condenswater, in de
pompmotor ontstaan, ongehinderd
kan weglopen (afb. 6).
Ter bescherming tegen corrosie is het pomphuis voor-
zien van een kataforesecoating.
5.2 Elektrische aansluiting
De elektrische aansluiting dient door een
erkend elektrotechnicus overeenkomstig
de geldende voorschriften te worden uit-
gevoerd.
De elektrische aansluiting moet conform VDE
x
0730/deel 1 als een vaste net-aansluiting (minimaal
2
3 x 1,5 mm
) een stekker-inrichting of een al-polige
schakelaar met minstens 3 mm contact-opening te
worden uitgevoerd.
Een motorbeveiliging is niet noodzakelijk. Is deze
x
toch aanwezig in de installatie, dan moet hij worden
overbrugd of ingesteld op de hoogste stroomwaarde.
Om zeker te zijn van de bescherming tegen spatwa-
x
ter en trekontlasting in de kabeldoorvoeren, moeten
kabels worden gebruikt van de juiste diameter, die
voldoende
kunnen
Bovendien moeten de kabels in de buurt van de ka-
beldoorvoer, om het opvallende water af te leiden, in
een lus worden gelegd. Niet gebruikte kabeldoorvoe-
ren moeten worden afgesloten met de meegeleverde
afdichtingsdoppen.
Voor de aanpassing van de aansluitkabels op de
x
binnendiameter van de kabeldoorvoeren bestaat de
afdichting uit concentrische rubberen ringen, waar-
For latest prices and delivery to your door visit MyTub Ltd - 0845 303 8383 - www.mytub
worden
vastgeschroefd.
van de binnenste ring(en) indien noodzakelijk mogen
worden verwijderd.
Gebruik beslist kabels met een ge-
OPGELET!
schikte buitendiameter, zodat de ka-
beldoorvoer na het aanschroeven van
de wartel dicht is.Niet gebruikte ka-
beldoorvoeren moeten worden afges-
loten met een kunststof dop. Deze
dop mag niet worden verwijderd. Ook
de wartels niet gebruikte kabeldoor-
voeren
schroefd.
Bij gebruik van de pomp in installaties met watertem-
x
peraturen hoger dan 90° C moet deze worden aan-
gesloten met een hittebestendige aansluitkabel.
De aansluitkabel moet zodanig worden aangelegd
x
dat hij in geen geval in aanraking komt met de leidin-
gen, het pomp- of het motorhuis.
Deze pomp mag worden beveiligd met een selectieve
x
allesstroomgevoelige FI-schakelaar.
Type:FI, symbool
of
De stroomsoort en de spanning van de netaansluiting
x
moeten overeenkomen met de gegevens op het ty-
peplaatje,
Voorzekering netzijde: zie typeplaatje
x
De pomp aarden volgens de voorschriften.
x
Bij isolatiemetingen met een hoog-
OPGELET!
spanningsgenerator moet de pomp
met de regelmodule volkomen van het
net worden gescheiden. De vrije ka-
bel-uiteinden moeten overeenkom-
stig de spanning van de hoogspan-
ningsgenerator worden geisloleerd.
5.2.1 Elektrische aansluiting van de pomp
(afb. 7)
L, N,
: Netaansluitspanning: 1 ~ 230 VAC, 50 Hz,
x
IEC 38.
SSM: Een geïntegreerde verzamel-storingsmelding
x
staat ter beschikking aan de klemmen SSM als poten-
tiaalvrij verbreekcontact.
Contactbelasting:
minimaal toegelaten: 12 V DC, 10 mA,
x
maximaal toegelaten: 250 V AC, 1 A.
x
Dubbelpompen: Beide motoren van de dubbelpomp
x
zijn te voorzien van een afzonderlijke netvoeding en
een afzonderlijke zekering aan de netzijde.
Wordt bij een dubbelpomp een
OPGELET!
afzonderlijke
gemaakt, dan is het geïntegreerd
dubbelpompmanagement
werking.
Schakelfrequentie:
x
In-/Uitschakelen van de netspanning ≤ 20/24h
x
In-/Uitschakelen over contact „Ext off" of 0...10V ≤
x
20 / h
NEDERLANDS
moeten
worden
vastge-
motor
spanningsvrij
buiten
97

Werbung

loading

Diese Anleitung auch für:

Stratos-d serieStratos-z serie