Werbung
Verfügbare Sprachen
Verfügbare Sprachen
het verbindingsmiddel (incl. valdemper) aan het bev-
estigingspunt (volgens EN 795; zie punt 3) bevestigd.
3) Zo kiest U een bevestigingspunt:
De bevestigingsinrichting (bevestigingspunt) voor
de persoonlijke veiligheidsuitrusting dient volgens
EN 795 een belasting van 10 kN te weerstaan resp.
de eisen volgens de handleiding van het opvangsys-
teem te vervullen. Het bevestigingspunt dient zich
altijd op de hoogte van de taille van de gebruiker
of daarboven te bevinden.
LET OP
Kies ter bevestiging en instelling van het verbind-
ingmiddel een positie waar geen kans bestaat te
vallen. Het bevestigingspunt dient bij gebruik als
tegenhoudsysteem zo ver van de rand verwijderd
te zijn, dat de gebruiker bij gebruik van het verbind-
ingsmiddel deze rand niet kan bereiken.
Het verbindingsmiddel voor houdgordels moet op
spanning gehouden te worden en de vrije beweging
dient tot maximaal 0,6 m beperkt te worden. Het
verbindingsmidddel mag niet over scherpe randen
geleid worden!
Gedurende gebruik dienen de bevestigings- en/
of instellingsonderdelen regelmatig gecontroleerd
te worden. Het is essentieel voor der veiligheid
dat de positie van de bevestigingsinrichting en de
soort van werkuitvoering zo te kiezen dat de vrije
val en de hoogte van de val tot een minimum
beperkt worden.
In de buurt van plaatsen waar een val-risico bestaat
dient de speling op het touw geminimaliseerd te
worden. Een val over een rand dient in principe ver-
meden te worden omdat het product door de rand
doorgesneden kan worden. Het is voor de veiligheid
essentieel dat voor begin van de werkzaamheden
voor de nodige vrije ruimte onder de gebruiker te
zorgen is (vermijding van een val op de grond of
op en hindernis.)
Als lichaamsbeveiliging mag in een opvangsysteem
uitsluitend een opvanggordel gebruikt worden. Een
verbindingsmiddel mag niet zonder een valdem-
per als opvangsysteem of deel daarvan gebruikt
worden. Pendelbewegingen bij vallen dienen door
een geschikte keuze van het bevestigingspunt te
worden vermeden.
GeBRUik / GeBRUiksBepeRkinG
GEBRUIK VOLGENS EN 566 en ANSI Z133:
De lussen worden met een prusikknoop om een
klimtouw geleid en ter positionering van personen
gebruikt. Deze knopen dienen correct gemaakt te
worden, zodat de nodige klemmende werking en
de breuksterkte behouden blijven. Breuksterkte
volgens EN 566 op het tijdstip van fabricage: 22 kN
Knopen in het touw verminderen de breuksterkte
eventueel aanzienlijk. (afbeelding 4/pag.7)
Het product voldoet aan de eisen van de ANSI
Z133-2017 met betrekking tot de vereiste minimale
breuksterkte (MBL) voor klimtouwen en prusiklus-
sen. De doorsnee voldoet niet aan de eisen voor
klimtouwen. Voor prusiklussen bestaan geen eisen
m.b.t. de doorsnee.
3. GEBRUIKSBEPERKING
De totale lengte van een systeemcomponent met
een verbindingsmiddel inclusief valdemper, eind-
verbindingen en verbindingselementen mag 2 m
niet overschrijden.
Voer met dit product geen werkzaamheden uit
wanneer Uw veiligheid bij normaal gebruik of in
een noodgeval door Uw lichamelijke of geestelijke
toestand in gevaar zou kunnen komen!
Het product mag niet in de buurt van scherpe
randen komen!
Let erop dat het touw (en alle andere onderdelen van
het systeem) niet in de buurt van oppervlakken komen
die het touw (of andere onderdelen) zouden kunnen
beschadigen, of dat een geschikte en afdoende
afscherming aan het touw (of andere onderdelen)
gemonteerd wordt. Houd het product uit de buurt van
oppervlakken die het zouden kunnen beschadigen,
bijv. scherpe of schurende oppervlakken of randen.
De bevestigingsinrichting mag alleen in samenhang
met de persoonlijke veiligheidsuitrusting gebruikt
te worden en niet met hefwerktuigen – bijvoorbeeld
voor rigging!
4. VOOR GEBRUIK AANDACHT
SCHENKEN AAN HET VOLGENDE
Voor de inzet moet het product op het oog gecon-
troleerd worden, om zeker te zijn dat het compleet
27
Werbung
