ABB FCM2000 Inbetriebnahmeanleitung Seite 198

Veiligheid
1.2 Doelmatig gebruik
Dit apparaat is bestemd voor de volgende gebruiksdoeleinden:
• Voor de doorvoer van vloeibare en gasvormige (ook instabiele) meetstoffen (vloeistoffen)
• Ter directe debietmeting van de massastroom
• Ter debietmeting van de volumestroom (indirect via massastroom en dichtheid).
• Ter meting van de meetstofdichtheid
• Ter meting van de meetstoftemperatuur
Het beoogde gebruik bevat ook de volgende punten:
• De aanwijzingen in deze handleiding worden nageleefd en opgevolgd.
• De technische grenswaarden dienen te worden nageleefd, zie hoofdstuk 1.4 „Technische
grenswaarden".
• De toelaatbare meetstoffen dienen in acht te worden genomen, zie hoofdstuk 1.5
„Toelaatbare meetstoffen".
1.3 Ondeskundig of onachtzaam gebruik
De volgende gebruiksdoeleinden zijn niet toegestaan:
• Het gebruik als flexibel compensatiestuk in buisleidingen, bijv. ter compensatie van
verschuiving, trilling, of uitzetting van de buis enz.
• Gebruik als klimhulp, bijv. voor montagewerkzaamheden.
• Gebruik als houder voor externe lasten, bijv. als houder voor buisleidingen enz.
• Het aanbrengen van materiaal, bijv. door het overschilderen van het typeplaatje of het
oplassen of aansolderen van delen
• Het wegnemen van materiaal, bijv. door het aanboren van de behuizing
Reparaties, modificaties, uitbreidingen evenals de montage van reservedelen mogen uitsluitend
conform de handleiding worden uitgevoerd. Verdergaande werkzaamheden mogen allen in
overleg met ABB Automation Products GmbH worden uitgevoerd. Hiervan uitgezonderd zijn
reparaties door werkplaatsen die door ABB geautoriseerd zijn.
1.4 Technische grenswaarden
Het apparaat is uitsluitend bestemd voor toepassing binnen de op het typeplaatje en in de
specificaties vermelde technische grenswaarden.
De volgende technische grenswaarden moeten worden aangehouden:
• De toelaatbare druk (PS) en de toelaatbare meetstoftemperatuur (TS) mogen niet de druk-
en temperatuurwaarden (p/T-Ratings) overschrijden (zie hoofdstuk "Technische gegevens").
• De maximale resp. minimale bedrijfstemperatuur mogen niet worden overschreden.
• De toegestane omgevingstemperatuur mag niet worden overschreden.
• De beschermklasse van de behuizing moet bij de toepassing in acht genomen worden.
• De debietmeter mag niet in de buurt van sterke elektromagnetische velden (bijv. motoren,
pompen, transformatoren enz.) in bedrijf worden gesteld. Een minimale afstand van ca. 1 m
(3,28 ft) moet aangehouden worden. Bij montage op of aan stalen delen (bijv. stalen
dragers) moet een minimum afstand van 100 mm (4") worden aangehouden. (Deze waarden
werden in navolging van IEC801-2 of IECTC77B bepaald).
4 - NL CoriolisMaster FCM2000 CI/FCM2000-X1