Storch AirFinish Handbuch Seite 41

Motor loopt en pomp
werkt, geen materiaal-
transport
Motor loopt, maar pomp
werkt niet
Motor is heet en stottert 1. Let erop dat de omgevingstemperatuur bij
Lage luchtuitvoer op
pistool
Luchtcompressor loopt
niet
Slecht spuitbeeld
1. Bypass-ventiel open of niet dicht.
2. Geen materiaaltoevoer.
3. Inlaatzeef verstopt.
4. Aanzuigbuis lekt.
5. Inlaatventielkogels en uitlaatkogels zitten
goed en zijn niet versleten.
6. Pakkingsmoer controleren
7. Controleer of de zuigerstang beschadigd
is.
8. Tandwielen of transmissiebehuizingt.
het spuitapparaat niet hoger dan 46°C mag
zijn en dat het spuitapparaat niet aan direct
zonlicht mag worden blootgesteld.
2. Motorwikkelingen verbrand; dit kan door
verwijderen van de positieve (rode) borstel
worden gecontroleerd, wanneer de omlig-
gende collectorlamellen zijn verbrand.
1. Mogelijk zijn de luchtventielen op het
pistool gesloten.
2. Mogelijk zijn er losse luchtaansluitingen.
3. Beschadigde (niet dichte) luchttoevoers-
lang.
4. Verstopte luchtinlaatfilter.
1. Aan / Uit / Functieschakelaar.
2. Spanning naar compressor lager dan 210
V.
3. Losse stroomaansluitingen.
4. Te hoge transportdruk
bromt).
5. Te hoge transportdruk
bromt).
6. Zekering. Vervangbare zekering op bestu-
ringskaart van compressor controleren.
7. Compressor-thermoschakelaar openen.
Controleer of de omgevingstemperatuur
lager dan 46 °C is.
8. Laag compressorvermogen.
1. Luchtkap- of luchtverdeler-luchtopeningen
verstopt.
Ventiel sluiten of vervangen.
Materiaalreservoir
ontluchten.
Uitbouwen en reinigen, dan weer inbouwen.
Vast draaien. O-ring controleren.
Pomp reinigen. Materiaal voor gebruik
filteren zodat er geen vaste stoffen de pomp
kunnen verstoppen.
Lekkages wijzen op versleten of beschadigde
pakkingen. Pomp- en pakkingseenheid ver-
vangen.
Pomp- en pakkingseenheid vervangen.
Transmissiebehuizing
beschadigingen controleren en indien nodig
vervangen.
Spuitapparaat indien mogelijk naar een koe-
le, schaduwrijke plek brengen.
Motor vervangen.
Luchtinstelventiel tegen de richting van de
klok draaien om het te openen. Luchtscha-
kelventiel naar boven schuiven om het te
openen.
Controleer alle aansluitingen op ontsnap-
pende lucht.
Luchttoevoerslang vervangen.
Luchtinlaatfilter reinigen of vervangen.
Functieschakelaar op ON zetten; schakelaar
vervangen.
Ander stopcontact proberen. Kortere of dik-
kere verlengkabel gebruiken.
Controleer of alle aansluitingen goed vast
zitten.
(compressor Bevroren vocht in luchttoevoerleiding
(compressor Wacht tot de luchtdruk tot nul is gezakt.
Zekering na voltooien van motorinspectie
weer terug plaatsen.
Spuitapparaat naar een koelere, schadu-
wrijke plek brengen.
Versleten compressor; compressor met com-
pressor-onderhoudskit repareren.
Ter reiniging in oplosmiddel dompelen en /
of met reinigingsnaalden 670254 reinigen
41
vullen en pomp
en tandwielen op