Drukontlasting; Ingebruikname - Storch AirFinish Handbuch

4. Drukontlasting

Om de kans op verwondingen door een injectie van materiaal te verlagen, moet deze procedure altijd worden uitgevo-
erd als er de druk moeten worden ontlast, de spuitwerkzaamheden worden beëindigd, het apparaat wordt gereinigd,
gecontroleerd of er onderhoud wordt uitgevoerd of wanneer de sproeikop wordt geïnstalleerd of gereinigd.
Afb. 1 Afb. 2
1. Zet de Aan / Uit- / functieschakelaar op OFF (afb. 1) en trek de stekker van de stroomkabel van het spuitapparaat
uit het stopcontact.
2. Draai de drukregelknop op de laagste stand (naar links, afb. 2).
3. Houd het pistool tegen de zijkant van een geaarde metalen emmer. Druk het pistool zeer langzaam in de emmer af
om de druk af te laten. Kijk op de drukmanometer tot de druk not 0 is gedaald.
4. Draai hierna het bypass-ventiel op PRIME (afb. 3). Als u vermoedt dat de sproeikop of slang volkomen is verstopt
of dat de druk na uitvoering van deze stap niet volledig is ontlast, trek dan de persoonlijke beschermuitrusting aan
en draai HEEL LANGZAAM de moer op de sproeibeveiliging op het airless-apparaat los en laat de druk geleidelijk
af; verwijder de koppeling vervolgens geheel. Reinig de sproeikop of de slang.

5. Ingebruikname

Aansluit van de slangen op het spuitapparaat
Afb. 1 Afb. 2
1. Verbind de airless-slang met het spuitapparaat en draai deze goed vast (afb. 1).
2. Bevestig de luchtslang op de compressor van het spuitapparaat (afb. 2).
3. Leg de verbonden slangen plat naast elkaar. Breng de eerste slangband 60 tot 90 cm voor het spuitapparaat aan.
Breng hierna banden in afstanden van 60 tot 90 cm aan (afb. 3 en 4).
Afb. 3
Afb. 3 Afb. 4
31