Hulp Bij Verhelpen Van Storingen - Storch AirFinish Handbuch

1. Bevestig de motor met drie schroeven aan de compressorbehuizing. Draai de schroeven met 13,5 Nm vast (afb. 1) .
2. Sluit de kabelboom van de motor naar de besturingskaart aan (afb. 1).
3. Bevestig de afdekplaat van de compressor met twee schroeven aan. Bevestig de klem van das IEC-kabel met twee
schroeven (afb. 1).
4. De luchtaansluitpunten aanbrengen en de rieminstallatie uitvoeren, inbouwen van de compressorriem (afb. 1).
5. De compressoreenheid naar boven en achter in het frame kantelen. Vier schroeven aanbrengen.
6. Plaats de IEC-stekker en maak de kabelklemmen vast. Breng de luchtslang aan de luchtaansluitpunten aan.

13. Hulp bij verhelpen van storingen

Voordat u het spuitapparaat naar een geautoriseerd STORCH-servicestation brengt, moeten alle punten in de ondersta-
ande tabel worden gecontroleerd.
Probleem
Spuitapparaat werkt
niet
Materiaaldruk
Mechanisch
Luchtdruk
Elektronica
Te controleren (als er geen probleem
wordt geconstateerd, gaat u verder met de
volgende controle)
1. Controleer de instelling van de drukrege-
laar. Als deze op het minimum is ingesteld
(tot de aanslag tegen de richting van de
klok), dan loopt de motor niet.
2. Verstopte sproeikop of materiaalfilter
1. Pomp bevroren of spuitmateriaal ingedro-
ogd.
2. Motor. Transmissiebehuizing verwijderen.
Ventilatorblad met de hand proberen te
draaien.
1. Aan / Uit / Functieschakelaar.
2. Eventueel is het luchtschakel- en luchtre-
gelventiel op het pistool gesloten.
1. Stroomvoorziening. Het meetapparaat
moet 210-255 VAC voor de 230-VAC-mo-
dellen aangeven.
2. Verlengkabel . Geleiding van de verleng-
kabel controleren met een multimeter.
3. Stroomkabel van het spuitapparaat op
zichtbare schade (bijv. gebroken isolatie of
draden) controleren.
4. Zekering. Vervangbare
de besturingskaart controleren (naast de
stroomschakelaar).
Maatregel (als de controle niet OK is, leest u
deze kolom)
Drukinstelling langzaam verhogen (in de
richting van de klok) om te controleren of de
motor start.
Druk ontlasten, vervolgens verstopping ver-
helpen of pistoolfilter reinigen.
Spuitapparaat ontdooien wanneer er water
of materiaal op waterbasis in het apparaat
is vastgevroren. Plaats het spuitapparaat in
een warme ruimte om het te laten ontdooi-
en. Start het spuitapparaat pas wanneer het
volledig is ontdooid. Wanneer er materiaal
in het spuitapparaat is uitgehard (gedroogd),
moet de pakkingen van de pomp worden ver-
vangen.
Vervang de motor wanneer het ventilator-
blad niet met de hand kan worden gedraaid.
De motor vervangen.
Controleer of de functieschakelaar op ON
staat.
Luchtinstelventiel tegen de richting van de
klok draaien om het te openen. Luchtscha-
kelventiel naar boven schuiven om het te
openen.
Gebruik een ander stopcontact. Controleer
de hoofdzekering.
Verlengkabel vervangen. Kortere verlen-
gkabel gebruiken, op diameter van min.
2,5mm² letten.
Stroomkabel vervangen.
zekering op Zekering na controle van de motor weer
terugplaatsen.
39