Reglementair Gebruik - Wilo CronoLine-IL-E Einbau- Und Betriebsanleitung

Nederlands
Afb. 7: Transport van de pomp
Afb. 8: Transport van de motor
4

Reglementair gebruik

Beoogd gebruik
Toepassingsgebieden
Contra-indicaties
194
• De pomp moet met behulp van toegestane hijswerktuigen (bijv.
takel , kraan etc.) worden getransporteerd. Deze moeten aan de
pompflenzen en, indien nodig, aan de buitenkant van de motor
(beveiliging tegen wegglijden vereist!) worden bevestigd.
• Voor het optillen met de kraan dient de pomp, zoals weergegeven,
te worden omspannen met geschikte riemen. De riemen rond de
pomp in lussen plaatsen die door het eigen gewicht van de pomp
vanzelf worden dichtgetrokken.
• De transportogen aan de motor zijn hierbij alleen bestemd voor de
geleiding bij het optillen van de last (afb. 7).
• De transportogen aan de motor zijn alleen bestemd voor het trans-
port van de motor, niet van de gehele pomp (afb. 8).
WAARSCHUWING! Gevaar voor persoonlijk letsel!
Een onbeveiligde opstelling van de pomp kan lichamelijk letsel
veroorzaken.
• De pomp niet onbeveiligd op de pompvoeten neerzetten. De voe-
ten met draadboringen dienen voor de bevestiging. In vrije stand
staat de pomp mogelijk niet stevig genoeg.
GEVAAR! Levensgevaar!
De pomp zelf en onderdelen van de pomp kunnen een zeer hoog
eigen gewicht hebben. Door vallende onderdelen bestaat het
gevaar van snijden, beknellen, stoten of slaan, hetgeen kan leiden
tot de dood.
• Altijd geschikte hijsmiddelen gebruiken en de onderdelen borgen
tegen vallen.
• Nooit onder zwevende lasten staan.
• Bij opslag en transport, alsook voor alle installatie- en andere mon-
tagewerkzaamheden voor een veilige positie resp. stand van de
pomp zorgen.
De droogloperpompen van de serie IL-E (inline-afzonderlijk), DL-E
(inline-dubbel) en BL-E (blok) zijn bestemd voor gebruik als circula-
tiepompen in de gebouwentechniek.
Deze mogen worden gebruikt voor:
• warmwater-verwarmingsystemen
• koel- en koudwatercircuits
• industriële circulatiesystemen
• warmtedragercircuits
Installatie binnen een gebouw:
Droogloperpompen dienen in een droge, goed geventileerde en
vorstbestendige ruimte te worden geïnstalleerd.
Installatie buiten een gebouw (buitenopstelling):
• Installeer de pomp in een huis die bescherming biedt tegen weersin-
vloeden. Neem de omgevingstemperaturen in acht.
• Bescherm de pomp tegen weersinvloeden zoals rechtstreekse
zoninstraling, regen, sneeuw.
• De pomp moet zodanig worden beschermd dat de condensaatafvoer-
openingen niet vervuild raken.
• Voorkom de vorming van condensaat door passende maatregelen te
treffen.
• Toegestane omgevingstemperatuur bij buitenopstelling: "zie tab. 1:
Technische gegevens".
WILO SE 08/2022