Onderhoud - Scheppach 5906220903 Originalbetriebsanleitung

13. Onderhoud

Let op!
Schakel altijd de motor uit en verwijder de bougiestek-
ker voordat u onderhoudswerkzaamheden gaat uitvoe-
ren.
Olieverversing (afb. 7)
Vervang de motorolie na de eerste 25 bedrijfsuren,
daarna steeds na 50 uur c.q. om de drie maanden.
Motorolie bij een warme motor laten weglopen.
1. Motor laten warmlopen.
2. Motor uitschakelen.
3. Plaats een voldoende grote opvangbak voor het
opvangen van verbruikte olie onder de olieaftap-
plug (9).
4. Verwijder voor het aftappen van de olie de olievul-
sluiting (7) en de olieaftapplug (9).
5. Olie laten weglopen
6. Breng de olieaftapplug (9) met afdichtingsschijf
weer terug en haal deze aan.
7. Aanbevolen motorolie in de olievulopening vullen.
Aanwijzing! Schroef de olievulsluiting (7) goed
dicht.
Vulhoeveelheid ca. 0,6 liter
Voer de verbruikte olie conform de voorschriften
in bij het plaatselijk afvalverwerkingsstation voor
verbruikte olie. Het is verboden om verbruikte olie
in de grond af te voeren of bij het afval te gooien.
Bougie controleren (afb. 11)
Motor uitschakelen en laten afkoelen.
Voorzichtig! Gevaar voor brandwonden
Afhankelijk van de bougie deze reinigen of vervangen:
1. Trek de bougiestekker (d) los en verwijder het vuil
rondom de bougie.
2. Draai de bougie (e) er uit en controleer deze.
3. Bij beschadigingen zoals bijv. scheuren of splin-
ters, bougie vervangen.
4. Bougie-elektroden met een draadborstel reinigen.
5. Elektrodeafstand controleren en instellen.
6. Bougie vastschroeven en met de bougiesleutel
aandraaien.
7. Plaats de bougiestekker op de bougie.
Let op dat tijdens het vervangen geen vuil in de
cilinderkop terechtkomt.
Controleer de bevestiging van de bougie.
Een losse bougie kan door oververhitting de motor
beschadigen.
Een te strak aanhalen kan er voor zorgen dat het
schroefdraad op de cilinderkop wordt beschadigd.
Voor hieruit voortvloeiende schade kan de fabri-
kant niet aansprakelijk worden gesteld, het risico
hiervoor ligt volledig bij de gebruiker. Gebruik
uitsluitend de aanbevolen of een gelijksoortige
bougie.
Luchtfilter reinigen (afb. 9 + 10)
1. Draai de greepschroef (b) los.
2. Verwijder de filterafdekking (17).
3. Reinig het schuimvoorfilter (d) met een niet-ont-
vlambaar oplosmiddel.
Let op:Gebruik geen benzine of reinigingsoplos-
middelen met een laag vlampunt voor het reinigen
van het luchtfilterelement. Dit kan tot brand of een
explosie leiden.
4. Voorfilter uitdrukken om het oplosmiddel/zeepwa-
ter te verwijderen.
5. Reinig het papierfilter door het uitkloppen.
6. Spoel het uitgewassen filterelement grondig met
schoon water.
7. Laat het filterelement grondig drogen of blaas deze
met perslucht droog.
8. Hang de filterafdekking weer terug en trek de
greepschroef aan.
Als de motor in een zeer stoffige omgeving wordt ge-
bruikt, luchtfilter dagelijks of om de tien bedrijfsuren
reinigen.
Laat de motor nooit zonder, of met een beschadigde
luchtfilterelement draaien. Dan komen er verontreini-
gingen in de motor terecht, die de motor ernstig kun-
nen beschadigen.
Voor hieruit voortvloeiende schade kan de fabrikant
niet aansprakelijk worden gesteld, het risico hiervoor
ligt volledig bij de gebruiker.
Belangrijke aanwijzing bij reparatie:
Houd er bij retourlevering van het apparaat voor repa-
ratie rekening mee dat het apparaat om veiligheidsre-
denen vrij van olie en brandstof naar het servicestation
moet worden gestuurd.
www.scheppach.com NL | 63