Herunterladen Diese Seite drucken

PETZL FALCON ASCENT Bedienungsanleitung Seite 13

Lightweight seat harness with a low attachment point
Vorschau ausblenden Andere Handbücher für FALCON ASCENT:

Werbung

(NL) NEDERLANDS
Enkel de niet-doorkruiste technieken en/of die zonder het pictogram
"doodshoofd" zijn toegelaten. Neem regelmatig kennis van de nieuwe
updates van deze documenten op onze website www.petzl.com
Indien u twijfelt of moeite heeft om het te begrijpen, gelieve dan contact op
te nemen met PETZL.
FALCON ASCENT
Lichte zitgordel met een laag inbindpunt
1. Toepassingsveld
Persoonlijk Beschermings Middel (PBM). Zitgordel, werkpositioneringsriem,
gordel voor de opklim op touw.
Deze gordel is niet geschikt voor de voortbeweging met rotsklimtechnieken.
Dit product mag niet méér belast worden dan toegelaten en mag niet gebruikt
worden in elke andere situatie waarvoor het niet voorzien is.
OPGELET
De activiteiten die het gebruik van deze uitrusting vereisen zijn van nature
gevaarlijk.
U bent verantwoordelijk voor uw handelingen en beslissingen.
Alvorens deze uitrusting te gebruiken, dient u:
- Alle gebruiksinstructies te lezen en te begrijpen.
- Een aangepaste training te hebben gevolgd voor het gebruik van deze
uitrusting.
- Zich vertrouwd te maken met uw uitrusting; zijn prestaties en beperkingen
leren kenen.
- De inherente risico's te begrijpen en te aanvaarden.
Het niet-respecteren van één van deze waarschuwingen kan de oorzaak
zijn van ernstige of dodelijke verwondingen.
Verantwoordelijkheid
OPGELET, een aangepaste training is noodzakelijk vóór gebruik. Deze
vorming moet aangepast zijn aan de praktijken van dit toepassingsveld.
Dit product mag enkel gebruikt worden door bevoegde en beraden personen
of die onder direct visueel toezicht van een competent en beraden persoon
geplaatst zijn.
Het aanleren van de gepaste technieken en veiligheidsmaatregels gebeurt
onder uw eigen verantwoordelijkheid.
U neemt persoonlijk alle risico's en verantwoordelijkheid voor eventuele
schade, verwondingen of overlijden, ongeacht de manier waarop dit zou
kunnen optreden na verkeerdelijk gebruik van onze producten. Indien u niet
in staat bent om deze verantwoordelijkheid op te nemen of om dit risico te
lopen, gebruik dit materiaal dan niet.
2. Terminologie van de onderdelen
Zitgordel
(1) Heupriem, (2) Twee lussen in textiel die het ventrale inbindpunt EN 813
vormen, (3) Laterale inbindpunten op de heupriem EN 358, (4) Inbindpunt
achteraan voor werkplaatsbeperking EN 358, (5) Gesp achteraan voor
de verbinding tussen zitgordel en borstriem, (6) Regelbare DoubleBack
gespen, (7) Materiaallussen, (8) Bandgeleider voor materiaal-drager,
(9) Opbergsysteem voor het overschot aan riemen, (10) Verstelbare
elastieken, (11) Etiket voor markering opgeborgen in de heupriempolstering.
Voornaamste materialen
- Polyester, polyamide (textiel),
- Staal (regelgespen).
3. Check: te controleren punten
Vóór elk gebruik
Nazicht van de riemen ter hoogte van de inbindpunten, van de
sluitingsgespen en van de veiligheidsstiksels.
Controleer scheuren, slijtageverschijnselen en schade ten gevolge van het
gebruik, hitte, chemische producten enz... Let op doorgesneden vezels.
Check de goede werking van de DoubleBack gespen.
Tijdens het gebruik
Het is belangrijk om regelmatig de toestand van het product te controleren.
Vergewis er u van dat alle elementen goed verbonden en goed geplaatst zijn
ten opzichte van elkaar.
Meer details over de uit te voeren controle voor elk PBM in de specifi eke
PBM CDROM van PETZL of op www.petzl.com/ppe
Bij twijfel, contacteer uw lokale PETZL verdeler.
4. Verenigbaarheid
Gelieve na te zien of dit product compatibel is met de andere elementen
van het systeem in uw toepassing (compatibiliteit = een goede functionele
interactie).
Een verbinding die niet compatibel is, kan leiden tot een ongewenst loshaken
of tot de breuk van het verbindingselement, of kan de veiligheidsfunctie van
een ander deel van de uitrusting beïnvloeden.
De elementen die verbonden zijn met uw gordel moeten conform zijn aan de
geldende normen (Verankeringen, Vergrendelbare verbindingselementen,
Energie-absorbers, enz...).
5. Aantrekken en sluiten van de gordel
Deze gordel, ontworpen voor het opklimmen op touw (laag inbindpunt),
moet goed aangespannen worden aan de heup en de dijen.
5A. Maak de beenlussen wijder met behulp van de DoubleBack gespen. Houd
de zitgordel vast bij de heupriem, steek de voeten er door en trek hem aan.
5B. Verbind STEEDS de twee lussen in textiel van het ventrale aanbindpunt
met een vergrendelbaar verbindingselement, dat voorzien is om in drie
richtingen te werken (OMNI M37TL of M37SL, DEMI ROND P18).
Zie erop toe dat de connector correct gesloten en vergrendeld is.
5C. Span de heupriem goed aan door aan de riemen te trekken.
Rol het overschot aan riemen en berg ze op onder de elastieken (zie
schema).
5D. Aanpassen van de beenlussen.
Afstelling en ophangingtest
Uw gordel moet dicht bij het lichaam worden aangepast om het risico op
verwondingen bij een val te beperken.
De gebruiker dient een ophangingtest op elk inbindpunt en verschillende
bewegingen met zijn uitrusting uit te voeren, om er zeker van te zijn dat dit
voldoende comfort verzekert voor het gewenste gebruik, en dat de gordel
optimaal ingesteld is.
13
FALCON ASCENT
C385020C (290509)
6. WERKPOSITIONERING en
WERKPLAATSBEPERKING
Gordel voor werkpositionering en werkplaatsbeperking
EN 358: 2000
Deze inbindpunten zijn enkel bedoeld om ofwel de gebruiker in positie te
houden op zijn werkplaats, ofwel hem te verhinderen een plaats te bereiken
waar een valrisico bestaat.
Deze inbindpunten mogen enkel gebruikt worden om u te bevestigen aan een
systeem voor werkpositionering of werkplaatsbeperking, met een maximale
valhoogte van 0,5 m.
Deze inbindpunten zijn niet geschikt voor een toepassing in antival-
beveiliging. Het kan nodig zijn om deze systemen voor werkpositionering
en werkplaatsbeperking aan te vullen met beschermingsmiddelen tegen
hoogtevallen van collectieve aard of individuele aard.
6A. Laterale inbindpunten op de heupriem
Gebruik steeds beide laterale inbindpunten samen door ze te verbinden met
een leefl ijn voor werkpositionering om comfortabel gesteund te zitten in de
heupriem. Zie erop toe dat de connector correct gesloten en vergrendeld is.
6B. Verbindingspunt achteraan voor werkplaatsbeperking
7. HULPVERLENING OP TOUW
Zitgordel:
EN 813: 2008
Ventraal inbindpunt
Bestemd voor het voortbewegen op touw en werkpositionering. Gebruik dit
ventraal inbindpunt voor het verbinden van een afdaalapparaat, stijgklemmen
of leefl ijnen voor werkpositionering...
Dit inbindpunt is geen antival-beveiliging.
8. Materiaaldragers
De Materiaallussen moeten uitsluitend gebruikt worden voor het dragen van
materiaal.
OPGELET: GEVAAR, gebruik de Materiaallussen niet voor het beveiligen, voor
afdalingen, om u in te binden of u te verbinden met een leefl ijn.
9. ROPE-ACCESS (FALCON ASCENT +
TOP CROLL)
De FALCON ASCENT zitgordel, verbonden met de TOP CROLL borstgordel,
wordt aldus een compleetgordel met antival-punt EN 361: 2002.
Sternaal inbindpunt
Enkel dit sternaal inbindpunt dient voor het verbinden van een valstop-
systeem zoals bv. een mobiele antival-beveiliging op touw, een energie-
absorber..., systeem beschreven in de EN 363 norm. Om dit punt beter te
identifi ceren, is het aangeduid met de letter A.
TOP CROLL Borstgordel
Verbinding achteraan (zie schema).
Verbinding vooraan: verbind de CROLL rechtstreeks op de connector van het
ventrale inbindpunt (zie schema).
Het is verboden om de directionele Snelschakel te gebruiken, die
meegeleverd is bij de TOP CROLL borstgordel. Deze snelschakel is niet
geschikt voor de FALCON ASCENT.
10. Aanvullende informatie over de normen
(EN 365)
Noodplan
Voorzie de nodige reddingsmogelijkheden om snel te kunnen optreden in
geval men moeilijkheden ondervindt.
Verankeringen
De verankering van het systeem bevindt zich bij voorkeur boven de positie
van de gebruiker en moet voldoen aan de vereisten van de EN 795 norm
(minimale weerstand van 10 kN).
Diversen
- Er kan zich een gevaar voordoen tijdens het gebruik van meerdere
uitrustingen waarbij de veiligheidsfunctie van één der toestellen kan
beïnvloed worden door de veiligheidsfunctie van een ander toestel.
- OPGELET, LEVENSGEVAAR, zie erop toe dat uw producten niet schuren
over ruwe oppervlaken of scherpe randen.
- De gebruikers moeten medisch geschikt zijn voor activiteiten op hoogte.
OPGELET, onbeweeglijk hangen in een gordel kan ernstige fysiologische
letsels of de dood veroorzaken.
- De gebruiksinstructies, bepaald in de bijsluiter van elke uitrusting
geassocieerd met dit product, moeten worden gerespecteerd.
- De gebruiksinstructies moeten geleverd worden aan de gebruiker van deze
uitrusting in de taal van het land van gebruik.
11. Algemene Informatie van Petzl
Levensduur / Afschrijven
Voor de Petzl producten in PVC en textiel, is de maximale levensduur 10 jaar
vanaf de fabricagedatum. Zij is van onbepaalde duur voor metalen producten.
OPGELET, een uitzonderlijk voorval kan u ertoe brengen het product af
te schrijven na één enkele toepassing (type en intensiteit van gebruik,
gebruiksomgeving: agressieve milieus, scherpe rand, extreme temperaturen,
chemische producten, enz...).
Een product moet worden afgeschreven wanneer:
- het ouder dan 10 jaar is en samengesteld uit PVC of textiel.
- het een belangrijke val (of belasting) heeft ondergaan.
- het resultaat van de controles van het product geen voldoening geeft. - u
ook maar de minste twijfel heeft over zijn betrouwbaarheid.
- u zijn volledige gebruikshistoriek niet kent.
- het product in onbruik geraakt is (evolutie van de wetten, de normen,
de technieken of onverenigbaarheid met de andere delen van de
uitrusting, enz...).
Vernietig deze afgeschreven producten om een verder gebruik te
vermijden.
Test de goede werking van het product
Naast de controles vóór elk gebruik, laat u best een grondig nazicht uitvoeren
door een bevoegd inspecteur. De frequentie van dit nazicht moet aangepast
worden in functie van de wetten die van toepassing zijn, het type en
intensiteit van het gebruik. Petzl raadt u aan om dit nazicht minstens om de
12 maanden uit te voeren.
Verwijder de markeer-etiketten niet om het product steeds te kunnen
traceren.
De resultaten van dit nazicht moeten worden vastgelegd in een productfi che:
type van uitrusting, model, coördinaten van de fabrikant, serienummer of
individueel nummer, data van: fabricage, aankoop, eerste ingebruikneming,
volgende periodieke nazichten; nota's: gebreken, opmerkingen; naam en
handtekening van de inspecteur.
Zie voorbeeld op www.petzl.fr/ppe of in de PBM CD-ROM van Petzl.
Berging, transport
Bewaar het product droog, goed beschermd voor UV-stralen, chemische
producten, in een zone met een gematigde temperatuur, enz... Reinig en
droog het product indien nodig.
Veranderingen, herstellingen
Veranderingen en herstellingen buiten de Petzl ateliers zijn verboden (behalve
vervangstukken).
3 jaar garantie
Voor fabricagefouten of materiaalfouten. Met uitzondering van: normale
slijtage, oxidatie, veranderingen of aanpassingen, slechte berging, slecht
onderhoud, nalatigheid of toepassingen waarvoor dit product niet bestemd
is.
Verantwoordelijkheid
PETZL kan niet verantwoordelijk gesteld worden voor rechtstreekse of
onrechtstreekse gevolgen, ongevallen of eender welke schades die voorvallen
bij of voortkomen uit het gebruik van haar producten.
Markering en tracering van de producten
a. Controleorgaan voor de productie van deze PBM
b. Erkend keuringsorganisme dat zich uitspreekt over het EC type-examen
c. Tracering: datamatrix = product referentie + individueel nummer
d. Diameter
e. Individueel nummer
f. Fabricage-jaar
g. Fabricage-dag
h. Controle of naam van de inspecteur
i. Incrementatie

Werbung

loading