Herunterladen Inhalt Inhalt Diese Seite drucken

GGP ITALY CR 430 Gebrauchsanweisung Seite 32

Inhaltsverzeichnis

Werbung

Verfügbare Sprachen
  • DE

Verfügbare Sprachen

  • DEUTSCH, seite 29
NL
VEILIGHEIDSNORMEN
DIE STRIKT OPGEVOLGD MOETEN WORDEN
BELANGRIJK - LEES DIT AANDACHTIG VOORALEER DE MACHINE
TE GEBRUIKEN. BEWAAR DEZE HANDLEIDING VOOR DE TOEKOMST
BESCHRIJVING VAN DE MACHINE EN GEBRUIKSGEBIED
Deze machine is een tuinwerktuig en met name een lopend bediende grasmaaier.
De machine bestaat hoofdzakelijk uit een motor, die een mes aanschakelt dat beschermd is
door een carter, voorzien van wielen en een handgreep. De bediener kan de machine besturen
en de belangrijkste commando's bedienen terwijl hij steeds achter de handgreep blijft, en dus
op veilige afstand van het draaiende mes. Indien de bediener zich van de machine verwijdert,
vallen de motor en het mis na enkele seconden stil.
Voorzien gebruik
Deze machine is ontworpen en gebouwd om gras te maaien (en op te vangen) in tuinen en 
zones met gras, met een grootte in verhouding met de maaicapaciteit, in aanwezigheid van
een lopende bediener.
De aanwezigheid van toebehoren of specifieke inrichtingen kan vermijden dat het gemaaide 
gras verzameld moet worden ofwel voor een "mulching" effect zorgen, waarbij het gemaaide 
gras op het terrein wordt achtergelaten.
Onjuist gebruik
Eender welk ander gebruik kan gevaarlijk zijn en schade berokkenen aan personen en/of zaken.
De volgende situaties behoren tot het ongeschikt gebruik (bijvoorbeeld, maar niet uitsluitend):
– vervoer van personen, kinderen of dieren op de machine;
– zich door de machine laten vervoeren;
– gebruik van de machine voor het aanslepen of aanduwen van een last;
– gebruik van de machine voor het verzamelen van bladeren of afval;
– gebruik van de machine voor het knippen van heggen of voor het maaien van andere
vegetatie dan gras;
– gebruik van de machine door meer dan één persoon tegelijk;
– het mes aanschakelen op zones zonder gras.
A) VOORBEREIDING
1)  Lees aandachtig de gebruiksaanwijzingen. Zorg dat u vertrouwd raakt met de bedienings-
knoppen en in staat bent de grasmaaier op de juiste wijze te gebruiken. Leer de motor snel
af te zetten.
2)  Laat nooit toe dat de grasmaaier gebruikt wordt door kinderen of door personen die niet 
vertrouwd zijn met deze aanwijzingen. De minimale leeftijd van de gebruiker kan landelijk
gereglementeerd zijn.
3)  Gebruik de grasmaaier in geen geval:
– als er personen, in het bijzonder kinderen, of dieren in de buurt zijn;
– indien de gebruiker geneesmiddelen ingenomen heeft of substanties die negatieve invloed
hebben op de reflexen en het aandachtvermogen.
4)  Denk eraan dat de persoon die de machine bedient of de gebruiker aansprakelijk is voor 
ongevallen en onvoorziene gebeurtenissen die personen of hun eigendommen kunnen over-
komen.
B) VÓÓR HET GEBRUIK
1)  Draag, tijdens het maaien altijd stevige schoenen en een lange broek. Bedien de grasmaaier 
niet met blote voeten of met open sandalen. Draag geen kledij met loshangende delen, of met
veters of dassen.
2)  Controleer grondig de hele werkzone en verwijder alles wat van de machine weg zou kun-
nen springen of de snijgroep en de motor zou kunnen beschadigen (keien, takken, ijzerdraad, 
beenderen, enz.).
3)  Vóór  het  gebruik  dient  er  een  algemene  controle  verricht  te  worden,  in  het  bijzonder  op 
het uitzicht van de messen, en dient men te controleren of de schroeven en de snijgroep niet
versleten of beschadigd zijn. Vervang de beschadigde of versleten messen en schroeven
en bloc om ervoor te zorgen dat het maaidek in balans blijft. Vervang de beschadigde of
onleesbare stickers.
4)  Voor ieder gebruik dient men na te gaan of de toevoerkabel en het verlengsnoer niet be-
schadigd zijn en geen tekens van slijtage of veroudering vertonen.4)  De stekker onmiddellijk uit 
het stopcontact halen indien de kabel of verlengsnoer beschadigd zijn. RAAK DE KABEL NIET
AAN VOORALEER DEZE UIT HET STOPCONTACT GEHAALD WERD. Gebruik de machine
niet wanneer de kabel beschadigd of versleten is.
C) TIJDENS HET GEBRUIK
1)  Werk alleen bij daglicht of bij goed kunstlicht. 
2)  Maai geen nat gras o bij regen. 
3)  Zorg er voor dat U steeds een goed steunpunt hebt op hellende terreinen
4)  Loop nooit, maar stap; laat U niet door de grasmaaier trekken
5)  Maai steeds dwars op een helling en nooit op-en-neer.
6)  Let goed op bij de verandering van richting op hellingen.
7)  Maai niet op bijzonder steile hellingen
8)  Wees zeer voorzichtig wanneer u de grasmaaier naar u toe trekt. 
9)  Zet  het  mes  stil  indien  de  grasmaaier  gekanteld  moet  worden  voor  het  vervoer,  bij  het 
oversteken van zones zonder gras en wanneer de grasmaaier vervoerd wordt van of naar de
zone die gemaaid moet worden.
10)  Stel de grasmaaier nooit in werking wanneer de beveiligingen beschadigd zijn, of zonder 
opvangzak of aflaatbeveiligingen. 
11)  Start de motor voorzichtig volgens de aanwijzingen en houd uw voeten ver van de mes-
sen verwijderd.
12)  Kantel de grasmaaier niet wanneer U de motor aanschakelt, tenzij dit noodzakelijk is voor 
het opstarten. In dit geval, mag de grasmaaier niet verder gekanteld worden dan wat strikt
noodzakelijk is en enkel aan de tegenovergestelde kant van de bediener. Verzeker U er steeds
van dat beide handen in werkpositie zijn vooraleer de grasmaaier weer omlaag te brengen.
13)  Start de machine niet wanneer u voor de uitlaatopening staat.
14)  Breng uw handen en voeten nooit nabij of onder de draaiende delen. Blijf steeds op afstand 
van de uitlaatopening.
15)  Hef de grasmaaier niet op en vervoer hem niet wanneer de motor in werking is.
16)  Schakel de motor uit en koppel de toevoerkabel los. Verzeker U ervan dat alle bewegende 
delen volledig stilstaan:
– tijdens het vervoer van de machine
– telkens wanneer u de grasmaaier onbeheerd achterlaat;
– vóór het verhelpen van blokkeringen of het vrijmaken van het windkanaal;
– vóórdat u de machine controleert, schoonmaakt of eraan werkt;
– nadat er op een vreemd voorwerp gestoten is. Controleer de grasmaaier op eventuele
beschadigingen en voer de nodige reparaties uit alvorens de machine opnieuw te gebruiken;
Als de grasmaaier op abnormale wijze begint te trillen. (Onmiddellijk controleren):
– controleer eventuele beschadigingen;
– Vervang of herstel de beschadigde delen nabij een gespecialiseerd centrum;
30
– controleer of er delen losgekomen zijn en schroef ze weer vast.
17)  Schakel de motor uit:
– elke keer wanneer u de opvangzak verwijdert of hermonteert;
– vooraleer de snijhoogte af te stellen.
18)  Behoud tijdens het werk steeds de veiligheidsafstand ten opzichte van het draaiende mes, 
gegeven door de lengte van de steel.
19)  LET OP - In geval van breuken of ongevallen tijdens het werk, dient men de motor onmid-
dellijk stil te zetten en de machine te verwijderen om geen verdere schade te berokkenen; in
geval van ongevallen met persoonlijke letsels of letsels aan derden, dient men onmiddellijk de
meest geschikte eerste-hulp-procedures te volgen voor de situatie en zich tot een gezondheids-
structuur te richten voor de nodige zorgen. Verwijder zorgvuldig eventuele resten die schade of
letsels aan personen of dieren kunnen veroorzaken indien ze onopgemerkt blijven.
D) ONDERHOUD EN OPSLAG
1)  Laat bouten en schroeven vastgedraaid zitten om er zeker van te zijn dat de machine altijd 
op een veilige manier gebruiksklaar is. Een regelmatig onderhoud is fundamenteel voor de
veiligheid en om het prestatieniveau bewaard te houden.
2)  Controleer de aflaatbeveiligingen en de grasopvangbak regelmatig op slijtage of bescha-
digingen.
3)  Tijdens de afstellingen van de machine, moet men erop letten te vermijden dat de vingers 
tussen het bewegende mes en de vaste delen van de machine verklemd geraken.
4)  Vooraleer de machine weg te zetten, moet men wachten tot ze afgekoeld is.
5)  Tijdens de werken aan het mes, moet men erop letten dat het mes ook kan bewegen wan-
neer de machine van het netwerk afgekoppeld is.
6)  Houd de grasmaaier, en in het bijzonder de motor vrij van resten gras, bladeren of teveel 
vet, om het risico op brand tot een minimum te herleiden. Laat geen houders met gemaaid
gras in een ruimte achter.
7)  Gebruik de machine om veiligheidsredenen nooit met versleten of beschadigde onderdelen. 
De onderdelen moeten vernieuwd en niet gerepareerd worden. Gebruik uitsluitend originele
reserveonderdelen. Onderdelen van een niet gelijkwaardige kwaliteit kunnen de machine
beschadigen en kunnen gevaarlijk zijn voor uw veiligheid.
E) ALGEMENE VOORZORGSMAATREGELEN
1)  Voor ieder gebruik, moet men nagaan of de machine geen tekens van beschadiging ver-
toont. Eventuele herstellingen moeten nabij een gespecialiseerd centrum uitgevoerd worden.
Schakel de machine uit en haal de stekker uit het stopcontact indien de machine op abnormale
wijze begint te trillen en richt u tot een gespecialiseerd centrum voor controle.
2)  Tijdens het opstarten, moeten beide handen zich op de handgreep bevinden.
3)  De delen die onderhevig zijn aan slijtage mogen enkel nabij een gespecialiseerd centrum 
vervangen worden.
4)  Gebruik de machine nooit als de toevoerkabel of het verlengsnoer beschadigd of versleten 
zijn.
5)  Verbind nooit een beschadigde kabel aan het stopcontact en raak een beschadigde kabel 
die verbonden is aan het stopcontact nooit aan. Een beschadigde of versleten kabel kan contact
met de delen onder spanning veroorzaken.
6)  Raak het mes niet aan totdat de machine losgekoppeld is van het stopcontact en het mes 
volledig stilstaat.
7)  Houd het verlengsnoer ver van het mes. Het mes kan de kabel beschadigen en contact 
veroorzaken met de delen onder spanning.
8)  Lees de instructies aandachtig om de machine in veiligheid te gebruiken.
9)  Voed het apparaat met een differentiaalschakelaar (RCD - Residual Current Device)  met 
een ontkoppelingsstroom van maximum 30 mA.
10)  Wanneer de voedingskabel van de machine beschadigd is, dient hij enkel door een ori-
ginele nieuwe kabel vervangen, door een gekwalificeerd technicus of nabij een geautoriseerd 
servicecentrum.
F) BIJKOMENDE VOORSCHRIFTEN
1)  De blijvende aansluiting van om het even welk elektrisch apparaat op het elektriciteitsnet 
van  het  gebouw  moet  uitgevoerd  worden  door  een  gekwalificeerd  elektricien,  conform  de 
geldende wetgeving. Een niet correct uitgevoerde aansluiting kan ernstige persoonlijke letsels
veroorzaken en zelfs de dood tot gevolg hebben.
2)  LET OP: GEVAAR! Vocht en elektriciteit gaan niet samen:
– de elektrische kabels worden altijd in droge omstandigheden gehanteerd en aangesloten;
–    b reng  een  elektrisch  stopcontact  of  kabel  nooit  in  contact  met  een  natte  zone  (plas  of 
vochtig gras);
–  de aansluitingen tussen de kabels en de contacten moeten altijd van het waterdichte type 
zijn. Gebruik verlengkabels met volledige waterdichte en gehomologeerde stekkers, die ver-
krijgbaar zijn in de handel.
3)  De toevoerkabels moeten van goede kwaliteit zijn, m.a.w. niet minder dan het type H05RN-F 
of H05VV-F met een minimale doorsnede van 1.5 mm
van 25 m.
4)  Haak de kabel vast aan de kabelhouder vooraleer de machine in te schakelen.
5)  Vooraleer  te  beginnen  werken,  worden  de  beveiligingen  gemonteerd  bij  de  uitgang  (op-
vangzak of aflaatbeveiligingen).
6)  Rijd nooit met de grasmaaier over de elektrische kabel. Tijdens het maaien, dient men de 
kabel steeds achter de grasmaaier te houden en steeds langs de kant van het reeds gemaaide
gras. Gebruik de kabelhouderhaak zoals aangegeven in dit handboekje, om te voorkomen dat
de kabel per ongeluk loskomt maar zorg ervoor dat de stekker correct en zonder te forceren in
het stopcontact gevoerd wordt.
7)  Trek de grasmaaier nooit aan de toevoerkabel en trek nooit aan de kabel om deze uit het 
stopcontact te halen. Stel de kabel niet bloot aan warmtebronnen of laat hem niet in aanraking
met olie, oplosmiddelen of scherpe voorwerpen.
8)  Draag werkhandschoenen voor de montage en hermontage van het mes.
9)  Let  op  de  balans  van  het  mes,  wanneer  dit  geslepen  wordt.  Alle  handelingen  die  be-
trekking hebben op het mes (demontage, slijpen, in balans brengen, hermontage en/of ver-
vanging)  vergen  een  specifieke  vaardigheid  en  het  gebruik  van  geschikt  gereedschap;  uit 
veiligheidsoverwegingen moeten deze handelingen daarom steeds uitgevoerd worden in een
gespecialiseerd centrum.
G) TRANSPORT EN VERPLAATSING
1)  Telkens wanneer de machine verplaatst, geheven, vervoerd of overgeheld moet worden, 
is het noodzakelijk:
– stevige werkhandschoenen te dragen;
– de machine vast te nemen op punten waar u een stevige greep hebt, rekening houdend
met het gewicht en de spreiding van het gewicht;
– doe een beroep op een toereikend aantal personen die het gewicht van de machine kun-
nen heffen, volgens de kenmerken van het transportmiddel of de plaats waar de machine 
opgenomen of opgesteld moet worden.
2)  Bevestig de machine tijdens het vervoer goed met touwen of kettingen. 
en een maximaal aanbevolen lengte
2

Quicklinks ausblenden:

Werbung

Inhaltsverzeichnis
loading

Diese Anleitung auch für:

Cs 430Cr 480Cs 480Crl 480Csl 480

Inhaltsverzeichnis